19 ~ Brenns wens

8 3 2
                                    

Het was niet Mattías, maar Brenn die Nesta als eerste vond

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het was niet Mattías, maar Brenn die Nesta als eerste vond. Ze had het meisje vloekend horen voorbijkomen en was met moeite rechtgekrabbeld van het graf van haar vriend.

Toen Mattías de heks zag staan, besloot hij het tweetal alleen te laten. Hij vond Idris een eindje verderop en hield samen met hem de wacht over hun drie emotionele metgezellen.

Brenn stond trillend tegen een boom, lijkbleek, met opgedroogd bloed aan de wonde in haar wang en blauwe plekken verspreid overheen haar hele lichaam. Ze had haar best gedaan om de tranen en de aarde van haar gezicht en haar kleren te krijgen, maar ze was er niet helemaal in geslaagd.

Nesta was met alle kracht die ze in zich had tegen een boom aan het slaan.

'Je gaat je vingers,' Brenn zuchtte vermoeid, terwijl een golf van misselijkheid door haar lichaam trok, 'breken zo.'

'Kan me niet schelen! Kan me-' Nesta ademde scherp in en sloot haar ogen. 'Kan me niet schelen.'

'Boos op je-'

'Mama. Mamaheeftalleenmaarleugenslopenvertellennetzoalsjijgezegdhadendatisecht... dat is echt niet oké.' Ze sloeg nog eens met haar vuist hard tegen de stam. Meteen trok ze haar hand terug en schudde ze hem met open vingers in de lucht.

Brenn trok een wenkbrauw op, maar Nesta zag het niet.

Het meisje ademde hoog in. 'Ze is een leugenaar. Een vuile, vuile leugenaar. Meer valt er niet over te zeggen.'

De heks nam het meisje voor zich in zich op. Ze was gespierd op een brede maar slungelige manier, zoals Avélie dat op die leeftijd ook was geweest. Haar bruine haar zat in een vlecht, maar er hingen overal lokken uit. Haar hoofd en nek waren rood aangelopen en ze had een kattige uitdrukking op haar gezicht.

'Waarover heeft ze gelogen?' Brenn had geen zin om Avélies gedrag goed te praten, maar Nesta had recht op de waarheid en niemand kon die beter vertellen dan zijzelf.

Nesta zwaaide wild met haar hand in de lucht. Ze dacht aan Ulvi's wilde geflapper en slikte een paar tranen weg. 'Over jou. Over zichzelf. Over de koningin der duisternis. Over de oorlog. Weet ik veel! Over alles. Ik geloof geen woord meer van wat ze ooit gezegd heeft.'

'Je hebt alle... alle recht, om daar... daar boos om...'

Nesta knikte furieus. 'Hoe moet ik weten of ze net de waarheid heeft verteld? Hoe moet ik weten dat ze geen nieuwe leugens heeft verzonnen, om het "beter" te maken? Vertrouwen, welk vertrouwen? Ze is mijn mama! Ik hoor haar te kunnen geloven.'

Een nieuwe klap tegen de boom volgde. En nog één. En nog één. Tot Nesta jammerde door het scheuren van haar huid. De tranen stroomden over haar gezicht. Ze maakte zichzelf wijs dat ze enkel huilde om haar paarse, gekneusde vingers.

Op de plaats waar het meisje de boom had geraakt, bleef een schroeiplek achter.

Brenn veegde met trillende handen het zweet van haar voorhoofd. 'Je hebt gelijk,' perste ze eruit.

Wraak der schaduwenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu