7

3.1K 207 64
                                    

De lichten in de zaal springen aan, door het felle licht knijp ik m'n ogen tot spleetje.

Ik kijk op, waarschijnlijk is het avond. Ik kijk links van me, ik zie nog net een dood lichaam van een agent om de hoek word versleept. Ik voel een golf van misselijkheid door me heen gaan. De agenten zijn er niet in geslaagd om ons te helpen.. Ik ga op de grond liggen, en sluit m'n ogen. Voordat ik het weet val ik in een diepe slaap.

~ Droom

Ik loop door een bos, het is donker maar ik blijf doorlopen. Een stem in m'n hoofd zegt dat ik rechtsaf moet slaan. Langzaam kijk ik rechts van me, waar ik licht zie. Ik besluit rechtsaf te gaan.

Ik loop over een grindpad, bij elke stap knarsten de steentjes onder m'n schoenzolen. Ik loop met stevig passen door, totdat ik bij het lichtje kom. Tot mijn grote verbazing, blijkt het enkel een klein kaarsje te zijn. Ik loop erheen, en kniel er bij neer. Net wanneer ik me wil omdraaien, hoor ik een zachte maar akelige stem. 'Je zal meer mensen verliezen, en uiteindelijk ook je hart' Ik hoor daarna een akelige gil..

~ Einde droom.

Ik schrik wakker, het is midden in de nacht. Ik zie niets, ik hoor niets. Ik voel een pijnlijke steek in m'n rug, door de harde vloer. Ik slaak een zuchte maar vermoeide zucht, en draai me op m'n andere zij. Langzaam vallen m'n ogen weer dicht.

- Volgende ochtend.

'Wakker worden! Jullie mogen je kinderen even zien!' hoor ik.

Moeizaam open ik m'n ogen, terwijl ik overeind ga zitten.

De ijzeren deur word geopent en over rennen kinderen naar hun ouders, ik zie alleen Saar niet. Ik sta op, en loop met snelle passen richting de ijzeren deur. Als ik om de hoek kijk, zie ik een meishe in elkaar gedoken in de hoek.

'Saar?' vraag ik zachtjes, terwijl ik langzaam naar haar toeloop.

Geen antwoord.

Ik buk bij haar neer, en draai haar gezicht naar me toe.

Ik schrik wanneer haar gezicht zie, haar hele gezicht is deels blauw maar vooral wit. Ik voel hoe m'n onderlip begint te trillen van verdriet en woede.

Ik druk haar stevig tegen me aan, en fluister dat goed komt.

'Wie heeft dit gedaan?' vraag ik.

'Papa' antwoord ze fluisterend.

Er gaat een golf van misselijkheid door me heen, ik sta op en krijg kokhalsneigingen. Leon maakt me misselijk, ik walg van hem.

Ik geef Saar en lange knuffel en daarna een kusje op haar voorhoofd.

'Het komt goed, dat beloof ik' zeg ik, terwijl ik opsta en ruimte uitloop.

Warme zoute tranen biggelen over m'n naar beneden, het doet pijn om Saar zo te zien. Het ergste is nog wel, dat ik er niets aan kan doen. Saar sluit zich af van me, toen ik haar naam zei reageerde ze niet eens. Ik zag haar angst, ik voelde haar angst.

Ik loop met stevige passen tussen de knuffelende ouders en kinderen door, ik zoek met samengeknepen ogen naar Leon.

Wanneer ik hem zie, word mijn dwang om hem van kant te maken nog groter. Ik loop naar hem toe, terwijl hij met z'n rug naar me toe staat. Ik geef hem een harde duw, waardoor hij verbaast naar voren struikelt.

'Hoe durf je' sis ik.

Ik word plotseling vastgepakt en aan de andere kant van ruimte gezet. Ik word met een hand vastgebonden aan een ijzeren paal. Het liefst had ik Leon helemaal verminkt, zoals hij bij Saar deed. Bij mijn Saar.

Ik zit op de ijskoude vloer, ik sluit m'n ogen. Voor heel even denk ik aan niets, ik voel niets, proef niets, ruik niets. Het enige wat wel aanwezig is, zijn stemmen van huilende kinderen en hun ouders omdat de kinderen weer van hun moeten worden gescheiden. Na een tijdje open ik m'n ogen.

Heeft het leven nog wel zin? Ben ik het uberhaupt nog wel waard om te leven? Zou dit allemaal over zijn, als ik er niet meer ben? Zouden mensen me missen? Wat zou Sunny van me denken?

Misschien vind Sunny me wel heel zwak, omdat ik niet doorvecht voor m'n leven. Voor mijn gevoel, heeft het geen nut meer om te leven. De droom, die ik heb gehad leek zo echt. Het is alsof die droom op me wacht, en dat ik dan sterf. Zet zoals die akelige stem toen zei.

'Je zal meer mensen verliezen, en uiteindelijk ook je hart'

Dat was de zin, die me aan het denken heeft gezet.

Zo'n krachtige zin, die de dood betekent.

Zal ik echt mensen verliezen? Wie zal ik dan verliezen?  Saar? M'n moeder die in een afkik kliniek zit? De mensen die hier net zoals mij vastzitten?

Ik schud wild m'n hoofd, alsof ik op die manier al die gedachtes vergeet.

Ik bijt op m'n onderlip, terwijl ik voor me uitstaar.

Na lang nadenken, dringt het tot me door.

Al deze ellende, pijn, woede, verdriet heb ik gewoon allemaal zelf veroorzaakt. Ik help alle mensen die hier zitten, in mijn leven. In een gevangenis.

Ik weet zeker dat ik hiervoor zal boeten, hoe dan ook. Ik vraag me af, op welke manier? Zal ik weer iemand verliezen? Zal ik meer pijn krijgen, totdat ik het niet meer aankan en het opgeef? Of word het het einde voor mij, en word mijn hart gestopt.. Voor altijd..

--------------
Bedankt voor de leuke comments!❤️

Opgesloten 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu