26

1.4K 97 17
                                    

Ik sta op, terwijl de tranen nog steeds over mijn wangen vloeien. Ik voel een pijnlijke steek door mijn borstkast schieten, voor mij een teken van verdriet. Ik laat mijn blik voor de laatste keer op Saar vallen, en sluit daarna voor heel even mijn ogen.

- Flashback

'Mama! Kijk wat ik heb gevonden! Een rups!' hoor ik Saar  zeggen, terwijl ze aankomt rennen op haar slippers. Trots  steekt ze haar rechterarm uit waar een rups overheen kruipt. 'Wow wat gaaf' zeg ik lachend. 'Ik heb hem al een naam gegeven!' zegt Saar glimlachend.

'Vertel, hoe heet de rups?'

'Vlinder'

'Vlinder?'

'Ja want hij word later een vlinder, net zoals mij!'

'Sinds wanneer ben jij een vlinder dan?'  grinnik ik.

'Sinds ik uit joun buik kom mama! Want rupsen gaan in een soort huisje en dan worden ze een vlinder. Ik was een mini baby'tje en nu een hééééle grote meid' antwoord Saar.

'Dat is waar, leg de rups nu maar terug in de bosjes. Want wij gaan koekjes bakken samen!'

'Koekjes bakken!' krijst Saar van vreugde.

- Einde flashback

Ik open mijn ogen, en loop weg van Saar. Ik vind het moeilijk, logisch natuurlijk want niemand wil zijn of haar kind achterlaten. Ik loop voor mijn gevoel uren lang, en god mag weten waar naar toe.

Na voor mijn gevoel 4 uur te hebben gelopen, zie ik in de verte een weg. Ik loop met stevige passen door, terwijl ik het geweer nog steeds vasthoud. Wanneer ik bij de lange weg aankom, besluit ik te liften. Ik steek een duim op, terwijl ik ondertussen alvast een kant op loop. Nergens zijn auto's te bekennen, en dus laat ik mijn arm zakken. Zwijgend loop ik over de weg, terwijl ik afentoe tegen een steentje aantrap. Het beeld van Saar blijft in mijn hoofd rond spoken. Ik probeer de gedachten van me af te schudden, maar niets helpt. Opeens hoor ik een auto, ik kijk. Ik zie in de verte een witte auto aan komen rijden. Ik besluit midden op de weg te staan, want niemand zal stoppen vrijwillig stoppen voor een vrouw met een geweer in haar hand. De auto stopt met piepende remmen. Ik probeer vriendelijk te lachen naar de mannelijke bestuurder, om niet bedreigend over te komen. Ik loop naar de auto toe, terwijl het raampje langzaam omlaag gaat.

'Can I help you?' vraagt de man, hij klinkt licht nerveus maar dat snap ik.

'Yes, can you bring me to place where I can sleep or something? I have no money, but-'

'No problem, but I think you have to leave your weapon here' onderbreekt hij me.

Ik twijfel even.

'Okay' zeg ik uiteindelijk en gooi het geweer de bosjes in.

Ik stap in naast de man.

'Where are you from?' vraagt hij, terwijl hij begint met rijden.

'The Netherlands'

'What are you doing here in the woods?'

'That's a long story' zucht ik.

'You don't have to tell me, if you don't want to. I think it's not a good story'

'Why does you think that?'

'Because you have blood on your shirt and hands'

Nu pas besef ik dat ik Saar heb vastgehouden terwijl ze bloedde. Heel even vraag ik me af, of deze man wel goed snik ik. Puur om het feit dat hij iemand mee laat rijden die bloed op zich heeft en een geweer vast heeft.

Opgesloten 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu