Wanneer ik de vergaderzaal ben uitgelopen, loop ik regelrecht naar de kelder. Ik ren de trap af, en sla boos tegen de muur. Ik raak gefrustreerd bij het idee, dat ik kinderen mentaal kapot ga maken. Ze maken hetzelfde mee als mij, ze zullen sterven of worden ontvoerd. Normaal vermoord ik geen kinderen, en ik weet niet eens of ik dat wel kan. Ik moet wel, dat ik mijn taak. Dit is mijn leven, niets anders dan bloed en dode mensen. Ik gooi de kamerdeur open, en zie Saar die naar haar versleten knuffel staart. Ik besluit haar niets te vragen, waarschijnlijk zit ze zoals gewoon even in haar gedachten verzonken. Ik loop naar de badkamer, en gooi water in m'n gezicht. Ik dep m'n gezicht weer droog met een handdoek. Ik loop de kamer weer ik, en loop naar Saar. Ik slaak een diepe zucht, en ga op haar bed zitten. Ze reageert direct en kijkt me aan. 'Is er iets mam?' vraagt ze, wanneer ze ziet onrustig heen en weer schuif. 'Ja' antwoord ik, en bijt direct op m'n onderlip. Vragend blijft Saar me aankijken. 'Nou ga je het nog vertellen?' vraagt ze nu een beetje ongeduldig. 'Je gaat binnenkort mee op een missie' zeg ik, en kijk haar strak aan. 'Zijn dat die momenten dat je soms weg moet? Mag ik dan nu mee? Mag ik dan ook vaak naar buiten?' vraagt ze direct, en begint opgewonden op het bed te stuiteren. 'Jij moet ook dingen doen' zeg ik, terwijl een brok in m'n keel zich vormt.
'Dingen doen?'
Ik knik.
'Mam, doe nou niet zo stom. Zeg gewoon wat er is'
'Je moet mensen vermoorden, daarom moet ik je trainen zodat je tot dat in staat bent. Ik snap het heus wel dat je dit niet wil e-'
'Mensen vermoorden?' onderbreekt ze me.
Ik knik voorzichtig, wetend dat ik dit niet zo makkelijk had moeten zeggen.
'Is dat wat je altijd deed, als je weg moest?'
Ik knik nogmaals, en direct krijg ik een duw tegen m'n ribben van Saar.
'Je bent een moordenaar' fluistert Saar.
'Ik kan niet anders' antwoord ik zo kalm mogelijk.
'Je mag mensen geen pijn doen mama'
Ik voel hoe een steek door me heen gaat. Ze heeft blijkbaar geen idee wat hier allemaal speelt.
Ik sta op, en loop zwijgend de kamer uit.
'Lafaard!' roept Saar me boos na.
Ik gooi de deur met een harde klap dicht, en ren de keldertrap op. Tranen vullen mijn ogen, en voordat ik het weet stromen ze als rivieren over m'n wangen. Ik word verbaast nagekeken door sommige leden, ik negeer het en ren door. Ik ren nog een trap op, op zoek naar Leon. Ik ren door de grote hal, en klop op de een kamerdeur. Direct word de deur geopend en staat Leon voor me. 'Saar gaat niet mee op een missie dit kan ze niet aan, we kunnen dit ook zonder haar' zeg ik boos, terwijl ik dreigend voor hem ga staan. 'Zonder Saar kan de missie niet doorgaan, dit is belangrijk Stacey dat weet je donders goed. We zijn meer teamleden nodig, we moeten onze bende groter maken en stand kunnen houden tegen Blue'
Ik kijk hem boos aan.
'Wij hebben anders ook veel teamleden van Blue vermoord' kaats ik terug.
'Blue word sterk, binnenkort zal er een oorlog uitbreken. We moeten daarom snel naar Nederland en nieuwe leden verzamelen'
'We kunnen ook wachten, Blue zal niet zomaar ons terrein betreden'
'Dat zullen ze wel, wanneer ze de kans krijgen. Stacey luister, Blue is de grootste bende hier in Engeland, ze krijgen steun van neven en andere familieleden uit Canada. Wij kunnen dit niet aan als we niet snel nieuwe leden krijgen'
Daar had Leon een punt, er is veel gebeurt in de afgelopen 5 jaar. Er is een grote bende ontstaan genaamd Blue, Door handel heeft onze bende nu problemen met Blue. Er zijn nog veel meer bendes ontstaat, over de hele wereld. Een deel van Blue is Nederlands, waaronder de leiders. Wij zijn één van de gevaarlijkste bendes, alleen de Blue's zijn niet bang voor ons omdat ze ongeveer 30 man meer hebben. Ze zijn slim maar vooral sluw, daarom moeten we oppassen.
Ik kijk Leon zwijgend aan, en draai me om wetend dat ik Leon niet op andere gedachten kan brengen.
'Saar zal alleen voor de afleiding zorgen' hoor ik hem roepen.
Ik negeer het, en loop de trap af.
Ik baal boos m'n vuisten, terwijl ik diep door m'n neus inadem. Wanneer ik in de hal sta, komt Dennis naar me toe. 'Stacey, Blue is op ons gebied gezien' zegt Dennis nerveus. 'Blue? Wanneer? Met hoeveel man waren ze?' vraag ik terwijl ik met grote passen naar het raam loop in de keuken.
'Een paar minuten geleden, ze zijn direct vertrokken nadat ze ons zagen. Waarschijnlijk waren ze met 6 man, hooguit 10'
'Ga naar Leon, vertel het hem. Zeg dat we dringend naar Nederland moeten voor die school, anders zal Blue binnenkort weer terugkomen'
Dennis knikt, en loopt weg.
Ik tuur uit het raam, maar zie niets opvallends. Ik bijt op m'n onderlip, het gevoel is dubbel. Ik wil geen kinderen ontvoeren, maar we zijn nieuwe leden nodig. We kunnen geen Engelse kinderen halen, ookal was dat makkelijker geweest. Omdat Leon niet van plan is om Engels te spreken, en mensen zullen ons herkennen door tv. Ik ben inmiddels tientallen keren op tv verschenen, alleen vanwege moorden en overvallen op supermarkten.
Net wanneer ik me wil omdraaien en weglopen, komt Dennis hijgend de keuken binnen.
'Stacey, verstop Saar. Blue is op ons terrein met een grote groep'
'Verzamel alle leden in de hal, zorg dat ze hun beste wapen hebben' zeg ik, terwijl ik de keuken uitloop.
Ik ren door de hal, de trap af. Ik stop m'n kamer, en gooi de kamerdeur open. Saar zit met een sip gezichtje op het bed. 'Saar ga onder het bed, en maak geen geluid' zeg ik. Saar zegt niets en blijft zitten. 'Saar luister naar me, dit kan verkeerd aflopen begrepen? Dus doe wat ik zeg, en ga onder het bed' zeg ik ongeduldig. Saar gehoorzaamt, en kruipt onder het bed. Ik ren de kamer weer uit, en doe die op slot. Ik ren de keldertrap op, bots bijna tegen Victoria aan. 'Victoria, pak je wapen en kom naar de hal' zeg ik, terwijl ik langs haar de trap op ren. 'Waarom?' hoor ik haar vragen. 'Blue is er' antwoord ik snel. Het staat vol in de hal met leden van de bende. Ik duw ze allemaal ruw aan de kant, en loop naar een apart kamertje. Ik pakt een pistool uit een lade, en loop de hal weer in. Ik loop naar Dennis die bovenaan de trap staat. Wanneer hij me ziet, maakt hij een gebaar dat ik voorop mag. 'Iedereen stil' brult Leon boven iedereen uit. Gelijk stopt iedereen met praten en kijkt hem afwachtend aan. 'Volg Stacey, en onthoud laat ze niet ontsnappen. Als je de kans krijgt, dat schiet je voordat hun dat doen' schreeuwt hij. Ik gooi de deur open, en direct ren ik met een grote groep het lege terrein op. Ik stop met lopen, wanneer ik in de verte Blue zie aankomen. Ik maak een gebaar dat iedereen moet blijven staan. Ik loop 5 meter verder, en stop dan ook. Ik haal diep adem, en kijk afwachtend naar de groep tegenover me. Ik hoor hun leider wat schreeuwen, wat ik niet kan verstaan. Ik kijk naar de groep, waaronder Stefan en Dennis. Dennis geeft me een bemoedigend knikje. Ik draai me om naar Blue die nu nog maar 30 meter van ons verwijderd zijn. Hun leider Bruce geeft hun een stopteken. Wanneer Bruce mij ziet, begint hij spottend te lachen. 'Kijk is wie we daar hebben, Stacey' grijnst hij. 'Bruce' zeg ik bot. Hij komt dichterbij maar stopt 10 meter voor me. 'Wat doe je op dit terrein?' vraag ik, terwijl zo kalm mogelijk probeer te klinken. 'We komen ons geld ophalen' antwoord hij.
'Wij hebben onze schulden allang aan jullie afbetaald'
'We missen nog 50.000 euro'
'We hebben gezegd dat we vanzelf kwamen brengen'
'Mijn geduld is op, Stacey geef het geld'
'We hebben het nog niet'
'Dan doen we het anders'
Hij maakt een gebaar naar zijn bende, en direct komen er wapen te voorschijn. Ik loop naar achteren, en haal m'n wapen uit m'n jas. 'Vuur!' hoor ik Bruce schreeuwen. Direct worden en schoten gelost, en breekt de hel los.
JE LEEST
Opgesloten 2
AdventureVoordat je verder gaat met lezen, is het handig om 'Opgesloten' te hebben gelezen. Wanneer je dat boek hebt gelezen, zul je dit boek makkelijker snappen. ------------------------- Na die verschrikkelijke ervaring, heeft Stacey haar leven langzaam w...