23

2.2K 150 39
                                    

Ik trap om me heen, terwijl mijn pistool uit m'n handen word geslagen. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe Victoria op de grond word gegooid. 'Victoria!' schreeuw ik in paniek. Wat ik ook doe, niets helpt. Ik word ruw vastgepakt, ik begin nu nog meer in paniek te raken. Wat willen ze? Waarom moeten ze mij hebben? Ik duw de man die mijn arm stevig vasthoud met al m'n kracht aan de kant, met succes want hij komt met een harde klap tegen de muur aan. Ik ren de kamer uit, en kijk links er rechts van me. Overal staan mannen in blauwe pakken die verschillende mensen vasthouden. Ik ren de trap op, terwijl ik meerdere voetstappen achter me hoor. Ik ontwijk de mannen die me vast proberen te pakken. Net wanneer ik door de achterdeur naar buiten wil rennen, word ik met een klap tegen de muur gedrukt. Ik kijk recht in de ogen van Bruce. Zonder wat te zeggen, draait hij met een snelle beweging mijn arm op m'n rug. Ik slaak een pijnlijk kreet, wanneer hij mijn arm omhoog duwt op m'n rug. 'Laat me los' sis ik, terwijl ik. Bruce antwoord niet maar duwt me naar de voordeur, gevolgd door meerdere leden. Ik krijg touw om m'n polsen, en word achterin een busje geduwd. Ik kijk naast me waar meerdere leden van onze bende zitten, waaronder Stefan en Victoria. 'Wat is dit?' sis ik, zodat de bestuurders van het busje het niet kunnen horen. Stefan staart me met een lege blik aan, en haalt vervolgens zijn schouders op. Ik hoor hoe de motor word gestart, en we wegrijden. Machteloos tuur ik uit het raam. Het enige wat ik zie zijn bomen, en hoog gras. Ik slaak een diepe zucht.

Na ongeveer 40 minuten, remt het busje. Nieuwsgierig wacht ik af. De deuren worden opengegooid en ik word met een klap tegen de kiezelstenen op de grond gewerkt. Ik voel hoe de touwen rondom m'n polsen worden losgemaakt. Ik word omhoog getrokken, en word door twee man een groot gebouw in geduwd. Wanneer ik binnen ben, word ik direct naar een soort cel gebracht. Ik probeer me nog los te trekken, zonder succes. Ik word in de cel geduwd. De deur word met een harde klap dicht gedaan. Ik ijsbeer van links naar rechts. Ik stop wanneer ik een bekende stem hoor. Ik hoor het bekende gejammer van Saar. Ik kijk tussen de tralies door, maar zie alleen maar vage schaduwen. Ik begin uit paniek te schreeuwen, 'Saar?'. Geen antwoord. Ik begin aan de tralies te trekken, maar er komt geen enkele beweging in. Ik ga zitten, en hoop op een enkel teken van Saar. Dat ze oké is. Helaas hoor ik niets meer, ik hoor gefluister vanuit de verte. Ik begin weer te schreeuwen. 'Hallo?' zoals ik al dacht, krijg ik geen antwoord. Ik slaak een diepe zucht, en kijk naar de andere cellen. Overal zitten mensen, maar ze zeggen niets. De meeste staren me emotieloos aan, en anderen kijk zwijgend naar de grond. Ik sta op, en geef een flinke trap tegen de ijzeren deur aan. Er komt geen enkele beweging in, zoals ik al had gedacht. Ik loop zwijgend langs de tralies, en kijk soms naar de andere gevangenen. 'Denk Stacey' fluister ik hardop tegen mezelf. Ik kijk rond naar de cellen rondom me, nergens zie ik het bekende gezicht van Victoria of Stefan. Ik stop met lopen, wanneer ik voetstappen hoor. Ze komen steeds dichterbij. Ik probeer te kijken wie eraan komt, en tot mijn grote schrik komt er een gevangene schreeuwend voor me staan. 'We gaan allemaal dood, De duivel zal onze ziel overnemen. We zijn in de hel, ze hebben mensen boven vermoord ik heb het zelf gezien' krijst hij. Hij kijkt iedereen inclusief mijn aan, hij heeft een bange maar te gelijk een verwarrende blik in zijn ogen. 'Doe is rustig? Hoe kom je hier?' sis ik. Hij draait zich met een ruk om, zodat hij me recht aan kan kijken. 'Ik ben ontsnapt, we zaten met z'n allen in een arena. We hoorden schoten, om me heen vielen ze allemaal dood. Ik ben over de muur van de arena geklommen' sist hij zenuwachtig. Opeens begint er een rood licht te branden bij elke cel, nog geen seconde later gaat er een alarm af. 'Fuck, de camera's hebben me gezien' schreeuwt hij in paniek. Met een krakend geluid gaat er deur open, en binnen een paar seconden worden er schoten gelost op de ontsnapte gevangen. Hij valt op de grond, en er zit geen beweging meer in. Ik deins geschrokken achteruit. Er verschijnen verschillende mannen voor m'n cel die de dode man optillen en wegbrengen. Ik hoor harde stem. 'Ga dat bloed opruimen!' hoor ik. Er komt een meisje met een emmer en een doek aangelopen. Ze gaat naast de plas bloed op haar knieën zitten, en begint met het schoonmaken van de plas bloed. Ik loop met snelle passen naar de tralies. 'Hey' fluister ik. Het meisje negeert me, en gaat verder met het schoonmaken. 'Hoe heet je?' vraag ik, terwijl ik ga zitten. Het meisje kijkt me even nors aan, maar blijft me negeren. Ik slaak een zucht wanneer ze de doek weer in de emmer doet, en vervolgens wegloopt. Ik vloek zachtjes, terwijl ik met mijn vuist op de grond sla.

Uren, dagen, weken.. Het gaat allemaal zo traag voorbij, en nog steeds zit ik hier. Het idee dat ik machteloos ben, maakt me gek. Ik kan niets. Elke dag hetzelfde. Elke dag een stukje brood met water, elke dag moet ik aanzien hoe mensen hier lijden. Ikzelf, probeer hier nog steeds uit te komen. Saar heb ik nog steeds niet gezien, ik heb haar enkel een paar keer horen schreeuwen van pijn. De laatste dagen heb ik niets meer gehoord. Ik hoop dat ze nog leeft, maar een deel van mijn gedachten zegt van niet. Ik blijf hopen, maar ik geloof er niet meer in. Van Victoria en Stefan heb ik niets meer gehoord, van niemand eigenlijk. Ik zit elke dag zwijgend voor me uit te staren, terwijl er soms mannen langs lopen. Ik word uit m'n gedachten gehaald door mijn celdeur die na weken voor het eerst weer opengaat. Ik word opgetild en mee genomen. Ik loop langs verschillende cellen, er worden verschrikkelijk dingen geroep. 'Ze zullen je laten rotten' hoor ik een oudere vrouw roepen. Ik zwijg, en verdwijn met de mannen door een grote deur. Ik word naar voren geduwd, richting een andere deur. Ik open de deur, en kom te recht in een grote open ruimte. Aan de zijkant is tralies waar mannen met geweren achterstaan. In de ruimte staan naar schatting zo'n 100 man.. Ik herken Victoria die verderop op de grond zit. Ik haast me naar haar toe, en hurk bij haar neer. 'Victoria' fluister ik. Ze kijkt me emotieloos aan. 'We gaan hieruit komen, kom' zeg ik, terwijl ik een gebaar maak dat ze op moet staan. Ze blijft zitten, en blijft me aanstaren. 'Het heeft geen nut meer Stacey' zucht ze, terwijl er enkele tranen over haar wangen rollen. Ik kijk haar vragend aan. 'We gaan dood Stacey, we gaan hier niet uitkomen' zegt ze, terwijl de tranen nu in watervallen over haar wangen rollen. Ik kijk haar strak aan. Opeens klinkt er geluid vanuit een speaker. 'Welkom in de arena' luid het. Ik versteen direct, terwijl ik terugdenk aan de man van weken geleden. Hij zei wat over een arena. Ik herinner m'n woorden, en snap dan pas wat Victoria bedoelt. Ik kijk naar de tralies waar mannen met geweren achterstaan. Ik zie verderop een muur, waar waarschijnlijk die man over was ontsnapt. Ik hoor de bekende stem van Bruce achter de tralies vandaan komen. 'Sorry Stacey, je bent alles verloren' lacht hij. Ik schud langzaam mijn hoofd, en kijk hem strak aan.

'Ik geef me niet zomaar over'

'Ook niet als je weet Saar allang vermoord is?'

'Je liegt'

Ik kijk hem recht aan, zoekend naar een teken in zijn ogen dat hij liegt. Ik zie een lichte glinstering in zijn ogen. Ik kan zijn blik niet goed plaatsen, niet wetend of hij de waarheid spreekt. Ergens geloof ik hem, maar ik wil het niet geloven. 'Dat kan niet' sis ik. Ik draai me weg van hem, en net wanneer ik nog wat wil roepen hoor ik schoten. Voor mij een teken om te rennen. Ik ontwijk gillende mensen, en ren naar de muur. Ik voel hoe m'n hartslag omhoog gaat, terwijl ik nog harder begin te rennen. Ik ren naar de muur, die voor mijn idee veelste hoog is. Ik spring zo hoog ik kan, om de bovenkant van de muur te kunnen bereiken met m'n handen. Ik weet dat de tijd dringt, dus dat ik weinig tijd heb. Na meerdere pogingen, kom ik over de muur heen. Met veel moeite laat ik me zakken, terwijl ik nog steeds gehuil hoor vanuit de arena. Ik zie meerdere deuren, ik probeer ze allemaal open te maken. Allemaal op slot. Ik sla gefrustreerd op de deuren. Opeens gaat er één van de deuren open, en staat Bruce voor me. 'Ik wist dat je zou ontsnappen' grijnst hij. Hij haalt uit, en raakt met zijn vuist m'n hoofd. Binnen enkele seconden, word het zwart voor m'n ogen.


__________________________________________________________

SORRYYYYYYYYYY. Ik weet dat ik 2 maanden niet heb geupload :(. Ik ga proberen veeeel vaker te uploaden, maar wegens bepaalde omstandigheden gaat het soms moeilijk. Maar ik had niet gedacht dat het 2 maanden zou duren voordat ik weer zou uploaden. Ik waardeer jullie leuke reactie's echt heel erg, en ik probeer op zoveel mogelijk berichtjes ook te antwoorden. :)

Opgesloten 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu