deel 2.8

212 12 6
                                    

Pov: matthyas

Ik ben met het meisje even ergens mij een rustige plek gaan staan. Ik weet niet wat ik nu moet doen. Ik kan haar niet adopteren. Dat gaat gwn niet. Ik ben 16- ik bedoel 17, en ik kan niet nu al voor een kind zorgen terwijl ik zelf nog bij jeugdzorg zit. Dat is gwn ronduit onmogelijk. Ik zucht en pak mijn telefoon. "Nee Nee niet bellen" zegt ze bang. Ik schrik en pak haar vast en leg haar op mijn heupen. "Nee schat ik bel even naar andere mensen die mij kunnen helpen goed?" Vraag ik. Ze knikt zacht en legt haar hoofd op mijn schouder. Ik glimlach en bel frank.

"Matthy! Waar ben je?" Vraagt frank gelijk bezorgt. Ik denk dat hij me al wilde bellen. "Nog dicht bij dat eettentje" zeg ik. "Wat doe je nog helemaal daar? Paniekaanval gehad?" Vraagt hij gelijk gestrest. Ik lach om het idee dat ze zo bezorgt zijn. "Nee maar wel een ander probleem, ik loop wel naar jullie toe want hier is het te druk" zeg ik zacht. "Ja is goed, wij zijn buiten de stad. Weet je dat te vinden?" Vraagt frank. "Ja denk 't" zeg ik. "Oke tot zo" zegt frank. "Tot zo" zeg ik waarna ik ophang. Pff dat word dus lopen.

Ik loop met het meisje aan mijn armen die volgens mij inslaap is gevallen. Ik ben er bijna. Mijn hart zit in mijn keel. Ik heb geen idee hoe de jongens gaan reageren, en vooral frank. Maar ik voel aan mezelf dat ik dit meisje moet helpen. Ik zie een beetje mezelf toen ik jong was. Onschuldig, klein mensje die niet echt wist wat die nou moest doen.

-

Ik zie de jongens staan. Ze zitten tegen elkaar te praten. Zouden ze allemaal zorgen om mij hebben gemaakt? Niet dat ik dat denk, maar dat zou ik dan wel.. lief vinden? Geen idee. Hoe dichter ik tot de jongens en frank kom, hoe zenuwachtiger ik word. Het meisje ligt ook nogsteeds te slapen. Volgens mij had ze die slaap wel nodig. Als ik er bijna ben ziet iedereen me al aankomen. Hun gezichten spreken 1000 woorden. 'Hoe kom je aan dat kind?', 'waarom was je opeens gestopt?', 'wat is er in die tijd gebeurt?'. Zoveel vragen die ik waarschijnlijk wel allemaal op me af ga krijgen.

"Matt? Hoe tf kom je aan dat kind?" Vraagt frank. Ik doe een vinger voor mijn mond met de gezegde dat hij stil moet zijn. Hij knikt, maar kijkt dan wel weer met een blik zovan 'en?'. Ik zucht.

"Ik was aan het lopen en toen voelde ik kleine handjes op mijn benen waardoor ik stopte. Ik zag toen haar staan en ze durfde nog niet te kijken. Ook zag ik een man met capuchon op naar ons toe lopen en uhm" Ik vind het moeilijk om uit te leggen. Maar milo begint al gelijk dingen te denken. "Had die je geslagen? Jonge ik sla hem 10 keer zo hard terug voor je" zegt hij. "Milo" zegt frank. "Nee uhm, hij zag dat ik bij dit meisje stond en liep toen weg. Ik vroeg aan haar wat er is gebeurt en zei zij dat die man haar volgde" zeg ik. De jongens knikken, volgen tot nu toe het verhaal nog wel. "En toen vroeg ik dus waar haar ouders zijn en ze zij 'boven', dus ik zei 'bedoel je boven in je huis?'. Maar ze wees toen naar de lucht en zij 'Nee ik zie ze daar'. Dus haar o-ouders zijn dood" zeg ik stotterend.

De jongens kijken elkaar aan. Niet wistend wat ze moesten zeggen. "Oke, en heb je nog meer wat er gebeurde matthy? Je verteld het trouwens echt goed jongen" zegt hij, met een gezicht van trots. Dat doet mij goed. "Uhm ja, ik zei dat ik haar denk ik naar het pleeggezin moest brengen maar ze zei gelijk Nee omdat ze daar haar pleegouders heeft ontmoet die niet lief waren dus liep ze weg" zeg ik.

Ik voel een hoofdje die schud. "Nee zij mij slaan, dus niet lief" zegt een zacht en gebroken stem vanuit mijn schouder. Frank kijkt even goed naar het meisje die ook al haar hoofd omhoog doet maar al gauw op mijn borst legt door alle mensen. "Hey meis" zegt frank. Het meisje houdt mij voor haar leven vast. "Nou ik denk ook niet dat dat kan, nooit dat ze jou los gaat laten" lacht frank zacht, die er blijkbaar nu nog geen probleem mee lijkt te hebben. Maar we moeten wel wat verzinnen, en snel ook.

Pov: frank

We zijn weer terug aan het lopen naar huis, met dat meisje die naar matthy is gelopen. Ik weet niet echt wat ik er mee moet maar ik weet wel dat ik en mijn vriend Jonathan graag een kind willen.
Ik heb de jongens ook nog niet verteld dat ik een vriend heb en dat ik überhaupt homo ben. Maar ik denk dat dit een goed moment is dat ze erachter komen. Ik kan ook niet anders. Als we thuis zijn aangekomen gaan ik en de jongens op de bank zitten terwijl het meisje iets kijkt op de telefoon van matt

"Oke jongens, ik moet jullie nu iets vertellen" begin ik. Ze kijken me eerst heel raar aan en dan knikken ze. "Ik heb een relatie" zeg ik. Ze kijken gelijk blij. "Frank dat is geweldig" zegt raoul. Ik knik. "In dat verhaal wat ik 1 dag geleden zei, ik heb dus een man. Hij heet Jonathan. En wij willen al heel lang een kind" zeg ik. Ze knikken. "En ik denk dat jullie al wel kunnen raden waar ik heen wil" zeg ik. Ze knikken. "Maar dat meisje is zo gebroken frank, ze vertrouwd alleen matthyas tot nu toe" zegt robbie. Ik knik. "Ik ga Jonathan vragen of die morgen even wil komen. Vandaag moeten we gwn ervoor zorgen dat we haar pleegouders vinden en dat we haar gaan adopteren, en ik denk dat dat nog wel even kan duren" zegt frank. Iedereen knikt.

Pov: matthyas

Iedereen staat weer op en de meeste gaan huiswerk maken. Koen ook want die had werk gekregen. Frank is met robbie aan het praten want die wou praten ofzo. Dus nu zit ik alleen beneden met dat meisje. Ik weet nog niet eens hoe ze heet. Ik ben wel echt heel blij dat we haar kunnen helpen maar ik denk wel dat het moeilijk gaat worden, want die pleegouders gaan niet zomaar haar afnemen denk ik.

Ik zit op de bank een beetje voor me uit te staren als dat meisje naar me toe komt. Ik kijk haar aan en ze kijkt mij een beetje bang aan ofzo. "Wat is er meis?" Vraag ik. "Jij drietig?" Zegt ze. Ik lach een beetje. Gevoelig, dat is ze wel zeker. "Ik ben oké schat" zeg ik. Ze knikt en komt naast me zitten. "Hoe heet je schat? Dan kan ik je bij je naam noemen" zeg ik. "Sam" zegt ze zacht. Ik glimlach. "Dat is een prachtige naam" zeg ik. Ze knikt. "En u?" Vraagt ze. "Zeg maar je schat, en ik heet matthyas maar je mag me matt of matthy noemen" zeg ik. Ze knikt. "U ben ome matt"

~Als een moordenaar achter je aan zit, rennen jullie beide voor jou leven~

1230 woorden.

jeugdzorg // bankzitters Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu