Hoofdstuk 18: Biertje

155 9 0
                                    

De avond viel langzaam over Eindhoven, en de lucht was nog zacht van de nazomerhitte. Matthyas en Robbie hadden besloten om even de deur uit te gaan, de zwaarte van de afgelopen dagen van zich af te schudden en hun gedachten te verzetten. Het was Matthyas' idee geweest, een poging om een glimp van normaliteit terug te vinden in zijn chaotische leven. Ze zouden iets gaan drinken in de stad, niet te ver van Robbie's appartement, een plek waar ze zich nog veilig voelden.

Voor de buitenwereld leken ze gewoon twee vrienden die samen een biertje gingen drinken. Niets bijzonders, niets opvallends. Ze kleedden zich simpel—spijkerbroeken en T-shirts, zonder opsmuk—om zo weinig mogelijk aandacht te trekken. Matthyas had zijn gebruikelijke, iets te grote trui aan, een vertrouwd stuk kleding dat hem een gevoel van veiligheid gaf.

Ze liepen naast elkaar door de straten van Eindhoven, hun voetstappen synchroon op de klinkers, zonder elkaars handen vast te houden, maar wel dicht genoeg bij elkaar om de verbinding te voelen. Robbie bleef net iets dichterbij dan normaal, zijn schouder af en toe tegen die van Matthyas borstelend, als een stille belofte dat hij er was, dat hij niet zou vertrekken.

Het was een vreemde soort date, zonder de gebruikelijke signalen en zonder de openlijk romantische gebaren die je bij een stel zou verwachten. Toch was de spanning tussen hen voelbaar, de onderliggende gevoelens die steeds duidelijker werden, zelfs als ze die niet uitspraken. Robbie keek af en toe naar Matthyas, zijn ogen vol tedere zorg, terwijl Matthyas probeerde zich te ontspannen, al was het maar voor even.

Ze vonden een klein, rustig café op een hoek, weg van de drukte van de binnenstad. Het was precies de plek die ze nodig hadden—niet te veel mensen, niet te veel lawaai, maar net genoeg leven om hen te omringen zonder hen te overweldigen. Ze namen plaats aan een tafel bij het raam, waar ze het voorbijgaande leven op straat konden observeren.

Robbie bestelde een biertje voor zichzelf en een alcoholvrij drankje voor Matthyas. Hij wist dat Matthyas, in zijn fragiele staat, beter af was zonder alcohol op dit moment. Matthyas zei er niets van, hij accepteerde het zonder protest, wetend dat Robbie gelijk had. Het gaf hem een gevoel van veiligheid, dat Robbie voor hem dacht op momenten dat hij dat zelf niet kon.

De drankjes werden gebracht, en ze hieven hun glazen, een stille toast zonder woorden. Matthyas nam een slok en liet het koele vocht langs zijn keel glijden. Het voelde goed, verfrissend, alsof het even zijn zorgen wegspoelde, ook al wist hij dat die gevoelens maar tijdelijk waren.

Ze praatten over simpele dingen—de muziek, oude herinneringen, verhalen uit het verleden die hen lieten lachen. Het waren veilige onderwerpen, een manier om de zware gesprekken te vermijden die anders als een donderwolk boven hen zouden hangen. Robbie hield de sfeer luchtig, zijn stem zacht en geruststellend, terwijl hij Matthyas door de avond leidde.

Maar onder de oppervlakte voelde Matthyas de constante aanwezigheid van zijn verdriet. Raoul's bericht spookte nog steeds door zijn hoofd, een pijnlijke herinnering aan wat hij verloren had en wat hij probeerde te vergeten. Toch was er ook Robbie, die in zijn leven was gekomen op een manier die hij nooit had verwacht, en die nu alles was wat hij had om zich aan vast te houden.

Ze brachten uren door in dat café, omgeven door het zachte geroezemoes van andere gasten, de warme gloed van het licht dat door de ramen viel. Af en toe viel er een stilte tussen hen, maar die was niet ongemakkelijk—het was een stilte van begrip, van twee mensen die elkaars aanwezigheid genoeg vonden, zelfs zonder woorden.

Toen ze uiteindelijk weer de frisse avondlucht in stapten, voelde Matthyas zich iets lichter, alsof het gewicht op zijn schouders even was verminderd. De straten waren stiller nu, het geroezemoes van de stad was naar de achtergrond verdwenen, en de lucht voelde fris en rein aan. Ze liepen weer naast elkaar, hun schaduwen langgerekt door het straatlicht.

Matthyas keek opzij naar Robbie, die naar de grond keek terwijl ze liepen, zijn gezicht ontspannen maar gefocust. Het besef dat Robbie er altijd voor hem was, dat hij op hem kon leunen zonder oordeel, vulde hem met een warme, geruststellende zekerheid. Misschien was het niet de verliefdheid die hij had gekend met Raoul—het was anders, rustiger, veiliger. Maar het was iets dat hij nodig had, iets wat hem door de donkerste nachten heen zou helpen.

Op een gegeven moment, zonder er echt bij na te denken, liet Matthyas zijn hand naar Robbie's arm glijden, een lichte aanraking die net genoeg was om zijn aanwezigheid te bevestigen. Robbie keek op, een zachte glimlach speelde om zijn lippen, en hoewel hij niets zei, antwoordde hij door net iets dichter bij Matthyas te lopen.

Ze hoefden het niet hardop te zeggen, hoefden hun gevoelens niet in woorden te gieten. Voor nu was het genoeg om gewoon bij elkaar te zijn, om elkaar te steunen in de stilte van de nacht, door de straten van een stad die hen even hun zorgen had laten vergeten.

I can do it with a broken heart | MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu