Hoofdstuk 7

52 6 4
                                    

Julie kijkt op, ik zie haar weer trillen, haar ogen staren naar de lucht, en blijven staren, weer is het gebrul er, ik schrik en word doodsbenauwd, ik merk dat ineens de arena van zonnig naar de donkere nacht gaat, het gebeurt ineens, een truc van de spelmakers, wat is dit gilt Julie, wat is dit, julie word gek, nog even en ze pleegt zelfmoord in de de arena.
Het gebrul hoor ik weer, is iedereen in het oerwoud?, zijn de laatste 10 tributen in het oerwoud of in de woestijn, het lijkt me dat iedereen doodsbang in het oerwoud zit.
Ineens horen we gestamp, gestamp en gebrul tegelijkertijd, en het komt deze kant op.
Julie roep ik, Julie, het komt deze kant op, ik kijk om me heen naar een plek te verstoppen en de perfecte plek vind ik in de boom die zo'n 7 meter voor mijn neus ligt.
De boom roep ik, Julie rent snikkend naar de boom, en doodsbang en trillend ren ik haar achter na, het moet enorm zijn, ik hoor bomen vallen, gekraak, en planten die verdwijnen. Ik ben bij de boom aangekomen, heel groot is hij niet ik denk 7 meter en je kan klimmen tot 4/5 meter, ik begin te klimmen en hou een tempo aan, voet, hand,voet,hand. Inmiddels zit ik in een soort inham in de boom samen met Julie, door de bladeren heen zien we enkele schimmen van het oerwoud.
Ik knijp mijn ogen dicht en hou mijn tas stevig vast, mijn boog....
Mijn boog zeg ik hardop, het gestamp is bijna bij ons, en dan zie ik mijn boog onderaan de boom liggen, ik moet erheen, ik moet erheen voor dat dat afzichtelijke wezen het pakt.
Een enorme brul waarbij ik mijn handen tegen mijn oren druk galmt door de arena, en dan zie ik een afgrijselijk grote witte voet met drie lange tenen, en ijzeren nagels eraan, het lijkt wel op een.... De naam ligt op het puntje van mijn tong, een dinosaurus.....
Ik bekijk door de bladeren zijn lichaam, een lang lichaam groot gespierd met sterke korte poten, een lange staart die hij achter zich aan zeult, en een bek met 5 rijen scherpe tanden die elk levend wezen op de heel planeet kan doden.
Dit is een mulitant, ontworpen door het Capitool om tributen te doden of bang te maken, maar vooral het doden.
Ik tril van angst, ik hoor Julie zachtjes in haarzelf praten; ik wil niet dood, ik wil niet dood, ik wil niet dood.
Ze ziet haar dood in de ogen, bibberend klem ik mijn handen om de tas vol met spullen,
Het wezen blijft stil staan, en het liefst wil ik het uit gillen, als zijn poot in onze richting draait. Een enorme voet staat in de grond gedrukt, ik hoor hem brullen, en ik bijt op mijn lip, er stromen tranen over mijn wangen, ik denk aan hoe mijn familie mij zometeen ziet dood gaan op een afgrijselijke manier. Ik wil niet dood, ik ben te jong, ik moet terug voor mijn familie, getraumatiseerd of niet het moet....
Ik ben doodsbang en wil uithuilen, bij iemand waar ik veel van hou, maar ik zit in de arena, het Capitool wil ons gewoon dood hebben, en die ene winnaar heeft dan gewoon geluk.
Ik scheld binnensmonds, ik wil het hele Capitool uitmoorden, ik wil Snow vermoorden, ik wil het Capitool ten val brengen........
Die woorden dringen de hele tijd door in mijn hoofd.
Ik zie dat de lange witte poten voor de boomstam staan, ik draai heel voorzichtig mijn hoofd en kijk door de bladeren naar boven, daar kom ik oog in oog, met een echte dinosaurus maar dan moordlustiger, dodelijker, enger, groter.
Zijn grote oog, staart naar me alsof ik een hapje bij de thee ben, zijn pupillen worden groter en dan, zie ik dat zijn hoofd mijn kant op komt, hij opent zijn bek, en ik duik de boom uit, ik roep Julie, maak een koprol en kom hard terecht op de grond.
Ik sta voor de enorme voet van de dinosaurus en het is onbeschrijfelijk hoe bang ik nu ben, ik grijp naar mijn ijzeren boog, pak julie's hand en denk aan district 7.
Ik ben verlamd van angst, ik staar naar het enorme wezen dat mij gaat verslinden, maar Julie sleurt me mee, ik ren haar achterna terwijl de dinosaurus zijn tanden in de grond zet waar ik net stond.
Als ik 2 seconden langer was blijven staan was ik verslonden door dit wezen en was ik dood.
Ik denk niet na, ik ren achter Julie aan, terwijl het wezen zijn voeten steeds sneller begint te bewegen, het gromt, en de dood kijkt me in de ogen, ik huil, en zie het wezen boven mijn hoofd. Het laat zijn bek zien, en opent zijn mond, de rillingen schieten over mijn lichaam.
Ik ren door, en voel een enorm pijnlijke kras over mijn blote been gaan, ik schreeuw
3......
2......
1......
Daar laat ik de pijl vliegen, ik schiet het enorme beest in zijn oog, en daar komt het terecht, tegen een boom en brult.
Hij brult en schreeuwt, de dinosaurus wankelt, en ik schiet nog een pijl in de richting van zijn buik, maar hij valt niet, en dood is hij al helemaal niet.
Ik besluit een van de twee lange messen te gooien die ik heb, en die in zijn boet terecht komt, het wezen komt met een enorme klap neer waardoor ik naar de grond zak.
Wanneer ik overeind komt ren ik naar het brullende wezen toe, en begin met mijn mes wonden in zijn lichaam te maken, vooral in zijn buik.
Als een bezetenen moordenaar steek ik het wezen die gek genoeg niet tegen krabbelt maar alleen maar brult.
Na ik weet niet hoeveel steken houd het beest op met brullen en ga ik er van uit dat hij dood is, ik zit onder de bloedspetters en drink ik wat,  ik voel mijn eten bovenkomen, ik kokhals, en spuug al mijn eten uit, en blijf braken, gelukkig spuug ik niet over mijn kleren maar ik voel mijn lege maag.
Ik sta op, grijp naar mijn boog, en ga op zoek naar Julie,
Ik bekijk eerst zijn bek met mooie grote tanden, stel ik overleef dit geef ik dit aan mijn broertje, ik ga op zijn bek af, pak mijn mes, en zet hem tegen een van de tanden aan, ik snijd onder het tandvlees de wortels los, ik wiebel met de tand, en ik trek, ik zaag er een klein stukje af, en daar heb ik een dinosaurus tand.....
Ik ga hem aan hem geven, ik moet hem persoonlijk geven en anders moet Julie het doen, maar mijn broertje moet hem ontvangen na deze spelen.
Ik tril en de tranen stromen over mijn wangen, ik wrijf over mijn buik, en merk dat ik erg ben afgevallen, ik voel me slecht, ik voel me gewond bang verdrietig. Ik wik niet meer verder, ik wil weg gil ik, ik kan niet meer roep ik.
Een zware stem zegt, daar zorg ik wel voor.....
Ik schrik en recht voor mijn neus staat Devin de jongen uit district 1, ik heb een mes in hem gegooid om Julie te redden.
Ongeveer een week geleden was dat, de spelen begonnen precies een week geleden.
Kom maar met me mee zegt hij, ik sta niet op, wil je nu al dood roept hij??!
Ik schrik en sta op, wanneer ik de jongen heb bereikt, hij zet een mes in mijn rug, maar drukt niet, hij zet hem tegen mijn rug, een beweging die me niet aanstaat en ik druk door.
Het mes drukt hard in mijn rug en eerlijk gezegd ben ik echt bang, de dood heeft me al een paar keer in de ogen gestaan. Maar vermoord worden door een mens is toch wel het engste wat er bestaat.
We lopen door het oerwoud, met zweet op mijn voorhoofd loop ik snel door, nonchalant zeg ik zo dus jij gaat me doden, of hoe moet ik me dat voorstellen.
Niet bijdehand gaan doen hè? Antwoord hij, ik glimlach, je zult versteld staan, weet je waarom? Wij gaan helemaal niks doen dat doen jullie helemaal zelf, dat is het grappige aan dit verhaal.
Het Capitool zal smullen van deze spelen, ik schrik van zijn opmerkingen en loop weer door.
Uiteindelijk stoppen de enorme bomen, het groene gras en de felle zon, de rotsen en allerlei verschillende planten, het liefst wil ik wat drinken, ik ben helemaal uitgedroogd, als ik niet snel wat drink heeft Devin gelijk, maak ik er zelf een eind aan.
We komen aan bij een stenen afgrond, rotsen en steentjes bedekken de grond, tot mijn grote geluk zie ik Gyvayno Julie en Anne vastgebonden bij de klif staan, jongens roep ik ik zie een glimlach op hun gezichten verschijnen, Anne ziet er echt slecht uit integendeel tot Gyvayno. Ik wil op ze af gaan, maar het meisje uit 2 staat recht voor me met het zwaard voor mijn neus, ik staar naar de ijzeren punt.
Ze zegt:  lopen, ze pakt mijn handen zet ze op mijn rug, ze bind er een dwingend touw omheen wat enorm over mijn handen schuurt, het zit erg strak om mijn polsen.
Ik loop naar de klif en ik staar naar de afgrond, ik heb enorm hoogtevrees, ik moet even slikken en mijn spieren zijn allemaal gespannen, de klif is zo'n 100 meter stijl naar beneden, ik heb zo'n gevoel dat we moeten springen.
Daar beneden zie ik dikkere bomen, hogere bomen, en dichter op elkaar staan.
Ik sta stevig op de rots en zeg hoi tegen Julie die staat te trillen, haar ongekamde haar verbergt haar ogen en ze wankelt een beetje.
Als we moeten springen denk ik dat zij het het minst er vind, Gyvayno staat recht vooruit te staren, en Anne huilt zacht in zichzelf. Ik probeer recht vooruit te kijken maar de tranen in mijn ogen krijg ik niet weg.
Er staan 2 beroeps, Devin en ik geloof dat ze Lela heet maar dat kan ook het meisje uit 1 zijn.
Er verschijnt het meisje uit 4 met kort geknipt haar en hoge strakke jukbeenderen, heel lang is ze niet maar ze zal wel sterk zijn, daarnaast staat een enorm lange jongen met een breed hoofd, die een stuk of 4 spieren in zijn hand heeft, hij ziet er erg wit uit en zijn lichaam zit onder de blauwe plekken.
Dan horen we allemaal een enorm gekreun, en zien we een meisje het oerwoud uit strompelen, haar ene helft van haar haar is afgeschoren, haar gezicht is verminkt, haar ene been sleurt achter de andere aan, haar bloed stroomt over haar hoofd, ze trilt en huilt, haar kleren zijn gescheurd, en de enige huid die ik zie is bloed.
Ik herken haar niet, ik inspecteer haar verminkte gezicht, sproeten, sproeten.
Marit roep ik, Marit!!! Ik krijs haar naam, Julie komt ook in beweging en probeert op haar af te rennen, ik ren achter haar aan, terwijl de vier beroeps op ons af komen, ik trap de lange jongen in zijn maag, hij deinst terug, en ik ga op Marit af.
Ik ga op mijn knieën bij haar zitten en zeg Marit? Marit, ondertussen zie ik alle tributen met elkaar vechten, ze huilt en probeert me iets duidelijk te maken, Marit sta alsjeblieft op schreeuw ik. Ze krijst en ik merk dat ze veel te gewond is om te lopen of überhaupt op te staan, Marit, je bent een enorm goed vriend van ons geworden en voor Julie geld hetzelfde Julie houd van je en de rest van ons ook.
Ze knikt en dan voel ik een steek in mijn achter hoofd, ik deins tegen de grond, probeer te hoesten, en wrijf over mijn hoofd, langzaam merk ik dat ik buiten bewust zijn raak....

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu