Hoofdstuk 13

30 3 1
                                    

Met nog steeds deze verschrikkelijke gedachte in mijn achterhoofd, zit ik nog steeds bij het vuur starend naar mijn bondgenoten die inmiddels echt vrienden zijn geworden.
Er dringt nog een koude wind door in onze grot, ik wrijf over mijn armen en trek langzaam mijn jas uit.
Ik ga onder de dekens liggen en begin naar het knetterende vuur te luisteren, wil iemand thee maken vraag ik? Julie staat gelijk op, pakt de theekan uit haar tas vult hem met sneeuw, en gaat langs het vuur zitten, ze houd de kan vast en hangt hem boven het vuur.
We wachten allemaal af, Anne begint te praten, wat heb ik zin in thee zegt ze zacht, met lekkere koekjes net zoals thuis, bij de haard met zijn alle pratend, ik mis thuis zegt Anne....
Ik mis thuis ook, ik mis district 7 ik mis mijn familie, dit is de eerste keer dat ik mijn gevoel uit bij andere mensen, en dat voelt opluchtend.
Er ligt een klein hoopje sneeuw aan mijn linker zijde, met mijn hand begin ik in de sneeuw te graven omdat ik iets wil doen met mijn handen, het is dieper dan het lijkt.
En dan raakt een koud stukje ijzer mijn vingers aan, ik pak het stevig vast en ruk het uit de sneeuw.
Wanneer ik het bekijk zie ik een ijzeren cirkel vorm, een houthakkers teken erin gegraveerd zoals uit district 7, boven aan staat district in gegraveerd en er staat een 7 eronder, de gegraveerde bijlen kruisen elkaar.
Julie vraagt wat het is, en ik zeg een ketting met het het teken van district 7 zeg ik verbaasd, ze kijkt op en vraagt of ze hem mag zien, maar ik heb de hanger al om mijn nek geslagen....
Trouwens Gyvayno, hoe is het eigenlijk in district 5?, niet echt verschrikkelijk, ik heb een normaal goed huis met verwarming, een goed inkomen mijn moeder is arts.
Eten hebben we genoeg in de herfst moeten we schaarser doen en werken doe ik nog niet echt...
Wanneer ik zo hoor dat Gyvayno het zo enorm goed heeft, ben ik jaloers op hoe hij het thuis heeft, wij moeten altijd schaars doen met het geld, we hebben geen verwarming maar een haard.
Ik slik en krijg tranen in mijn ogen die ik weg probeer te knipperen, ik word rood terwijl iedereen naar me kijkt en ik weet naar Gyvayno uit te brengen: leuk!!.
Ik vind het fijn over de districten te praten, we gaan de hele avond door we vertellen over onze vrienden familie liefdes huizen werk.
De avond verloopt spoedig en fijn, ik ben blij met dit soort gesprekken in wat voor gruwelijke wereld ik ook leef...
Wanneer het echt laat is, gaap ik en leg mijn hoofd op de grond wat niet helemaal comfortabel ligt maar het is goed genoeg want binnen een mum van tijd val ik in slaap..
Alweer heb ik de nachtmerrie over mijn dode zombievrienden die mij willen vermoorden, de hele nacht heb ik deze droom tot er iets anders in beeld komt.
Een weiland een groene omtrek van gras, bomen hier en daar, een enorme blauwe lucht met geen wolkje aan de lucht, ik verschijn in beeld, samen met mijn moeder mijn broertje mijn hond Tella, Julie en Gyvayno en Anne , in eerste instantie zien we er gelukkig uit, en dat blijkt wanneer we samen zitten te picknicken, een groot kleed vol eten en lekkernijen net zoals in het Capitool.
Maar ineens veranderd de helder blauwe lucht naar een donkere duistere lucht, uit het bos verschijnen enorm veel vredebewakers met geweren, er gaat geschreeuw over onze picknick .
Kogels vliegen in het rond en langzaam vermoorden ze al mijn vrienden en familie, ik begin te huilen tot meerdere kogels mijn lichaam neer halen..
Ik kom hijgend omhoog, ik knipper met mijn ogen om mijn omgeving te bekijken, Julie ligt slapend aan mijn rechterzijde terwijl ik door mijn bezwete haar ga.
Ik begin te hoesten en kom erachter dat ik in de arena ben, met mijn vrienden en niet dood.
Ik weet niet hoeveel dagen er de laatste tijd zijn verstreken ik ben gestopt met tellen.
De sneeuw is niet gesmolten en nog steeds ie het enorm koud, de droom van net is enorm helder en ik kan elk detail nog herinneren, ik kijk naar de snurkende Julie die op haar bed ligt.
Ik loop langzaam de grot uit, ik staar naar het besneeuwde bos, ik had nooit gedacht me goed te voelen in een bos en al helemaal niet in de arena, maar voor het eerst sinds 2/3 weken voel ik me opgelucht en blij.
Ik hoor de Bos dieren langzaam wakker worden, ik voel de warmte van de zon die langzaam op komt over mijn huid strelen, de geur van de bomen en de natuur doet me goed, ik adem in en uit.
Tot ik een brandend gevoel op mijn arm voel, een enorm brandend gevoel, mijn ogen schieten naar mijn arm waar ik een rode natte vlek zie ontstaan, mijn arm voelt alsof het in brand staat, ik schreeuw de longen uit mijn lijf wanneer nog een brandend gevoel op mijn armen terecht komt.
Het zijn druppels, druppels verschijnen vanuit de lucht naar mij, ik ren de grot binnen, pak snel mijn spullen in, doof het vuur en maak de rest wakker.
Wanneer ik Julie wakker maak zwaait ze met haar mes in de ronde waardoor ze me bijna een oog uitsteekt, Anne word vredig wakker maar wanneer ik vertel dat het vuur regent raakt ze geheel in paniek.
Gyvayno blijft kalm, tot er meerdere gaten in het rotsachtige dak boven ons ontstaan, een druppel valt neer op Gyvayno en hij grijpt naar zijn been, het verbrijzelt zijn huid en maakt de stof van zijn kleren kapot.
Het gaat erdoor heen zegt Julie trillend, ondertussen vallen buiten de druppels neer en neer.
Meerdere druppels verbrijzelen ons dak en verwoesten alles wat ze tegen komen.
Julie gilt het uit wanneer een druppel haar hoofdhuid bereikt en een stuk haar wegbrand, we moeten hier weg zeg ik met tranen in mijn ogen.
Druppels doorboren ons dak en Anne pakt haar tas en gaat op de regen af, ik gil haar naam, maar ze stopt niet ze rent door de regen en ik hoor haar schreeuwen.
Ik pak Julie's schouder terwijl een druppel mijn schouder bereikt en mijn huis wegbrand, ik schreeuw en wil het liefst naar de grond duiken en blijven liggen, niks meemaken van dit al..
Julie rent de stromende vuur regen in en ze stort gelijk naar de grond, Gyvayno gaat zonder enige twijfel op haar af en neemt haar op zijn rug, ik hoor ze allebei krijsen.
Ik moet erachter aan zeg ik in mezelf, ik herhaal het in mijn hoofd, met mijn bezwete hoofd kijk ik nog even om me heem en bereikt weer een druppel mijn been, ik grijp naar mijn bloederige been.
De witte sneeuw is veranderd in rode vurige sneeuw, ik pak mijn boog en zet mijn voeten buiten de grot, enorm veel druppels bereiken mijn lichaam, ik begin te schreeuwen wat enorm snel mijn plaats zou verraden.
Ik schreeuw en een brandend gevoel glijd over mijn gehele lichaam, ik ren door en krijg niks mee van mijn omgeving, ik kijk naar mijn voeten die steeds sneller gaan bewegen.
Ik krijg het bloedheet wat niet erg is, alleen verbrijzelen de druppels mijn gehele huid, ik bekijk mijn armen die geheel rood zijn ik hoor mijn vlees knetteren, wanneer het zo doorgaat ben ik over een uur gaar om te eten.
Ik schreeuw het helemaal uit, terwijl het steeds harder begint te druppelen, ik schreeuw en door alle adrenaline die door mijn lichaam giert, hoor ik bijna het kanon niet dat afgaat.
Ik schreeuw en val tegen een boomstam, ik tril geheel en hou de boom stevig vast, ik zie druppels om me heen op de sneeuw vallen maar ze raken me niet, ik huil, mijn gezicht is bebloed en rood, mijn gehele broek is weggebrand en mijn huid is geheel rood net als mijn armen, in mijn jas zitten hier en daar wat gaten, waar rode bloederige vlekken omheen zitten.
De pijn die ik nu voel is ondraaglijk, maar ik kan niet dood gaan, ik moet weten wie er is gestorven, ik ben enorm bang of het een van mijn vrienden is maar ik hoop een van de beroeps.
Ik schreeuw van de pijn, mijn lichaam wil niet meer mijn gehele lichaam trilt en ik bibber met mijn tanden, ik zit met mijn knieën in de koude sneeuw, wat enorm veel pijn doet maar mijn lichaam wil niks meer.
Maar ik weet dat ik door moet, ik sta langzaam op, wanneer ik sta zak ik weer bijna in elkaar maar ik kan het bedwingen, elke traan die over mijn wang gaat doet het enorm veel pijn.
Maar stoppen met huilen lukt niet.
Ik strompel onder de boom vandaan waar weer meerdere brandende druppels mijn lichaam bereiken, mijn vlees is verbrand.
Ik wil niet dat mijn vrienden dood gaan, ik roep hun namen maar het enige wat ik vaag hoor is geschreeuw, ik kniel naar de grond, mijn hoofd zakt naar de grond in de sneeuw, ik hoest en proest en voel brandende druppels over mijn rug..

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu