Hoofdstuk 19

20 3 3
                                    

De uren daarna slaap ik rustig door, ik heb geen nachtmerries en word ook niet om het uur wakker, ik slaap gewoon door. Maar ik word wakker door een oorverdovende gil, nou eerlijk gezegd geen gil of pijn kreet maar iemand die heel erg hard iets roept.
Ik versta niet wat degene zegt maar aan het gegil te horen is het een meisje, misschien Julie of Anne want de beroeps zijn niet in deze grotten (tenminste daar ga ik van uit).
Ik til mijn voeten uit het water en trekt meteen mijn Snowboots weer aan, ook al zijn ze veel te warm voor deze temperaturen. Maar ze zitten wel erg lekker vanwege het wol wat de binnenkant van de laarzen bedekt.
Ik hoor het geschreeuw nog eens maar met moeite weet ik mezelf in bedwang te houden en niet te gaan kijken, hoe nieuwsgierig ik ook ben ik laat het rusten.
Misschien is het mijn kans Julie te vermoorden, of Anne maar ik hoop dat ze alle 3 uit zichzelf sterven of door een mulitant of zoiets dergelijks, en dat ik alleen tegen een of twee beroeps moet vechten.
In de meeste spelen kom je wel vier of vijf soorten Mulitanten tegen maar in deze spelen zijn we er pas een tegen gekomen en dat was de enorme dinosaurus in het oerwoud. vaak jagen ze de tributen op het eind op, en dwingen ze ze eigenlijk naar de Hoorn toe te gaan waar de spelmakers smachten naar een knallend finale gevecht, en niet alleen de spelmakers maar ook het Capitool en de bewoners van district 1 en 2.
De spelen van vorige jaar, was het meisje uit district 4 alleen over met de 18 jarige jongen uit district 12, alhoewel ze in dat armoedige district niks leren wat van pas kan komen in de spelen heeft hij het ver geschopt en kon hij aardig overweg met een zwaard en was hij enorm sterk.
De overgebleven 2 tributen werden opgejaagd door een soort tijgers met enorme glazige ogen, grote scherpe klauwen waarmee je zo een keel open mee kan snijden, en tanden van staal die bijna tot de grond kwamen zo lang, een enorme roedel van ik denk 20 tot 30 Mulitanten verwondde ze en jaagden ze op.
Het meisje uit 4 was zo enorm sterk, en ze stak na dat de jongen haar wurgden hem in zijn maag met haar drietand, de jongen stierf meteen en zij won.
De bewoners van district 7 die ook in de bossen werkten vertelden dat sommige winnaars zich hebben aangesloten bij de rebellen.
En wanneer ik ooit de kans heb erbij te gaan hoop ik dat zij er toevallig bij zit, wat ik niet verwacht want ze is het lievelingetje van het Capitool, ik geloof dat haar naam Rif was maar dat weet ik niet exact.
Ik hoor de kreet weer van het meisje en ik kan een klein beetje verstaan wat ze

, ik geloof dat ze scheld maar ik kan nog steeds niet horen wie het is, waarschijnlijk Julie want ik denk niet dat Anne zo grof scheld dus ga ik er van uit dat het Julie is en het klinkt alsof het niet heel erg ver weg is.
Ik knoop mijn veters vast en trek mijn jas uit, ik vul meteen mijn waterflessen even, en eet een stukje brood ( eigenlijk eet ik het hele brood op) ik had zo enorm veel honger wat ik onbewust niet door had.
Ik wrijf met natte handen door mijn haren en duw mijn gezicht in het water, eigenlijk wil ik voor ik Julie ga zoeken om haar te vermoorden eerst mezelf wassen.
Dus trek ik mijn versleten kleren uit, en spoel ik mezelf af in het water.
Ik voel wat branden bij mijn linker arm en ik merk dat mijn oude wond uit de woestijn weer open is gegaan, eigenlijk laat ik het voor wat het is en spoel ik het af in het water af, ik was mijn haren en was net zo goed de rest van mijn lichaam, het water is niet koud maar ook niet warm gewoon een lauwe temperatuur waarbij je gelijk gelaxed bent.
Maar na een tijdje verdwijn ik uit het water, trek mijn kleren aan en maak me klaar voor de dag, en nog belangrijker om eindelijk gerechtigheid te krijgen en Julie te vermoorden.
Maar net als ik op het punt sta om te vertrekken weerklinkt het gepiep van een parachute door de gang, een groot gat gaapt open in het stenen plafond van deze gangen.
Enthousiast gritsen mijn handen de parachute uit de lucht en klemmen mijn vingers zich om de stok die onder de parachute hangt, maar wanneer ik merk dat het geen stok is maar een pijl is, snap ik niet waarom een sponsor me een pijl stuurt.
Ik open de parachute waar 3 pijlpunten in zitten en een briefje,
Ontplofbare punten en een pijl...
-Jorge
Gapend kijk ik naar de pijl, en ineens ben ik dol gelukkig, met mijn 5 pijlen die ik heb kan ik er 3 met ontplofbare punten afschieten, en nog een pijl.
Ik heb nog nooit met zoiets geschoten, er verschijnt een lichaam op mijn gezicht, en ik wil het liefst meteen de pijlen afschieten maar ik weet dat ik ze voor iets belangrijks moet gebruiken en ik heb geen idee hoe groot de ontploffing zal zijn.
Ik verwissel de punten, zodat ik 4 ontplofbare pijlen heb en twee normalen.
Eindelijk ben ik klaar om te vertrekken en dan hoor ik geen geschreeuw of gescheld meer, wanneer ik de hoek om wandel zie ik een lange gang naar beneden.
Waarschijnlijk kwam hier het geschreeuw vandaan want vanuit de andere kant kom ik vandaan.
Maar wanneer ik halverwege de gang naar beneden ben hoor ik dat iemand mijn naam fluistert, iemand fluistert heel zacht maar toch hoorbaar mijn naam, ik bekijk mijn omgeving maar ik zie niks en wanneer ik met mijn zaklamp schijn zie ik geen enkelen tribuut of ook maar iets wat daar op lijkt.
Maar toch zegt iemand mijn naam; Sjoerd, Sjoerd, sjoerd
Maar het lijkt alsof meerdere mensen tegelijk mijn naam roepen, en ook steeds een klein beetje harder, wanneer ik goed luister hoor ik dat het geen menselijke stemmen zijn er zit een klank in die niet menselijk is.
Een rilling schiet over mijn lichaam en de stemmen krijgen steeds meer volume, ik grijp naar een ontplofbare pijl uit mijn koker, en hou die gericht op het pad waar ik vandaan kom.
Ik knijp mijn ogen half dicht, maar ik zie niks komen ook al lijken de geluiden dichterbij te komen ik word ineens bang en heb werkelijk geen idee wat ik nu moet doen.
Ik laat langzaam de pijl zakken en stop hem in mijn koker.
Wanneer ik me omdraai om verder te lopen hoor ik gestamp, en voetstappen, die enorm weer klinken, het lijkt alsof honderden vredebewakers de arena binnen stormen.
Ik ren de helling af en veeg het zweet van mijn voorhoofd, ik verschuil mezelf achter de muur dat na de helling komt en leg een pijl op mijn boog.
Ik hoor mijn naam nu hard weer klinken door de grotten: Sjoerd Sjoerd roepen ze allemaal.
Wanneer ik besluit om de hoek te kijken zie ik boven aan de helling rare wezens staan klaar om mij te doden: Mulitanten..
Ik observeer de wezens goed, ze hebben de vorm van een soort apen, maar dan groter en net anders dan dat ik ze van school herinner, ze hebben een bruine vacht grote glazige ogen en een enorme bek met slachtanden waarmee je zo iemands nek mee kan open scheurend, net als de tributen lopen ze op twee benen en zwaaien hun armen heen en weer waar ijzige klauwen aan vast zitten.
Ik observeer exact een wezen, en wanneer ik het vrijwel niet merk staart hij me aan onze ogen kruisen elkaar, en dan komen ze in een volle vaart naar beneden, ze rennen hard en af en toe springen ze op en neer, ze gillen mijn naam.
Zonder twijfel span ik mijn boog en laat een pijl vliegen naar de dichtstbijzijnde groep Mulitanten, er ontstaat een ontploffing en ik hoor een afgrijselijk gekrijs wat veroorzaakt word door de wezens.
Door de enorme ontploffing word ik naar achteren geduwd en komt mijn hoofd hard tegen de vloer aan, ik wrijf over mijn hoofd en sta vrijwel meteen op wanneer ik de hoeveelheid Mulitanten zie die op me af komen stormen ook al hoopte ik dat de meeste wel dood zouden zijn.
Ik besluit meteen in beweging te komen en naar de richting te rennen die me eigenlijk word aangewezen aangezien ik nergens anders heen kan, mijn tas voelt zwaar op mijn rug en even overweeg ik of ik hem achter zal laten maar ik weet niet hoe Lambik nog in deze grotten ben.
Adrenaline giert door mijn lijf en ik voel het bloed door mijn aderen stromen, hijgend kijk ik om me heen naar een uitweg maar die is hier niet.
Ik geef mezelf een paar seconden om naar achteren te kijken en merk dat de Mulitanten nog maar een paar meter van mijn lichaam verwijderd zijn, ik begin te schreeuwen om hulp ook al weet ik dat het zinloos is.
Ik wil stoppen en mezelf heel even rust gunnen maar de Mulitanten komen als maar dichterbij, ik zie een klein fel lichtje aan het einde van de gang ik weet niet wat het is maar ik houd mijn ogen daar op gericht.
Het lijkt alsof er beweging bij het licht is maar ik zou het me ook kunnen verbeelden, ik hoor mezelf niet meer denken door het verschrikkelijke gekrijs van de Mulitanten.
Ik hoop hevig dat Julie en de andere aan het eind van de gang zijn zodat ik ze kan doden en eindelijk kan winnen, terug keren naar district 7..

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu