Hoofdstuk 23

16 2 0
                                    

Meteen sta ik weer op en negeer het brandende gevoel in mijn kuit, ik pak Julie's armen ter bevestiging dat ik nog sta en Gyvayno springt verder, mijn tweede sprong gaat over het algemeen een stuk beter waardoor ik probeer op mijn rechter voet te landen, het lukt niet en ik kom hard terecht op mijn linker voet waardoor ik al snel naar de grond stort. Ik merk dat de muur al over de grond is geschoven waar wij net stonden waardoor ik steeds angstiger word en mezelf voorhoud dat ik dit niet ga halen, ik weet dat ik dit niet ga halen.

Wanneer ik opsta besef ik dat Julie en Gyvayno al een paar stukken grond verderop zijn en mijn naam schreeuwen waardoor ik alleen maar zenuwachtiger word.
Ik spring verder maar deze keer maar net op het nippertje en ik kan deze keer de pijn in mijn kuit niet negeren, het brandende gevoel de kloppingen en het pus is te heftig voor mijn been.

De eerdere winnaars van de spelen hebben nooit dit soort verschrikkelijke dingen mee gemaakt, natuurlijk wel erge maar hoe erg de spelmakers ons hier kwellen is echt ondraaglijk.

Ik spring verder waar mijn bondgenoten me op staan te wachten, Julie schreeuwt dat ze me niet kwijt wil raken en Gyvayno staat eigenlijk kalmpjes mijn naam te roepen.
De pijn word nu echt onbegrijpelijk en dodelijk, ik word gek en begin te schreeuwen, elke beweging doet pijn aan mijn kuit en aan mijn gehele lichaam.
Ik weet hoe erg ik er aan toe ben maar ik kan mijn bondgenoten niet dwingen zichzelf te redden maar ook mij als verantwoordelijkheid hebben.

Maar wanneer ik opsta zak ik meteen weer terug naar de grond, en dan word ik heel boos op Julie, ze steekt een verdovingsnaald in mijn rug die ook nog eens pijnlijk is, ik schreeuw haar naam en geef haar een klap in haar gezicht, tranen stromen over mijn wangen en ik schreeuw: NEE, NEE ik zorg voor mezelf roep ik onverstaanbaar, maar wanneer mijn ogen automatisch sluiten kan ik niks meer. Mijn lichaam is weg en ik ben opgesloten geraakt in een diepe slaap.

Ik droom over iets verschrikkelijks waardoor je meteen wakker wil worden maar dat kan niet want ik ben verdoofd.
Ik ben midden in het Capitool, het gehele Capitool is bijna verwoest, het is verwoest, ik sta bewapend maar toegetakeld alleen in het Capitool. Het voelt alsof de hele bevolking is uitgestorven maar ik hoor af en toe een vredebewaker door de stad zeggen dat de mensen die in het Capitool wonen naar de State Tower moeten komen voor veiligheid.
Ik sta aan de grond genageld en af en toe komt er een Capitool bewoner langs, vers in mijn herinnering zitten herinneringen die ik nooit wil hebben.

Hoe ik net al mijn dierbaren verloor in de strijd tegen het Capitool, Julie, Gyavyno, Tella, Sarah, Janson, Anne, Luuk, Marit, mijn broertje, mijn moeder, Jorge en Tiles allemaal dood.
Maar wanneer ik mezelf ga bewegen raak ik al snel verstrikt in een vang net, een val die ik zou kunnen hebben gemaakt een echte strik en ik ben er met open ogen ingetuind.
Vanuit elke hoek in de straat die ik stuk voor stuk mijn dierbaren, maar dan anders, gewond en toegetakeld precies hoe ze dood zijn gegaan.

Ik hang 1,5 meter boven de grond en raak in paniek, ik schreeuw dat ze weg moeten gaan en ik ben nieuwsgierig naar hoe ze hier kwamen, hoe komen jullie hier schreeuw ik maar het enige wat ik kan horen is mijn naam die door hun Schoren stemmen geschreeuw word.
Ze komen steeds dichterbij en wanneer ik de dichtstbijzijnde neer wil schieten zijn al mijn wapens weg, ineens terwijl ze net over mijn lichaam waren gebonden.
de dichtstbijzijnde is Marit met haar verminkte lichaam, die mijn naam schreeuwt, maar wanneer ik om me heen kijk zie ik dat er meerdere doden mensen zich om mijn dierbaren hebben verzameld, sommige zijn jong en sommige ouder. Een man met een grijs gewaad en grijze haren strak naar achter gekamd geeft me de kriebels over mijn lijf, vooral om dat hij me aanstaart.

Wie zijn deze mensen fluister ik zacht ook al weet ik dat ik geen antwoord krijg, misschien leer ik deze mensen in de toekomst kennen, misschien laat het Capitool me deze droom hebben door een van hun apparaturen, misschien is dit mijn toekomst als ik me bij de rebellen aan sluit....
Grijze gewaden bleken huiden, het lijkt alsof deze mensen nooit buiten komen, mensen die steeds dichter op me af komen, dit kan maar een ding betekenen, er is een District 13 dat zich onder de grond begeeft. Het brengt impact op me ook al kan ook het Capitool me zo laten denken, misschien door de Tracker in mijn arm of misschien door iets anders.
Marits nagels zetten zich in mijn lichaam terwijl ineens al mijn dierbaren onder me staan en alle mensen in grijzen gewaden daarom heen, mijn dierbaren slaan me bijten me krabben me en brengen mijn hele lichaam aan stukken.
Dit is het ergste wat je kan bedenken, vooral door de pijn en hoe erg ik schreeuw.

Maar dan open ik mijn ogen en kom ik in een reflex overeind, mijn gehele lichaam is bloedheet en zweet begeeft zich overal, ik schreeuw lukraak namen van dierbaren en ik zie dat Julie haar hand op mijn mond legt, ik ben enorm van slag en ben nog niet begaand met mijn omgeving maar dat scheelt me niks. Ik haal haar hand van mijn mond en schreeuw door, tranen stromen door mijn wangen en Julie verzekerd me dat het maar een droom was maar ik weet wel beter, dit is en blijft een voorspelling en dit zal het Capitool met me blijven doen als ik hun spel niet mee speel.

Ze zullen me verschrikkelijke dingen laten denken totdat ik hun spel niet mee speel, ik leg het Julie uit die gewoon ja blijft knikken en het maakt me niet uit of ze luistert of niet.
Ze probeert me langzaam te kalmeren maar nog steeds word ik gek van verdriet en heb ik het gevoel dat ik gek word, door alle doden die ik op mijn geweten heb staan, door deze ervaring in de arena en ook al speel ik het spel me het Capitool mee nachtmerries blijf ik hoe dan ook houden.
Ik speel mee fluister ik tegen Julie, ik speel mee zeg ik zacht, ze veegt tranen van mijn gezicht en ze zegt we spelen het nog even mee.

Nee we spelen het altijd mee schreeuw ik altijd!!!, ik begin om me heen te slaan en schoppen maar ik voel dat er een naald in mijn rug word gestoken, dankjewel denk ik, dankjewel.
Toch laat het Capitool me weer boeten voor mijn toespraak tegen Panem, want vannacht gebeurt er iets nog angstaanjagenders:
De stem van de president van Panem weer klinkt in mijn hoofd, President Snow, hallo meneer balk wat fijn dat we even praten zegt hij met zijn enge angstaanjagende stem, ik kan niet terug praten want ik ben onder bewust zijn maar ik ben ervan bewust dat Snow in mijn hoofd zit, mijn privacy schent en recht mijn ziel in kijkt met zijn kille slangen ogen.

Ik weet dat je me hoort, dus kom ik maar ter zaken, door een bepaalde technologie in het Capitool ben ik in jou hoofd weten te komen, of ja kan ik contact met je hebben via jou onbewust zijn dit heet kaping. Jij speelt mijn spel gewoon mee zolang ik dat wil begrijp je mij? Je luistert naar het Capitool want het Capitool is het kloppende hart van Panem en zoals je moeder altijd zegt luister altijd naar je hart... Zijn gelach gaat door tot in mijn schedel en hij praat verder: je weet wat het Capitool kan, we kunnen de districten plat bombarderen maar wij hebben de districten nodig en de districten ons, want wij zijn een zwak systeem, zonder de districten zijn wij niks.
Dus een opstand veroorzaken betekend het einde van Panem, en van jou..
Denk hier over na alsjeblieft want anders, tja ze kan het beter zelf zeggen vind je niet, hij glimlacht en ik hoor de stem van Tella door mijn hoofd galmen: ik kan niet wakker worden of schreeuwen ik luister: Sjoerd ik ben in het Capitool, alleen weet dat wanneer jij iets fout doet iedereen in de bewoonde wereld daar onder lijd en ik zal de allereerste zijn, dus veroorzaak niks als je mij niet kwijt wil. Ik hou van je zegt ze en dan voel ik de afwezigheid in mijn hoofd.

Ik word weer schreeuwend wakker, mijn lichaam nog warmer en bezweter dan ik al was, ik roep Tella's naam en ben in de war, was het echt? Dat moet haast wel schreeuw ik, het was echt Julie schreeuw ik het was echt.
Ik kijk om me heen en zie niks, ik kan niet bekijken waar ik ben ik word gek roep ik, ik ben onrustig en begin haar naam weer te schreeuwen: TELLA, TELLA.
Straks doet hij haar wat aan, of mijn familie of mijn vrienden, of misschien blijft hij me altijd kwellen, ik kan niet eeuwig zo leven. Het liefst zou ik mezelf van kant maken roep ik, door die zin duikt Julie op me af en pakt mijn mes af en gooit hem weg ook al weet ik niet waarheen.
Ik pak haar wangen vast en zeg: Julie, hij zal nooit ophouden, tranen komen op en herhaal dat bij nooit op zal houden, Snow zal bij elke daad die hem niet aanstaat mij of mijn dierbaren martelen.

Ik wil niet in die wereld leven zeg ik! Dat kan ik niet en dat overleef ik niet, Julie kijkt ,e verward aan en zegt dat ze me gaat helpen en dat ik niet in die wereld hoef te leven, je gaat niet dood schreeuwt ze in mijn gezicht, ze geeft me een lichte klap en kijkt in mijn ogen: je gaat niet dood!!.
Tella fluister ik, hij kwelt me Julie, hij kwelt me, dat zal hij blijven doen.
Tella fluister ik nog eens, hij praat met me Julie hij laat me langzaam gek worden, hij kan met me praten terwijl ik onbewust ben, door hem ga ik anders denken en nemen mijn gedachtes de loop met me.
Hij laat me dingen dromen, voorspellingen, dreigingen. Hij praat tegen me en zo ga ik langzaam dood door dit mentale gemartel.
Hij gaat haar vermoorden zolang ik de honger spelen niet speel volgends de wetten van Panem, nog angstaanjagender is, is dat hij weet wat mijn moeder altijd zei.
Maar hij heeft toegegeven dat het Capitool zwak is zonder de districten, en ik zal Snow laten boeten voor zijn daden.
De rillingen glijden over mijn lichaam en ik heb het gevoel dat Snow wel in mijn hoofd kan kijken, ik weet dat hij het kan..

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu