Hoofdstuk 11

27 3 0
                                    

Ze schreeuwen onbegrijpbaren dingen, maar toch word ik er onzeker en zenuwachtig van, ik voel dat mijn vingers beginnen te tintelen en dat mijn spieren steeds stijver worden waardoor ik moeilijk klim. Ik hou een goed tempo aan en staar naar de leer gebonden armband van mijn moeder, wanneer ik over de helft ben geef ik mezelf heel even pauze en leun ik op een tak, ik hijg even, en voel even of mijn boog nog om mijn lichaam zit.
Mijn voet leunt op een tak en wanneer ik mijn andere voet erbij neer zet, zakt de tak door, ik schreeuw en de tak breekt af, ik hoor de beroeps lachen, terwijl ik me probeer vast te houden aan een andere tak, voor ik het weet breken er meer takken onder me af, en hang ik aan een plank terwijl mijn lichaam daar stuurloos onder hangt.
Julie gil ik, mijn handen worden steeds zweteriger waardoor ik vroeg of laat ga loslaten, nergens kan ik op leunen, 5 meter aan trap treden zijn afgebroken terwijl ik huilend in mezelf aan de tak hang.
Help roep ik maar het enige wat ik hoor is het geschater en gelach van de beroeps, ik herpak mijn greep aan probeer mezelf met alle kracht in mijn lichaam om hoog te trekken.
Maar mijn hand laat de tak automatisch los, waardoor ik begin te gillen, ik snak naar adem, en probeer mijn grip weer te pakken, zo gezegd zo gedaan ik pak met twee handen te tak vast.
Ik span mijn armspieren aan, trek mijn benen in en verstevig mijn grip, ik hoor Julie mijn naam roepen, en leg mijn armen over de plank.
Ik gooi mijn benen over de plank, en ben enorm opgelucht wanneer ik zit op de plank,
Ik hoest een klein beetje en er lopen een paar tranen over mijn wangen, ik was bijna dood hou ik me voor, ik was bijna dood.
Ik hoest nog een beetje, en glimlach naar Julie die aan de top staat, de beroeps staat nog steeds te kijken maar over hun hoeven we geen zorgen te maken, de trede's zijn afgebroken.
Wanneer ik langzaam door klim bereik ik na 10 verschrikkelijke minuten de top waar een groot ruim platform bestaat.
Julie trekt me op, ze glimlacht en trekt me tegen haar aan, ik leg mijn kin op haar hoofd.
Het is goed fluister ik tegen haar, ik fluister in haar oor dat het goed gaat, ze snikt een klein beetje.
Ik leun tegen de rand van het platform aan, en probeer een beetje op adem te komen, ik hoest een klein beetje en bibber enorm van de kou.
Ik was doodsbang net zeg ik tegen Julie, ik weet het zegt ze, het is enorm hoog.
Onder ons hangt een klein laagje mist waardoor je het bos niet helemaal ziet maar als ik over de rand kijk zie ik een paar schimmen van de beroeps.
Op het platform liggen 2 luchtbedden opgeblazen en al, een paar lantaarns, en 5 gevulde rugzakken, er staat een klein tafeltje met schaaltjes met verschillende etenswaren.
Bessen, chips, aardbeien, stukjes appel, een sausje,en een paar crackers, een groot stuk brood en een enorme fles cola.
Wauw roep ik, deze plek is geweldig zeg ik, alhoewel het enorm koud is, de kleren liggen daar zegt ze terwijl ze naar de tassen kijkt.
We kunnen hier vuur maken zeg ik want we hebben ook nog veel vlees, we moeten hier toch nog blijven zegt Julie, de treden zijn weg, dus we zullen hier lang moeten blijven.
Ik glimlach en neem een klein stukje appel, en eet hem op.
Wat me nog niet op was gevallen is dat er een grote fles water staat, en een theekan.
Ik ga me omkleden zeg ik, Julie pakt een deken uit haar tas en gaat relaxed op het luchtbed liggen, ik raak een beetje geïrriteerd want het is en blijven de hongerspelen.
En we moeten terug naar Gyvayno en Anne.
Julie hoe fijn deze plek ook is, we moeten wel terug, en dat gaan we morgen doen..
Ze knikt en neemt een aardbei in mijn mond.
Ik grijp naar de tas waar district 7 op staat en mijn naam eronder.
Ik vind er een thermoskan in, een paar handschoenen, dikke sokken, een dikke winterjas, een lange broek en een warme trui, een paar Snowboots.
Ik haal de spullen er ene voor een uit, en begin met de warme trui, ik trek mijn t shirt uit, terwijl Julie vol verbazing naar me staat te kijken, snel trek ik de warme trui aan, vervolgens de warme broek, de Snowboots de handschoenen en de jas die ik niet helemaal dicht rits.
Ik neem een stuk van het brood, en eet hem op, neem op een lekkere aardbei en geniet.
Maar na 2 uur lang liggend en eten begin ik me te vervelen.
We moeten op de een of andere manier terug zeg ik, we moeten echt weg.
Julie knikt en zegt alweer de treden zijn gebroken zegt ze met een boze toon.
Het is ijskoud op de toren en als ik naar beneden kijk zie ik geen enkele persoon meer.
Ik weet niet hoe het met jou zit zeg ik, maar ik ga proberen naar beneden te gaan, ik hijs mijn tas over mijn rug, hijs mijn boog er over heen.
Zonder enige twijfel gooi ik de tassen van Anne en Gyvayno naar beneden, Julie staat verbaast te kijken, en vervolgens pakt ze haar spullen ook in. Met een glimlach op mijn gezicht zeg ik: je gaat toch mee, ze knikt en hijst haar spullen over haar rug.
Ik staar naar de ijzige blauwe lucht en dan merk ik iets op, een klein wit vlokje, een ijzig vlokje, wat samen met andere vlokjes langzaam naar beneden valt.
Een van de ijzige koude vlokjes valt op mijn huid, en een koude rilling gaat over mijn gehele lichaam.
Het sneeuwt zeg ik, Julie's gezicht betrekt, en ik staar naar de grote hoeveelheid vlokjes die nu op ons afkomen.
Kom we gaan roep ik, 2 weken geleden zat ik in de bloedhete zon met zand om me heen, nu in de kou en met sneeuw om me heen.
Ik zet mijn handen op de eerste trede, langzaam klim ik naar beneden, mijn handen zijn koud waardoor je zo snel mogelijk wil loslaten, maar dat kost je je leven.
Ik hoor een vaag gekraak onder me, ik heb het gevoel dat er weer iets gaat knappen maar dat gebeurt niet, mijn tanden bibberen, mijn hele lichaam bibbert.
Er schiet enorm veel sneeuw langs mijn ogen sneeuw bedekt mijn winter jas, en mijn haren zijn besneeuwd.
Ik moet terug denken aan die keer in district 7 ik was toen 11 mijn moeder, was erg lang weg, maar toen ze terug kwam uiteindelijk om 11 uur in de avond, ze had een klein zwartharig wezen bij zich, het was een kleine hond ze vond hem in het bos en ze is de hele avond achter haar aangerend en toen ze hem had, gaf ze haar aan mij.
Ik noemde haar rakker, sinds dien waren we beste vrienden, nog een rede waarom ik terug moet komen.
Uiteindelijk ben ik bij het afgebroken gedeelte aangekomen, Julie roept: je kan er niet heen, ze zegt het met een bezorgde stem.
Ik staar naar de afstand die tussen mij en de andere kant van de trap zit, dat ongeveer 3 meter is, ik ben niet zo zeer bang want door de enorme hoeveelheid sneeuw die nu valt zie je de grond onder mij niet.
Ik weet dat ik hoog zit, maar het niet zien geeft me toch een enorm fijn gevoel.
Julie staat ongeveer boven mij en dan brand er een idee, Julie roep ik! Heb jij dat touw nog in je tas? Ze knikt, en ik vraag of ik hem mag, ze graait naar haar tas en pakt het touw eruit, wanneer ze hem er uit haalt, laat ze iets vallen ze gilt; mijn mes, vervolgens gilt ze mijn waterfles.
Ze werpt me het touw toe, en scheld binnensmonds, haar mes en fles zijn gevallen.
Ik leun tegen de trede's aan en voorzichtig laat ik de trede's los, ik leg een knoop in het touw waardoor er een lus ontstaat, wanneer ik die om een van de takken kan gooien slinger ik naar de onderkant van de trap en klim ik naar beneden.
Ik trek de knoop stevig aan, ik ga het proberen zeg ik, Julie wenst me succes, ik pak het touw met een hand vast, met de andere een van de trede's, en werp het touw in de richting van het uitstekende tak.
De eerste worp is geheid mis, maar de tweede zit strak om de tak heen heen gebonden.
Ik voel Julie's hand over mijn schouder gaan, succes fluistert ze in mijn oor.
Ik sta met enorm veel adrenaline in mijn lijf, mijn buik kriebelt, ik knijp mijn ogen dicht, ik pak het touw stevig vast, mijn handen glijden over het touw.
Ik durf mijn voeten niet van de tak af te laten, ik durf het niet, alleen ik weet dat het moet.
Met enorm veel moeite knijp ik mijn ogen dicht en laat mijn voeten van de tak los......

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu