Hoofdstuk 18

20 3 0
                                    

Ik breek een stukje af van het brood, en steek het in mijn mond het maakt niet uit dat er niks opzit maar het brood smaakt overheerlijk waardoor ik gelijk smacht naar meer, maar ik moet schaars doen met eten dus dwing mezelf nog een laatste stukje te eten en mijn spullen over te zetten naar mijn tas.
De moord op het meisje zit nog vers in mijn hoofd waardoor ik er vaak aan dacht, mijn pijl die haar lichaam doorboorde, hoe ze neer knielde, hoe haar lichaam de lucht in werd getild.
Ik moet een weg zien te vinden om naar beneden te komen, want dat is de plek waar ik de rest van de tributen ga vermoorden, het zijn geen vrienden of bondgenoten maar tributen.
Ik moet een weg zien te vinden naar beneden voor de spelmakers me straffen, en ik dood ga.
Wanneer ik bij de rand sta werp ik een blik op de twee langzaam wandelende mensen niet ver van de Hoorn vandaan, het zijn ze..., de beroeps.
Ik kijk om me heen en dan valt me iets heel raars op wat me eerder niet is opgemerkt, een tunnel met een lange brede gang, en een pad dat bijna stijl naar beneden loopt, het is wel bewandelbaar maar waarschijnlijk moeilijk.
Ik leg een pijl op mijn boog, voor als mijn ex-bondgenoten me willen vermoorden, misschien denken ze dat ik al dood ben, misschien denken ze dat ik het kanonschot was en hopen ze mijn foto vanavond in de lucht zien hangen.
Maar dat zal niet gebeuren, het meisje van 11 hangt vanavond aan de hemel.
Wanneer ik bij de helling ben aangekomen merk ik al snel dat er licht tekort komt waardoor ik al snel mijn zaklamp pak en mijn pijl terug doe in mijn koker.
Ik zet de zaklamp aan en ik zie dat er lianen over de gehele muur lopen, dat er vanaf het plafond vrijwel elke seconde een druppel naar beneden valt, de grond glinstert een beetje maar dat zal wel door de lichtinval komen.
Ik merk dat mijn handen trillen want natuurlijk kan dit tot een groot fiasco uitlopen, misschien komen er wel mutanten, of andere gevaren? Joost mag het weten zeg ik hardop.
Ik loop langzaam de helling af en ik moet mijn been spieren aanspannen zodat ik niet val, bij elke stap die ik zet haal ik even adem en loop verder, na een tijdje naar beneden gelopen zijn, denk ik terug aan de spelen van vorige jaar.
De 88e de spelen zitten vers in mijn geheugen, de arena was een verwoeste stad, en elke keer wanneer een tribuut werd gedood verscheen er die nacht een gemuteerd wezen, het was een mens maar dan verwond en in de lust om iedereen om hem heen te vermoorden.
Die mutanten hebben die spelen veel slachtoffers gemaakt..
Mijn buurjongen zat in die spelen en hij is verslonden door zo'n wezen, ik kende hem niet goed maar het is toch zorgwekkend.
Het eind gevecht speelde zich af terwijl de gehele arena bedolven was met deze wezens, allemaal gemaakt om een van de overlevende 2 tributen te doden maar dat gebeurde niet.
De laatste twee overlevende beklommen als een team een gebouw en vanaf daar op de top begon het gevecht, de jongen uit 2 tegen het meisje uit 4 een van de spectaculairste gevechten die ik ooit heb gezien, uiteindelijk door een mes in zijn buik viel de jongen uit 2 van het gebouw en won het meisje uit 4.
Ik merk niet dat de helling is afgelopen en ik schijn met mijn zaklamp verschillende kanten op, ik voel de warmte van de vulkanen waarschijnlijk loopt hier ook ergens lava onder anders zou het in een stuk als hier ijskoud zijn.
De lianen bedekken nog steeds de muur, de grond is hier gewoon van aarde gemaakt.
Ik schijn in de ronde op zoek naar een teken van leven, maar er is geen dier of mens over dat laatste ben ik enorm blij want een mens kan mijn dood betekenen.
Ik loop over de grond wat nogal vervelend loopt aangezien de grond zo ongelijk is.
Ik hoor een heel erg licht geluid ergens ver vandaan, maar ik kan niet ontdekken wat het is, het voelt rustgevend waardoor je bijna besluit gewoon uit te rusten.
Ik loop verder door de grot en de klimplanten beginnen hier ook de vloer te bedekken.
Voor alle zekerheid roep ik door de grot, hallo? Maar ik krijg geen antwoord geen teken van leven, dus ik ben veilig voorlopig dan.
Ik wandel verder door de grot tot ik bij een splitsing aankom, het rustgevende geluid wat ik eerder hoorde klinkt luider en helderder, en wanneer ik naar de grond kniel en even heel goed luister heb ik het gevoel dat het water is, stromend water door de gehele grot en op dit moment kan ik water wel gebruiken.
Ook denk ik dat er in het lava gedeelte geen water zal te vinden zijn dus wil ik meer meenemen.
Het stromend water klinkt uit de gang die aan mijn rechter kant staat, aan de linker kant hoor ik niks maar wanneer ik even in de richting van de linker gang wankel en ik kijk zie ik heel erg diep in de verte een fel lichtje, geen wit licht maar geel geel oranje achtig, het licht van een vuur...
Ik voel een rilling over mijn lichaam gaan en meteen voel ik me een stuk minder veiliger hier in deze grot, wanneer ik de linker gang in loop loop ik recht in de handen van mijn vijand, en de rechter kant betekent overleven.
Zonder enige twijfel ren ik de rechter gang in en val ik bijna gelijk, ik ren de gang in en ik voel dat mijn handen trillen waardoor ik bijna mijn zaklamp laat vallen, mijn voeten bewegen steeds sneller en ik voel een warme wind langs mijn huid gaan, mijn handen bibberend langs mijn lichaam en ik schijn in de ronde met de zaklamp.
Het rustgevende geluid van stromend water word steeds luider en harder, steeds
beter en het komt steeds dichterbij wat me een veilig gevoel doet geven.
Ik denk terug aan de interviews met Ceacar Flickerman, ons gesprek het gaf me rust en mijn blauwe pak dat glansde in het licht, ik vond hem zelf niet overweldigend maar het publiek was door het dolle heen. Helaas was in tijd in het Capitool niet voorbestemd en moest ik het verlaten om naar deze vreselijke plek te gaan.
Ik kom aan bij een stromend poeltje, een gat in de besteende muur waar water uitstroomt in een water stukje, ik laat mijn boog vallen net zoals mijn pijlenkoker.
Ik zet mijn tas tegen de grond en laat mijn voeten in het water bungelen, en wrijf met mijn handen door mijn haren, ik heb het gevoel dat ik nu eindelijk even echt kan rusten.
Ik leg mijn hoofd tegen de vloer, en met mijn voeten in het water, ik leg mijn handen op mijn buik.
Ik blaas mijn adem uit en sluit mijn ogen en dan ben ik in een ruk in slaap gevallen.

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu