Hoofdstuk 1

211 4 0
                                    

Jorge staat voor mijn neus, mijn mentor steun en toeverlaat, tot nu, ik Sjoerd  15 jaar ga over 5 minuten de arena in, ik kan goed overweg met een boog en kom uit district 7.
Je weet wat je moet doen Sjoerd zegt Jorge, ik knik en herhaal het in mijn hoofd.
Ren ren ren, niet naar de Hoorn ga met je bondgenootschap en Julie uit je district snel weg, ik heb geen idee wat voor arena je krijgt maar ik weet dat deze spelen anders zullen worden. Ik kijk hem vragend aan, wat bedoel je, hoe bedoel je, ik wil verder vragen maar een vrouwelijke stem zegt, tribuut u heeft nog 1 minuut tot lancering, ik krijg een rilling over mijn lichaam, en bekijk mijn Arena kleren; een soort leren pakje strak om mijn lichaam gebonden, een riem over mijn heupen waar makkelijk een paar messen in kunnen, een kraag met een v-hals en laarzen die strak om mijn enkels zitten. Het moet er wel warm zijn zeg ik, kijk naar deze kleren, ik weet het zegt hij. Ik staat naar mijn handen die in elkaar gevouwen zijn.
Enorm veel vragen vliegen door mijn hoofd, wat voor arena is het? Wie komt er om? Hoe lang overleef ik?.
Wil je water vraagt hij zacht waarop ik al antwoord en nee zeg, hij zet de beker water terug op het kastje. Zwijgend wachten we af, en ik vraag nog een ding,
Overleef ik dit? Hij kijkt me diep in mijn ogen en ik in de zijne maar ik draai mijn hoofd weg, ik weet het niet Sjoerd, het word echt moeilijk. Maar ik heb vertrouwen in je en ik weet hoe sterk je bent, hij wil door praten maar een vervelende vrouwen stem zegt, tributen ik verzoek u in de buis te gaan staan voor lancering.
Mijn ogen schieten naar de buis ongeveer een meter aan mijn linker zeide, meteen schieten ze naar Jorge, ik denk dat ik moet gaan zeg ik zacht. Ik zet mijn vinger nog even in mijn oog om mijn lens goed te zetten en stop mijn bril in mijn zak.
Ik neem afscheid van Jorge en druk hem tegen me aan, ik loop in de richting van de buis en draai nog even om en zeg, doei.....
Vergeet niet wat je kunt Sjoerd, ik knik en stap de krappe buis in.
Hij schuift dicht en ik zie Jorge bezorgd naar me kijken, hij zwaait en de buis vertelt me dat de lancering over 20 seconden zal zijn.
Ik moet Julie en de rest vinden en weg gaan.
Ik moet weg rennen.
Het moet, hoe verleidelijk de Hoorn ook is.
Zet je erover heen.
De buis schuift zich omhoog, de adrenaline giert letterlijk door mijn lijf, ik heb het gevoel dat al het eten wat ik afgelopen dagen at weer eruit kan komen.
Maar dan word ik verblind door een enorm fel en warm licht...
Een wit licht,
Een bloedheet licht en ik zie nog niks, ik hoor een klik ter bevestiging dat mijn buis op de grond staat.
Langzaam begint de arena te verschijnen, ik kijk om me heen en probeer te bedenken wat het is, zand enorm veel zand, zand glijd over mijn voeten, mijn schoenen, mijn benen. Ik denk zo'n 50 kilometer alleen maar zand met af en toe een rots, daar achter een oerwoud, oerwoud bomen om een woestijn, vragend staar ik naar het oerwoud en bedenk waar ik nu heen moet vluchten. Iedereen kan je vanaf elke afstand zien, niemand is hier veilig.
Ik staar naar de Hoorn en de tributen, 50 seconden op de klok om te oriënteren, niemand mag er af stappen anders blazen ze je benen eraf, ik voel een heel licht windje en ben enorm zenuwachtig. Ik veeg een traan weg en ik ben kotsmisselijk, naast me aan mijn rechter zeide staat Anne, ze staan huilend op haar plaat, mijn linker zeide staat het meisje uit 12 die met haar handen staat te wrijven. Mijn ogen schieten naar het meisje uit 2, haar lange blonde haren wapperen over haar gezicht, ik zie dat mensen zich klaar maken om te rennen
30 seconden
Gyvayno en Luuk staan naast elkaar achter de Hoorn, Marit een paar plekken naast Anne, maar Julie word aan mijn zicht onttrokken door de Hoorn.
20 seconden, ik schrik en zie een tas 20 meter voor me liggen, ik moet er op af ik kan het mezelf niet vergeven weg te gaan van de Hoorn zonder iets mee te nemen. Anne's ogen staren naar een lang kartel mes dat iets verder licht dan de tas van mij, Anne is snel heel snel nog sneller dan ik. Toen we elkaar met zijn zessen voor het laatst zagen hebben we afgesproken naar mijn linker zeide te rennen, daar spreken we af.
10 seconden
Ook aan mijn linker zeide waar we hebben afgesproken staat een enorme rots van minstens 15 meter hoog en 10 meter breed.
Ik kijk naar de klok, laat mijn handen langs mijn lichaam vallen, en verstevig mijn houding, ik buig naar voren en de legendarische stem Claudius Templamenthic roept laat de 89e hongerstaken beginnen en mogen de kansen immer in je voordeel zijn. de gong gaat en Iedereen rent van zijn plaat, sommige naar de Hoorn andere naar de zee van zand.
Ik schrik en begin te rennen ik kijk om me heen waar tributen allerlei kanten op rennen. Mijn voeten beginnen steeds sneller te bewegen, mijn handen glijden langs mijn lichaam en mijn blik staat gefocust op de tas. ik schrik van een tribuut die dichtbij me rent, mijn ogen schieten naar de tas,Bijna ben ik bij de tas en wanneer ik aangekomen ben bij de tas scheur ik  hem van de grond, de tas voelt zwaar dus hopelijk zit hij vol levensmiddelen die me in de arena kunnen redden.
Ik heb het doodsbenauwd in deze arena, de warmte doet me niet erg goed.
ik zie een jongen van minstens 15 de Hoorn uit rennen, nu moet ik een enorme keuze maken, ik zie Anne naar mijn linker zeide rennen met haar mes, en ik weet dat ik haar achterna moet en weinig tijd heb. Ik kan niet weg rennen nu, draai mijn koers en ren de enorme gouden Hoorn binnen. Een rek met messen staat recht voor mijn neus, ik grijp 4 messen en duw ze in mijn riem, een hou ik vast voor het geval ik iemand moet doden. Ik zie verderop een boog liggen maar een jongen uit 6 komt op me af rennen, ik schrik en staar verstard te kijken. een zwaard komt recht op me af ik schrik maar buk, ik hijg en steek met mijn mes de jongen in zijn been, dit moet hem een tijdje bezig houden. Als ik achterom kijk zie ik de jongen kronkelend van de pijn op de grond liggen, ik hijs de tas over mijn rug, en ren op de boog af, maar ik ben te laat de jongen uit 12 grijpt de boog voor mijn neus weg, hij legt een pijl op de boog en richt op mij. Door de spanning en angst in mijn hoofd ren ik weg, ik ren en voel een ondoordringbare pijn in mijn linker arm. Een pijl doorboort mijn vlees, de immense pijn is ondraaglijk, een overvloed aan bloed stroomt over mijn arm, zonder te denken trek ik de pijl eruit en ren door. Er vliegt nog een pijl langs mijn hoofd, ik kijk achterom en zie dat er nog een op me af komt, ik duik naar de grond maak een koprol en glij over het zand.
Ik sta snel weer op en begin te rennen, Bijna struikel ik over een meisjes lijk, ik sta even stil en staar naar het meisje met een speer in haar buik, ik herken haar het 12 jarige meisje uit 5 waar Gyvayno mee opgescheept zat. ik zie een paar gevechten om de Hoorn heen gebeuren, niet dat ik ze goed zie zodat ik weet wie er vecht. Een jongen valt voor mijn neus neer, ik zie een dolk in zijn rug en het meisje met de blonde haren staat met dolken te werpen.
Ik ben haar volgende doelwit, ze mikt maar mist, ik hou de tas voor mijn gezicht en ren snel door, er komt een dolk in mijn tas wat bijna mijn gezicht doorboort.
Ik kijk haar boos aan terwijl ze blijft werpen, maar een goede werpster is ze niet ook al is ze een beroeps.
Zou er al iemand dood zijn leven mijn vrienden nog, zijn ze in gevaar, moet ik toch terug? Twee mensen zie ik dicht bij de rots staan, ik staat naar ze en begin door te rennen, maar dicht in de buurt hoor ik een bekende gil, JULIE roep ik.
Ik zie een lichaam op de grond liggen en een lange jongen die boven haar staat, gespierd en lang, ik herken hem een beroeps.... En zijn doel is Julie, ik pak een werp mes uit mijn riem, en hoop dat ik hem raak voordat hij Julie raakt, het mes gaat langs mijn oor en dan laat ik hem los, in de richting van de beroeps. Hij doorboort zijn heup waardoor de beroeps neer valt, hij kijkt mijn richting op en steekt zijn middelvinger naar me op. en ik op Julie af ga. Ze blijft liggen, ze blijft liggen, hoe dom kun je zijn , ik scheld binnensmonds en zie dat de beroeps kronkelend en kreunend op de grond ligt. Ik schrik als ik julie's been zie die bezaaid is met bloed, helder rood bloed. Een enorme snee waardoor ze niet kan lopen.
ik trek haar mee maar voor ik het weet staat de beroeps vast weer op, ik heb het zweet op mijn voorhoofd staan en de kreunende Julie schreeuwt het uit. Marit scheurt voorbij, Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen, en ik schreeuw haar naam, ze rent terug en kijkt naar de kreunende Julie, en grijpt de twee benen, samen rennen we naar Anne Gyvayno en  Luuk, we zijn niet echt snel maar we joggen. Marit sneller roep ik, ik kijk langs Marit naar de Hoorn waar nog een paar gevechten bezig zijn. De rots is eindelijk dichtbij, en we zijn aangekomen bij de andere 3, Anne staat verbaasd te kijken en we leggen Julie neer, ik duik naar de grond, julie's ogen schieten alle kanten op. Luuk staat glimlachend naar de gewonde Julie te kijken, als hij ziet dat ik kijk doet hij alsof hij huilt, op de een of andere manier vertrouw ik deze jongen niet, hij kijkt me boos aan.
Ik concentreer me weer op Julie.
Ik sla een paar keer tegen haar wang zodat ze wakker blijft.
Ik hou haar stevig vast en zie dat ze echt veel pijn heeft aan haar been, Gyv komt aan met een verband doos, Anne gaat naast Gyvayno staan en houd julie's been vast.
Ik zie dat Gyvayno iets op haar wond wrijft waarbij Julie een kreet slaat en ik haar gerust stel. We moeten hier weg zegt Anne hijgend waar ik het flink mee eens ben, Gyvayno is bezig met julie's been inpakken. Anne en Gyvayno jullie dragen Julie, Marit Luuk en ik lopen voorop op zoek naar een schuilplaats voor de nacht, we lopen door de fel hete zon en zoeken een plaats om de rots, en ik merk dat dit half uur in de arena ik al enorme dorst heb, mijn lippen die hard zijn, mijn keel die pijnlijk is en mijn ogen die dicht willen vallen.

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu