Hoofdstuk 15

27 4 0
                                    

Ik voel woede in me opkomen, nee ik omschrijf het verkeerd, ik voel angst en haat in me opkomen.
Mijn blik verstard, ik voel mijn hart in mijn keel kloppen, en ik voel vochtige druppels over mijn gezicht lopen. Mijn lichaam staat automatisch op maar stort bijna gelijk weer in elkaar door de pijn, ik weet mezelf staande te houden.
Mijn handen maken vuisten en hoe meer het tot me door dringt wat er gebeurt, hoe harder ik in mijn handen ga knijpen en mijn nagels in mijn huid voel doordringen.
Ik weet nog dat een maand voor de boete, ik aan het werk was in het bos, het werd nacht en iedereen wilde eten, maar we moesten overwerken.
En met we bedoel ik mijn twee beste vrienden Sara en Janson, we werken samen, ofja werkten samen tot ik naar de honger spelen moest en mijn leven instortten.
Maar we hoorde de andere mensen die ook al ouder waren dan wij praten over een of andere rebellen groep.
Een groep dat bestaat uit zo'n 600 mensen die zich verborgen houden ergens ver diep onder de grond, ook wel het legendarische district 13 genoemd. Sommige mensen denken dat er geen 13 meer is, maar ik weet het niet zo zeer, voor de donkere dagen waren zij het wapen arsenaal van het Capitool en daarom denk ik dat ze het overleeft hebben.
Het Capitool heeft al meerder onderzoeken dat gedaan maar ze hebben in jaren niks gevonden terwijl het Capitool de rijksten en slimsten zijn, ik geloof in deze rebellen en wanneer ik dit heb gewonnen en thuis ben ga ik opzoek naar ze, ik weet dat Sara en Janson meteen met me mee zouden gaan net als mijn familie en Tella, ze staan altijd achter me ook al zou dit een grote stap zijn.
Deze zogeheten rebellen schijnen al sinds de donkere dagen te bestaan, en zich voor te bereiden voor de grote slag, maar niemand weet wanneer het plaats vind..
Ik stamp met mijn voeten in het water en scheld mijn gehele schelden woordenboek uit, ik merk dat ik aangestaard word door mijn bondgenoten, die ik geen vrienden meer noem want we moeten elkaar ooit vermoorden en ik wil niet degenen zijn die het slagveld opent.
En dat ga ik ze vandaag ergens duidelijk maken... Hoe moeilijk dat ook is.
Julie's warme hand raakt mijn schouder aan, en er gaat een tinteling over mijn gehele lichaam en dan een kleine pijnscheut waar haar hand zit.
Ik draai me om en kijk naar mijn schouder waarbij ik het gevoel heb alsof weer zo'n druppel mijn huid aan raakt.
Het is oké zegt Julie, het komt goed we gaan er samen tegen aan zegt ze met een glimlach op haar gezicht, ik probeer een glimlach op te zetten die net zo oprecht als de hare lijkt, maar dat lukt niet.
Mijn lichaam zakt terug het warme water in, ik bekijk mijn gescheurde kleren waar ik eigenlijk niet meer mee verder kan door de ijzige kou die over ons waakt.
Van mijn jas is weinig over dus ik schraap de overgebleven stof van mijn lichaam, nog steeds doet een aanraking ook al is het met mijn eigen vingers doet pijn.
Van mijn shirt is ook weinig over je ziet mijn gehele lichaam ( wat niet slecht is) maar het voelt koud ondanks ik in het warme water zit, wat trouwens heel raar is in dit gebied.
Ik ben bijgekomen van mijn woede en ga verder met mijn kleren?
Ik zie af en toe nog een brandwond die enorm pijnlijk aanvoelt, mijn broek is nog redelijk draagbaar, en mijn schoenen zijn heel gebleven..
Wanneer ik met mijn hand door mijn warrige haar ga merk ik dat er verschillende plekken die kaal zijn, ze zijn verband en mijn haar is verschroeid door de lava druppels, zoals ik ze nu noem..
We moeten gaan roep ik uit, ik sta op maar heb daar moeite mee maar stap het water uit en voel de ijzige kou over mijn lichaam razen.
Ik voel een raar gevoel in mijn hoofd, waardoor ik verschillende kanten op huppel, voor ik het weet hebben twee warmen handen mijn lichaam vast, Julie en Gyvayno hebben me overeind gehouden. Er is iets met je zegt Anne die ineens voor me staat, ze gaat weer eens betweterig doen.. Niks stoot ik uit, ik stond te snel op weet ik uit te brengen zonder te stotteren.
Julie me Gyvayno laten me los, ik vind het fijn om bondgenoten hebben maar ik mis op doet moment ook wel de eenzaamheid, de stilte, de rust en de tijd om even na te denken.
Ik hinkel naar mijn tas, die ineens lichter aanvoelt, ik merk dat ik honger heb maar dat is een probleem voor straks.
Mijn tas is niet meer wat het geweest was, ik vind nog een stuk brood op de grond waar een app uit is genomen, en in de hoop dat het van mij is neem ik een flinke hap, het smeuïge verse brood verdwijnt in mijn mond sneller dan een marathon renner.
Ik wankel naar mijn boog en hijs de pijlen koker vol mooie pijlen over mijn schouder, over dat vol gesproken, het zijn er nog maar 5.
Wanneer ik even ga zitten voelt het alsof er secondes verstrijken, maar na 30 minuten wekken Julie en Anne me uit mijn dagdroom en besluiten dat we gaan vertrekken.
Ik sta op en val weer bijna om, maar deze keer merkt niemand het zodat ze medelijden krijgen met me, maar gelukkig niet.....
We lopen het bos in door de sneeuw, Anne vind dat iemand onze voetstappen in de sneeuw moeten uitwissen maar niemand boeit het echt wat dus als Anne dat wil doet ze dat lekker zelf.
Ik had trouwens niet eens verwacht dat ze de laatste 8 zou halen, ik dacht dat ze al stierf bij de Hoorn, maar door haar enorme snelheid heeft ze kunnen ontkomen aan het bloedbad.. Waar is echt heel blij mee ben alleen had ik het niet verwacht..
Anne loopt ondertussen voorop terwijl de rest loopt te koudkleunen, mijn gehele lichaam is koud en mijn handen hebben bijna geen gevoel meer.
Anne loopt de boel geheel op te fokken dat we door moeten lopen en dat we anders meer pijn zullen moeten doorstaan.
We hebben niet gemerkt dat we de hele tijd zwijgend zijn blijven lopen en het donker werd, onmiddellijk lopen we in het pikken donker.
Ik hoor iedereen bijna hardop nadenken, en ik merk dat iedereen zijn familie mist en andere dierbaren, zelf Anne is op dit moment stil..
Gyvayno besluit dat we gaan overnachten bij een enorme boom, groter dan groot met enorm veel bladeren die groter zijn dan mijn gehele lichaam wat me goed doet want dat voelt alsof ik beschermd ben.
Ik heb wat takken met een bed van bladeren bij elkaar gemaakt waar ik onder mijn wollen deken kruip en mijn gezicht op de warme bladeren zeg, weer zoets raars, lava druppels, heet water, en warme bladeren.
Net voordat mijn geest weg wil vliegen schieten mijn ogen open, en zeg het volgende gebied is een vulkanen gebied en daar zal het finalegevecht plaats vinden...
Maar ik zeg dit zonder dat ik maar iets zelf doe, mijn lichaam doet dit en mijn lichaam bepaalt dat ik dit zeg, twee minuten daarna slaap ik als een blok en vergeet ik mijn zorgen terwijl Julie de wacht houd bij het vuur..

De 89e honger spelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu