24. Terugkomst

510 26 5
                                    

Toen ik uit het raam keek zag ik Londen steeds kleiner worden, alsof het van me weg dreef.
Ik had mezelf een plaatsje weten te veroveren in een nog lege coupé. Ik leunde met mijn elleboog tegen de bankleuning en er lag een boek geopend op mijn schoot.
Toen ik samen met Draco was geariveerd op het station had ik hem al snel uit het oog verloren. Zijn vrienden vonden hem al gauw en ze eisten dat hij met ze mee ging. Draco had me een geluidloze 'sorry' toe gemompeld en hij had verontschuldigend naar me om gekeken toen hij zich mee liet trekken door zijn vrienden die me minachtend aan hadden gestaard. Vooral Patty had me vol afkeer aangekeken en ervoor gezorgt dat Draco geen oog meer voor me had.
Niet dat het me veel uitmaakte, ik genoot inmiddels van de rust die ik nu even had, na twee vermoeiende weken.
Er werd op de glazen deur geklopt van de coupé.
Er stond een meisje voor de deur met warrig,vuilblond haar tot aan haar middel, heel lichte wenkbrauwen en uitpuilende, glazige ogen waardoor het leek alsof ze permanente verbaasde uitdrukking had.
Het meisje opende de schuifdeur van de coupé.
'Zou ik misschien bij je mogen komen zitten?' vroeg het meisje dromerig.
Ze droeg een exemplaar van de kibbelaar met zich mee en een pastelroze hutkoffer, dat ze met zich mee sleepte.
'Ja, hoor,' zei ik schor.
Het meisje glipte naar binnen en schoof de deur weer dicht. Ze nam tegenover mij plaats en vouwde het tijdschrift open en begon er in te lezen.
Al snel viel me op dat ze het tijdschrift ondersteboven las, maar ik besloot er niets over te zeggen.
Het meisje was een jaar jonger, wist ik, maar haar naam herinnerde ik niet meer. Sommige noemde haar Lijpo. Dat had ik opgemaakt uit sommige gesprekken die aan de tafel van Griffoendor werden gevoerd, maar veel aandacht had ik er nooit aan besteedt.
Nog geen paar tellen later werd er weer op de deur van de coupé geklopt. Toen ik opkeek zag ik een lange, slungelige jongen met donkerbruin haar hijgend tegen het glas voor de deur staan. Hij probeerde onhandig de deur probeerde te openen. Hij wierp een paniekerige blik op de rij klagende mensen die achter hem stonden te wachten om door te kunnen lopen. Zijn ronde gezicht glom van inspanning terwijl hij zijn hutkoffer meesleepte met één hand waarin hij zijn tegenstribbelende bruingroene pad vasthield. Ik herkende de jongen als Marcel Lubbermans. Een klunzige, vriendelijke jongen uit mijn jaar.
Toen Marcel de deur eindelijk had weten te openen, nadat zijn hutkoffer eerst in de opening was blijven haken en hij weer de stroeve deur had moeten verschijven, plofte hij zuchtend neer naast het meisje met de vuilblonde haar, die vervolgens verbaast opkeek.
Marcel's pad glipte vrijwel direct uit zijn handen toen zijn greep verslapte. Het beestje sprong kwakend op mijn schoot. De lelijke pad keek me vragend aan, draaide zich daarna om en plantte zijn lijfje op mijn boek.
Ik had zo'n vermoeden dat hij niet van plan was om zich te verplaatsen.
'Willibrord,' siste Marcel waarschuwend tegen de pad. Maar Willibrord kon het niets schelen en hij kwaakte luidkeels. Marcels ogen dwaalde van zijn pad af en toen richtte hij zich op mij.
'Sorry,' zei hij verontschuldigend. 'Hij luistert nóóit naar me.'
Ik haalde mijn schouders onverschillig op en glimlachte vriendelijk naar hem. 'Het is oké. Ik vind het niet erg.'
Marcel deed zijn mond open, maar besloot om niets te zeggen en maakte aarzelend zijn blik van me los. Hij draaide zijn hoofd om naar het meisje naast hem.
'Hoi, Loena,' begroette hij haar. 'Heb je een leuke vakantie gehad?'
Loena richtte haar bleke ogen op hem.
'Ja,' verklaarde ze. 'Ik heb me geamuseerd.'
Toen Marcel's pad weer kwaakte wierp hij een vluchtige blik op mij.
'Eh, ik ben Marcel Lubbermans. E-En jij bent Amiya?' stotterde hij.
Ik knikte. 'Dat klopt,' bevestigde ik. 'En wie mag dat dan wel niet zijn?' Het kwam er brutaler uit dan de bedoeling was geweest.
Ik knikte naar Loena die zich weer verdiept had in de Kibbelaar.
'Dat is Loena Leeflang,' vertelde Marcel, toen Loena zelf geen antwoord gaf. 'Ze is een jaar jonger dan ons en haar afdeling is Ravenklauw.'
'Wijsheid zonder grens is ieders liefste wens,' mompelde Loena met een zangerige stem, zonder op te kijken van haar tijdschrift.
'Hoe was jouw vakantie?' vroeg Marcel aan me, om een gesprek op gang te laten komen. Hij voelde zich duidelijk niet op zijn gemak, omdat hij van zijn ene bil naar de andere wiebelde en ik wist zeker dat wanneer iedereen zweeg hij het nog erger zou vinden.
'Apart,' besloot ik te zeggen. 'Ik ben met kerst naar...kennissen gegaan en ik heb mijn ouders amper gezien. En die van jou?' voegde ik er snel aan toe zodat hij niet door zou gaan op het onderwerp.
'Ik heb genoten van de vrijheid die ik had zonder dat Omber me op m'n hielen zat.' Er ontsnapte nerveuze een giechel uit Marcel's keel.
Maar natuurlijk, dat was ik helemaal vergeten, dacht ik. Omber liep ook nog eens door Zweinstein heen te paraderen om me mijn leven zuur te maken.
De puilogen van Loena verschenen boven de rand van haar omgekeerde tijdschrift. 'Roze lijkt wel een vloek die is uitgesproken over onze school,' zei ze zacht. 'En ik hou van roze. Ik hou van kleuren.'
Marcel knikte. 'Je houdt inderdaad van kleuren.' Daarbij wierp hij een blik op Loena's kleurrijke kleren en haar pastelroze hutkoffer.
Loena's zilverachtige haar had ze naar achteren geduwt met een haarband die overging van licht roze naar baby blauw. Ze droeg een donkerblauw t-shirt met een dik, gebreidt vest eroverheen van een roze-achtig wol. Daaronder droeg ze een blauwe rok die tot iets boven haar knieën kwam, in dezelfde kleur als het T-shirt. Je zag maar een klein stukje van haar bleke huid bij haar knieën, want de ruimte werd opgevult met lange kousen waar je stippeltjes oranje in bespeurde en daaronder droeg ze haar zwarte lakschoentjes met lichte blauwe veters.
'Ik moet me zo maar gaan verkleden,' mompelde Marcel tegen het niets. Ik was de enige in de coupé die al een gewaad droeg.
Loena zuchtte vermoeid. 'Ik draag liever mijn gewone kleren.'
'Ja, dat geloof ik graag,' antwoordde ik een beetje kribbig. 'Maar wanneer Omber je daarin ziet word je waarschijnlijk zwaar bestraft.'
Fronsend keek Loena me aan, maar knikte toen instemmend. 'Ja. Ja, inderdaad.'

Aparecium { dutch harry potter fanfiction }Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu