24

136 4 0
                                    

P.o.v Sanna

De jongens draaien zich om. 'Oww..., sorry ik dacht dat je mijn vriendje was...' Zeg ik. 'Haha nee dat ben ik niet. Zou het wel willen hoor.' Grijnst den van de jongens j. 'Nee bedankt, ik heb een heel lief betrouwbaar knap en leuk vriendje! Die niet zo vies naar min kijkt als jij.' 'Dat vind ik lief van je.' Ik draai me om achter mij staat Samuel. 'Sam!' Ik geef hem een knuffel. 'Kunnen jullie dat klefe gedoe ergens anders doen.' zegt de jongen op de bank. 'Hou je er niet van?' Lach ik. 'Als je het met mij zou doen zou ik het niet erg vinden maar met hem...' 'Hè luister je blijft met je tengels van mijn vriendin af!' Zegt Samuel. 'Rustig rustig ik zou niet meer durven.' Samuel en ik moeten lachen. We lopen naar Kaj. 'Zullen we naar huis gaan om het uitpraten?' Vraag ik. 'San hoe kan ik jullie nou allebei achterop nemen.' lacht Kaj. 'Sanna wij gaan wel lopen.' Zegt Samuel. 'Je wist dat ik zou komen.' Zeg ik. 'Misschien.' Lacht hij.
'Ik rij naar huis tussen jullie komt het vast goed. Ik zie jullie zo wel thuis.' Zegt Kaj. 'Ja het gaat wel lukken we zien je zo thuis.' Zegt Samuel. 'Joe.' en Kaj rijdt weg.

'Sorry Sam dat ik dat allemaal heb gezegt. Ik bedoelde het helemaal niet zo.' Zeg ik. 'Het kwam wel binnen.' 'Ik was gewoon boos omdat Kaj daar aan begonnen is en dan schuif ik de schuld op een ander.' 'Ja dat weet ik, maar waarom zei je dan niet gelijk sorry?' 'Weet ik niet.' 'Maakt niet uit ik ben blij dat je me bent komen zoeken en ik hoop dat dit de laatste keer was dat je me hier mee converteert.' 'Ik beloof het je echt sorry Sam.' 'Jaa het is al goed.' Ik geef hem een knuffel en we lopen het park uit.
'San stil eens.' Zegt Samuel opeens. 'Haha zoek je een romantisch geluid?' Zeg ik. 'Nee stil even.' Samuel kijkt om zich heen. Dan verstaart hij. Ik kijk naar de kant waar hij heen kijkt. 'RENNEN!' Roept Samuel. Hij pakt me hand en begint te rennen. Rico en Dioni zitten achter ons.
'Waar gaan we heen!?' 'Weet ik niet ergens waar ze ons niet vinden!' We rennen en rennen. Ik ga kapot. 'Sam...Sam ik...Kan niet meer.' 'Spring op me rug.' 'Red je dat?' 'Doe nou maar snel!'
Ik spring op zijn rug en hij rent. 'Ren naar huis!' 'Nee dan weten ze waar we wonen!' Dan duikt Samuel in de struiken. We duiken naar beneden. 'Ga snel van me rug en ga liggen!' Ik doe snel wat hij zegt. 'Waar zijn die *******' Rico en Dioni staan recht voor ons. 'Ik denkt rechtdoor.' Zegt Dioni. 'Als je het fout heb hè dan...' Rico en Dioni rijden weg.
'Blijf nog even liggen.' Zegt Samuel. 'Moet we Kaj bellen om te vragen of hij ons komt halen?' 'Nee het is nog een klein stukje. Kom'
Het laatste stukje rennen we meer dan lopen, omdat we zo bang zijn. Gelukkig hebben we ze afgesneden.

Als we thuis komen zit mijn moeder met Kaj aan tafel. Samuel en ik lopen naar binnen. Mijn moeder huilt... Ik kijk Samuel aan. Hij weet wat ik denk. 'Mam wat is er?' Vraag ik. Niet alleen mijn moeder huilt ook Kaj...

OnverwachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu