Hoofdstuk 3: Tygo

85 8 0
                                    

~Scarlett~

De nacht is een donkere vlek die een onderscheid maakt tussen de aarde en de hemel. Sterren twinkelen vredig aan de ijle lucht en zijn de enige lichtpuntjes in deze hopeloze nacht. Ze lijken me de weg te willen wijzen, maar ik heb het gevoel dat ik nu al verdwaald ben. Ik voel me zo leeg als de donkerpaarse lucht en zo ellendig als de nutteloze sterren. Ik was plots alles kwijt geraakt, en dat is als een harde klap aangekomen. Ik mis Jacks troostende woorden nu al, of de sterke schouders van Chris die me al zo vaak – letterlijk en figuurlijk – hebben gedragen. Ik mis zelfs Elodies gezeur, en de domme opmerkingen van Robert. Nu moet ik die eenzaamheid zien te verdrijven met een brutale Vormveranderaar. Een jongen die blaakt van zelfvertrouwen en waarschijnlijk even dapper is als ik. Maar zijn roekeloze gedrag zou wel eens snel zijn ondergang kunnen betekenen...
"Ik mag hopen dat die grot niet té ver weg is? Want ik wil wel op tijd terug zijn voor het gevecht te zien met de Zwarte Draak."
Ik rol met mijn ogen maar antwoord niet. Waarschijnlijk een typische Tygo opmerking, waar ik nog aan moet wennen. 
Tygo verlengt plots zijn passen en komt naast me lopen. Hij legt zijn hand om mijn pols en geeft een kort rukje aan mijn arm, zodat ik een kwart ben gedraaid en dus recht in zijn ogen kijk. Hij legt zijn getatoeëerde arm om mijn middel heen en laat verleidelijk zijn blik over mijn hele lichaam glijden. Zijn ogen klemmen zich vast op mijn zwarte jumpsuit, die ik thuis snel ben gaan aantrekken. Ik had er namelijk weinig voor gevoeld om in dezelfde kleren te blijven rondhangen waarmee ik doorheen Atlanta had gezwommen, waarmee ik tegen een Draak gevochten had, en waarmee ik doorheen Reuzenland en Indianenland gereisd ben. 
De jumpsuit hangt bij mijn schouders af, waardoor een groot deel van mijn borstkas ontbloot is. Mijn gouden ketting zorgt voor de enige invulling, want ook bh bandjes zijn niet aanwezig. 
Een voordeel: mijn tatoeages zijn hierin duidelijk zichtbaar.
De short van mijn kledingstuk is kort, waardoor ik er snel nylonkousen onder aan had getrokken. Ik ben namelijk niet erg trots op mijn lijkbleke huid met brandwonden. Aan mijn voeten draag ik elegante laarsjes, met wederom een hak. Ik ben er inmiddels gewend aan geraakt om op hakken rond te reizen.
Oh ja, en niet te vergeten: ik draag opnieuw mijn zwarte, typerende, lederen jasje. 
"Je ziet er goed uit, Scarlett. Erg goed zelfs..." complimenteert Tygo me, zonder zijn blik af te wenden van mijn blote schouders.
Arrogant sla ik mijn blik naar zijn arm en bijt vervolgens op mijn wang. Ik voel het bloed doorheen zijn aders stromen, aders die tegen mijn brandwonden drukken. Bloed dat ik nodig heb om te genezen en te overleven...
"Als je het je ooit nog waagt zo'n streek uit te halen, dan zet ik mijn tanden in je", sis ik kwaad en ruk me los. Zijn andere hand ligt nog steeds om mijn pols heen. Zijn vingertoppen glijden zacht over mijn huid en laten sporen van een koraalrode stof achter. Ik kijk er vragend naar.
"Wat is dàt?"
"Mijn manier om te tonen dat je me opwindt", vertelt hij me. "Dus volgende keer, als je je kwaad maakt, kus ik je."
"Je zou het maar eens moeten proberen", grom ik.
"Willen we het nu al uittesten? Nadien smeek je me ongetwijfeld voor meer."
"Ik heb zo'n verschrikkelijke hekel aan je", antwoord ik bits en stap boos weg. 
Het liefst van al vlucht ik nu, en aangezien ik véél sneller ben dan hem, zou het me ook geen enkele moeite kosten om hem af te schudden. Maar hij is naar mij toegezonden geweest door Merida. Zij zou nooit zoiets doen zonder een reden, dus ik vermoed dat ik hij nog wel te pas kan komen. En om Chris te redden heb ik het er zelfs voor over dat hij de hele reis bij me blijft.
"De grot is wel degelijk nog héél ver weg. We moeten eerst Magieland doorkruisen, dan vier-seizoenenland en dan..."
Ik haak mijn zin af, omdat ik niet eens weet wat erachter komt. Ik weet waar de grot ligt, dankzij de geografische kaart die ik ooit eens in een Schaduwjagersschool heb zien omhoog hangen. Maar ik ben vergeten welke Rijken ervoor liggen, ik had dan ook nooit les –mogen – volgen. Aangezien ik ook nooit geïnteresseerd was in de zuidoost kant van Fantasia ben ik nooit op verkenning getrokken. Misschien wel een hele domme fout van me.
"Zal ik me omvormen tot zwarte panter? Dan zijn we over een halfuurtje aan het einde van vier-seizoenenland." 
Ik blijf abrupt staan en kijk met grote ogen naar Tygo. Ik moet een lachje diep in me onderdrukken omwille van zijn poging tot 'reddende engel' te spelen. 
"Tygo, ik moet maar één stap al lopend zetten of ik ben al mijlenver weg van je. Dat is dus niet het probleem."
"Maar als loslopende Vampier, die nog altijd zogezegd omgekomen is in Zomer, is het misschien makkelijker om je even gedeisd te houden en te doen wat elk ander meisje zou doen. Iets onopvallend."
Ik kruis mijn armen voor mijn borst en klem mijn lippen op elkaar. Die verleidende Vormveranderaar heeft nog gelijk ook...
"Goed dan. Maar gewoon tot aan het einde van vier-seizoenenland, dan gaan we weer te voet verder. Akkoord?"
Tygo glimlacht schuin en sluit zijn ogen. Zijn lichaam vervaagd langzaam in een mysterieuze wolk van groene mist. 
Groene mist... 
Het is duidelijk dat Merida Tygo gemaakt heeft tot wie hij nu is. Overal waar deze Goede Heks langskomt, laat ze groene sporen achter. Groen is de kleur van haar magie. 
En van de hoop. 
Tygo wordt uiteindelijk helemaal ingepakt door de groene mist en wordt stukken kleiner. Hij krijgt ronde, kleine oortjes en een donkerzwarte vacht. Zijn armen en benen hebben plaats moeten maken voor sterke poten, waarvan de vacht van één poot opvallend is: er zitten allerlei tekeningen in de poot, die verdacht veel lijken op de tatoeages die hij daarnet nog had. Hij heeft sterke klauwen, met vlijmscherpe nagels, die zo iemand zijn hart eruit kunnen rukken. Van zijn knappe uiterlijk en intimiderende karakter is er nu nog maar weinig te zien.
Tygo slaat zijn ogen open: fel oplichtende, witte ogen met een langwerpige donkere pupil kijken me doordringend aan. Hij geniet duidelijk van mijn bewondering, maar hij blijft zich koelbloedig gedragen. 
"Daarnet keek je ook zo naar mij, weet je dat? Je vindt dus duidelijk mijn beide gedaantes wel iets hebben", lacht hij.
Het is raar om de stem van Tygo uit de bek te horen komen van deze zwarte panter, maar ik onderdruk dat vreemde gevoel. Ik moet het kunnen plaatsen dat deze panter en Tygo eigenlijk één en hetzelfde wezen zijn. 
"Als jij dat wilt geloven", ik kruip op Tygo's rug en vlecht zijn vacht doorheen mijn vingers, "wie ben ik dan om je dat trotse gevoel af te pakken?"
Tygo gromt binnensmonds, zoals alleen moedige panters dat kunnen doen, en zet het op een lopen.

Fantasia 4: Oneindig OnsterfelijkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu