Hoofdstuk 4: egoïstische krijger

74 8 0
                                    

~Jack~

Het weer lijkt een spiegeling te zijn van mijn inwendige wrok. Wrok tegen mezelf. Terwijl het buiten dondert en bliksemt, vervloek ik mezelf dat ik het meest inspirerende meisje van heel Fantasia heb laten gaan. Het meisje waar ik zo verliefd op ben.
En waarom?
Omdat ik bang ben om dood te gaan. Omdat ik bang ben om te falen voor de ogen van alle Fantasiawezens. Omdat ik weet hoe belangrijk mijn functie in dit gevecht is. Ik zal bepalen of Fantasia weer vrij en vreedzaam zal zijn, of verder in oorlog zal verkeren en de hele tijd geconfronteerd zal worden met angst en mensen met slechte bedoelingen. Ik zal het verdere verloop van Scarletts toekomst bepalen, onrechtstreeks weliswaar, maar toch zal ik het doen. Ik zal bepalen in welke soort wereld zij zal leven.
"Jack De Valk?" de stem van Tristan klinkt vanuit de deuropening. "Leonora is klaar om je te ontvangen."
Ik schenk Tristan een korte knik en loop achter hem aan. Het kasteel zal altijd een doolhof voor me blijven, bestaande uit identiek lijkende gangen en grote schilderijen aan de wanden. De muren zijn sneeuwwit, bijna zo wit als Scarletts huid. Ik glimlach zacht bij het gedacht aan Scarletts huid. Dan dwaalt steeds het beeld voor mijn ogen van mijn lippen die haar hals zoenen. Een gevoel waar zowel zij als ik telkens opnieuw erg van geniet.
"Het was erg slim van je om Scarlett weg te sturen, Jack." Tristan lacht gemeen. "Het wordt tijd dat die gemene bloedzuiger begint te beseffen dat ze niet alles kan hebben."
Mijn vingers krullen zich tegen mijn handpalmen en duwen mijn nagels in mijn huid. Mijn tanden knarsen over elkaar en mijn bloed kookt.
"Neem je woorden terug", sis ik kwaad en blijf staan.
Mijn woorden klinken hol na in deze lange, lege gang, maar toch ook dreigend. Tristan blijft staan en lacht zijn tanden bloot. Hij kruist zijn armen voor zijn borst en haalt zijn schouders nonchalant op.
"En wat als ik dat niet doe?"
Ik voel weer een steek in mijn zijwonde. Het was een letsel dat Tristan veroorzaakt had in Eenhoornland, toen ze ons aanvielen. Ik kan nog steeds voelen hoe het kleinere zwaardje als boter weggleed in mijn vel en me met een lelijke steekwonde achterliet. Zijn woorden razen nog steeds doorheen mijn hoofd, als een wervelwind die maar niet verdwijnen wilt.

Je bent niets waard zonder Scarlett. Zij is de enige reden waarom jij nog in leven bent.
Bovendien is ze knap, hé? Geef toe dat haar onverschrokken gedrag supersexy is. Zelfs ik zou het bed wel eens met haar willen delen.

"Je had gelijk, Tristan", zeg ik zacht. "Maar ik ga er dringend verandering in brengen."
Tristan trekt zijn wenkbrauwen vragend op, waardoor zijn voorhoofd fronst. Hij lijkt erop dat Tristan minder goed zijn eigen woorden voor de geest kan halen dan ik.
"Waar ga je verandering in brengen?" vraagt hij spottend.
Ik baal mijn handen tot stevige vuisten en doe een paar passen vooruit, tot ik voor Tristan kom te staan. Tristan is ongeveer even groot als ik, maar zijn ruwe huid bewijst dat hij al meer doorstaan heeft dan ik. Hij is ook wat ouder dan ik, en zal dus bovendien over meer vechtervaring beschikken. Zijn armen zien er gespierder uit dan de mijne, maar toch wil ik mezelf bewijzen. Een kleine beproeving om te weten of ik wel klaar ben om uiteindelijk hét grote gevecht aan te gaan. Om wraak te nemen voor alles wat zijn lieftallige koningin mij heeft afgenomen. En voor de steekwonde die hij me bezorgd heeft.
"Je durft niet te vechten, Jack, omdat je niet weet hoe het moet."
Ik leg mijn onderarm tegen zijn keel en druk hem tegen de muur. Mijn ogen spugen vuur en adrenaline giert doorheen mijn aders. Even voel ik me sterk, maar Tristan geeft me een klap tegen mijn bekken, waardoor ik in elkaar krimp en mijn handen tegen het bot leg. Mijn wonde begint meteen weer te bloeden en de brandende pijn wint het van mijn gezond verstand. Razend kijk ik hem aan.
"Vecht dan toch terug, Jack. Of ben je daar te laf voor?"
Ik hoor mezelf zwaar ademhalen, een paar keer zelfs. Ik kan even aan niets denken, alleen aan de drang om hem neer te slaan. Maar een koele hand op mijn schouder brengt me terug naar de werkelijkheid en fluit me weg van mijn wraakzucht.
"Kom Jack", fluistert een zwoele meisjesstem vlakbij mijn oor, terwijl ze uitdagend naar Tristan kijkt. "Hij is het niet waard. Wij hebben wel wat beters te doen."
"Je komt er weer goed vanaf, lafaard", lacht Tristan spottend.
Dat is de druppel. Ik schiet naar voor en plant mijn vuist tegen zijn kaak. Al snel zitten we verwikkeld in een hels gevecht, rollebollend over de vloer. Vuisten slagen tegen alle mogelijke plekken op ons lichaam en er vloeit zelfs bloed. Bloed uit mijn steekwonde en uit Tristans neus.
"Jack! Hou daar nu onmiddellijk mee op!" zegt het meisje kwaad.
Ik wil alles behalve ophouden met vechten, maar de strenge stem heeft iets... magisch. Het is niet meer de zwoele toon van daarnet, maar deze keer is het dreigend. En tegen al mijn wil in, alsof ik een pop ben en zij met mijn touwtjes speelt, kruip ik overeind en sta met neergebogen hoofd voor het meisje. Ik kijk het meisje vanonder mijn wimpers aan, zodat ik een beeld zou kunnen vormen van deze jongedame, maar de randen van mijn gezichtsveld zijn wazig en donker. Mijn hoofd gonst en ik heb een vreselijke, bittere bloedsmaak in mijn mond.
"Jij ook, Tristan. Sta op."
Ook Tristan volgt zonder enige tegenspraak haar bevel op. Ik kijk hem vanuit mijn ooghoeken niet-begrijpend aan, maar hij ontwijkt mijn blik. Hij gaat in exact dezelfde houding als ik staan, neerbuigend voor een jongedame waar ik nog steeds geen beeld van kan vormen. Ik wil mijn hoofd optillen, maar elke spier in mijn lichaam weigert dat te doen. Ik ben de meester niet meer over mijn eigen lichaam, dat is namelijk het meisje geworden dat voor me staat. Ze beschikt over een gave waar anderen alleen maar over kunnen dromen: ze kan iedereen laten doen wat zìj wilt. Heel gevaarlijk, maar ook spectaculair. Ik herinner me dat Scarlett me verteld had dat elk Dierenwezen over een gave beschikt, zoals Robert mensen kan hypnotiseren. Zou zij...? Het kan bijna niet anders.
"Foei, jongens! Ik dacht dat jullie minder vechtlustig waren." Het kind stapt rond ons heen terwijl ze haar hand langs onze schouders laat glijden. "Ik mag hopen dat er een goede reden achter zat?"
Tristan schraapt zijn keel en tilt zijn hoofd wat meer in de lucht.
"Het zal niet nog een keer gebeuren, prinses Qiyara. Dat beloven we."
"Dat mag ik hopen", het jonge meisje komt weer voor ons te staan en slaat haar armen over elkaar heen. "Mama houdt er niet van als er gevochten wordt in haar kasteel."
Verbaasd frons ik mijn voorhoofd, en ook al zou ik graag de mysterieuze persoon voor me willen aankijken, het lukt niet. Er werkt een kracht op me in die niet te overmeesteren valt. Ik laat de woorden van de jonge prinses op me inwerken en realiseer...
"Bent u..." ik schraap mijn keel, "de dochter van koningin Leonora?"
Ik hoor haar voetstappen dichterbij komen. Ze tilt met twee vingers mijn kin op en kijkt me speels aan. Het is een prachtig kind, met opvallende, zeer lichtbruine ogen en een fijn gezicht, dat omringt wordt door okerkleurige, krullende haren. Ik schat haar een jaar of dertien, niet ouder. Ik realiseer dat ik dit kind al eens eerder gezien heb, toen Scarlett en ik aangekomen waren met Excalibur in Dierenland. Leonora had toen Qiyara aangesproken en haar aangemoedigd om het oordeel over Chris uit te spreken.
"Dat heb je goed opgemerkt, Jack", fluistert ze zacht en laat mijn kin los. Vervolgens richt ze zich tot Tristan.
"Waarom moest hij naar mijn moeder?"
"Orders van koningin Leonora, prinses. Ik weet niet waarom."
"Goed dan", Qiyara laat haar blik op mij los, waardoor ik me weer vrij voel. De druk die op mijn schouders lag, is plots verdwenen. Ik kan me weer bewegen zoals ik het wil.
"Ik breng Jack wel naar mijn moeder. Ga jij je maar... ergens anders nuttig maken."
"Maar... Prinses Qiyara..."
Kwaad flitsen haar irissen in de richting van Tristan, die plots stokstijf blijft stilstaan. Zijn rechterhand nog steeds wat meer opgeheven, zijn linkerbeen voor zijn rechterbeen uit. Zijn mond is zelfs nog lichtjes open door de laatste letters die hij amper kon uitspreken.
"Was ik niet duidelijk genoeg?! Verdwijn, Tristan!" snauwt Qiyara. Ze laat Tristan weer los,
waardoor deze op een drafje de lange gang verlaat. Ik slik de brok in mijn keel weg en besef dat deze beeldschone, fascinerende puber wel eens gevaarlijker zou kunnen zijn dan haar moeder. Laat staan wat moeder en dochter zouden kunnen bereiken mochten ze samenspannen en hun sterke posities zouden gaan misbruiken.

Fantasia 4: Oneindig OnsterfelijkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu