Hoofdstuk 19: gestorven in naam van de liefde

68 9 2
                                    

~Merida~

Een mens is gemaakt om zich –uiteindelijk – te binden. Als Goede Heks had ik altijd gedacht dat ik me stiekem al gebonden had aan mijn magie. Ik zou me geen leven meer zonder die groene glinsteringen kunnen voorstellen. In mijn gedachten stond ik in een rechte lijn met mijn eigen magie, en was ik hiermee onlosmakelijk verbonden.
Maar nu lijkt dat hele plan plots in de war gestuurd te worden. En dat allemaal door slechts één persoon, één handeling en één zin: '... Of je met me trouwen wilt'. Hopeloos verliefd dat ik geworden ben op koning Simon had ik geen 'neen' kunnen zeggen. En nu ik hier doorheen Simons doolhof dwaal en mezelf tienduizend keer afgebeeld zie als een prinses in een lange, witte jurk, twijfel ik niet langer aan mijn antwoord. Het was juist van me geweest om 'ja' te zeggen.
En het was al zeker de juiste beslissing geweest om mijn eigen jurk te ontwerpen.
Het was simpel geweest: in mijn hoofd had ik al jaren de ideale trouwjurk ontworpen, dus met enkele simpele glijdingen over mijn lichaam was deze nu ook werkelijk tot stand gekomen. Ik had in de spiegel toegekeken hoe er vanuit mijn groene glinsters witte stof was ontstaan. De jurk zit vrij strak rond mijn lichaam heen en heeft een kleine strik net iets boven mijn bekken. Mijn borstkas en armen zijn beschermt door een flinterdun laagje kant, waarin een bloemenprint verworven zit. Het is een simpele jurk, maar wel elegant en vrouwelijk. In mijn korte, blonde haar rust een diamanten diadeempje, waaraan een lange sluier verbonden zit. Een diamanten armband om mijn rechterpols maakt het plaatje af. Kortom: ik zie eruit zoals de bruid waarvan ik altijd al gedroomd had. Ik zie eruit als de verloofde van een koning.
Ik hef mijn jurk wat meer op wanneer ik Spiegelland uitwandel en Magieland betreedt. Het was een geste van Simon geweest om in mijn huidige Rijk te trouwen, en niet alleen omdat ik me daar thuis voel. Magieland is nu eenmaal gezelliger, kleurrijker en vrolijker met zijn geconcentreerde magie – dat zich uit in duizenden diamanten vertoont – dan de lange gangen van spiegels en de kille marmeren vloeren. Het enige nadeel bij deze keuze is dat ik nu wel een eindje moet stappen op die witte, dromerige hakken van me en de sleep van mijn jurk en het uiteinde van mijn sluier vuil kunnen worden. Maar met een handomdraai en een beetje magie zal de stof er weer uitzien zoals verse witte sneeuw.

~⌘~

Ik tref Simon aan bij de afgesproken plek. Het is een open plek in het midden van het Magiebos, waar een talrijk aanbod aanwezig is van bloemen. In het midden van deze open plek staat een grote treurwilg, met zijn lange takken die bijna de grond kunnen raken. Zijn bladeren drijven op het wateroppervlak van het meertje dat voor de treurwilg ligt. Je kunt alleen via een houten bruggetje de grote boom bereiken.
Onder die boom staat Simon. Met zijn rechterarm duwt hij de takken opzij, terwijl hij zijn linkerhand naar me uitstrekt. Het grijze, strakke pak staat hem erg sexy en voor het eerst in dagen ziet hij er verzorgd uit. Hij heeft zich geschoren en zijn haar deftig gekamd. Hij ziet er uitgerust uit, maar tegelijkertijd ook een beetje nerveus. En zo voel ik me diep vanbinnen ook: ik heb het gevoel dat ik, op dit moment, de gelukkigste vrouw van de wereld ben, maar diep vanbinnen voel ik me ook misselijk door de grote stress die als een baksteen op mijn maag valt. Mijn hart valt mijn ribben om de seconde met een harde stoot aan en mijn longen weigeren soms naar adem te happen. En al zeker wanneer Simons opvallende blauwe ogen de mijne ontmoeten en hij een geruststellende glimlach naar me weet uit te proesten.
Simon laat de takken achter me terug op hun plaats vallen en komt vervolgens achter me staan. Hij legt zijn armen om mijn middel heen en kust teder mijn hals. Ondertussen prevelt hij de woorden 'je ziet er beeldschoon uit'. Een warm gloed hult zich om mijn hart. Mijn bloed kolkt in mijn oren en mijn handen trillen van ontroering.
Waaraan heb ik deze lieve Simon verdiend?
Ik draai me verlegen om en leg mijn handen in de zijne. Mijn ogen hebben nog nooit zoveel hoop en zoveel gelukzaligheid uitgestraald als nu.
"Zullen we dan maar direct doorgaan naar de huwelijksgeloften en het uitwisselen van de ringen?" stelt Simon met een speelse grijns voor.
Ik knik enthousiast en volg elke beweging van Simon nauwkeurig op. Met zijn hand gaat hij naar de binnenkant van zijn kostuumvest, waar hij een fluweelzacht doosje uitneemt. Ik doe hetzelfde, alleen moet ik mijn doosje gaan halen uit een denkbeeldige inventaris die ik steeds bij me draag.
Magie hebben heeft toch soms grote voordelen.
We openen gelijktijdig onze doosjes en tonen aan elkaar exact dezelfde ring. Het is een simpele ring, veel minder majestueus dan mijn verlovingsring, maar hij is nog steeds prachtig. Het is een fijne ring, gemaakt van bladgoud, met een grote edelsteen in het midden. Naast de edelsteen zijn drie kleine parels geplaatst, langs weerskanten van de edelsteen. Links zijn de parels groen, rechts zijn ze grijs. In de kleine edelsteen staan onze initialen gesigneerd: M.M. & K.S.
Merida Merlijn & Koning Simon.
Simon kijkt me recht in mijn ogen aan, en begint zacht de volgende woorden te prevelen: "We slagen ook gewoon de huwelijksgeloften over. Ik kan niet wachten om je te kussen."
Een rode blos stijgt vanuit mijn hart op, over mijn hals, naar mijn wangen toe. Mijn handen glijden weg in die van Simon, omdat ze klam beginnen aan te voelen. Misschien wil ik inderdaad ook niets liever dan zijn ring om mijn vinger te voelen, en me voortaan zijn vrouw te mogen noemen.
Simon laat een hand los, terwijl hij mijn andere hand naar zijn gezicht toebrengt. Hij drukt voorzichtig een kus op mijn knokkels, waarbij ik zijn gladgeschoren kin even kan aanraken. Vervolgens schuift hij die mooie ring om mijn vinger, terwijl ik 'ja, ik wil je vrouw zijn' zacht fluister. Volgens het ritueel doe ik ook Simons ring om, die ook zijn ja-woord vol overtuiging uitspreekt.
En daar staan we dan, onder de magische treurwilg, verdrinkend in elkaar ogen. Onze vingers zijn met elkaar verstrengeld en onze monden hebben zich automatisch naar elkaar begeven. Ik sluit genietend mijn ogen en voel de wereld om me heen vervagen. Simon en ik zijn het middelpunt geworden. Fantasia draait om ons en wij zijn niet langer haar bewoners. Nu is het alleen nog maar die knappe koning en ik. Nu zijn wij man en vrouw, tot in de eeuwigheid. Al deze mooie dingen realiseer ik terwijl Simon alle lucht uit mijn longen zuigt, en met zijn warme lippen de mijne kust.
Onze kus lijkt nu al lang te duren, maar zou waarschijnlijk een eeuwigheid geduurd hebben mochten we niet gestoord worden.
Vanuit het niets worden we plots omsingelt door Weerwolven, Dierenwezens, koningin Leonora en haar vreselijke hulpje Tristan. Maar aangezien Simon en ik onze ogen gesloten hebben en niet doorhebben dat we begluurt worden, komt de uithaal van een grijze Weerwolf tegen mijn benen hard aan. Ik zak doorheen mijn knieën en kom met een harde klap tegen de grond terecht. Verbaasd sper ik mijn ogen wijd open, en gooi mijn hoofd bruusk om me heen. Overal zie ik hongerige ogen naar mij en Simon staren. Ogen die een blik van wraak met zich meedragen. Tanden die ontbloot worden om mijn vlees aan stukken te scheuren. Grommende geluiden die de woede en arrogantie weergeven.

Fantasia 4: Oneindig OnsterfelijkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu