Wit.
Dat was het eerste wat ik zag. Niet onlogisch, aangezien de meeste plafonds wit zijn. Het was te fel voor mijn ogen, dus deed ik ze weer dicht. Ik voelde een aangename warmte bij mijn hand en dat was geen kachel. Ik opende mijn ogen en knipperde. Het was alsnog te fel, dus mijn ogen schoten weer dicht. Maar niet zonder op te merken dat er een persoon aan mijn bed zat. Aan het postuur te zien was het een man. Het verbaasde me dat ik dat in zo snel had gezien. Ik probeerde te praten, met alle wil die ik had. Het lukte ook, alleen was ik schor en waarschijnlijk onverstaanbaar.
'Evan, oh Evan... Je wilt niet weten hoeveel ik je gemist heb!'
Dat was de bedoeling. Of het er echt zo uitkwam weet ik niet. Het maakt ook niet uit, ik denk dat het de boel alleen maar erger zou maken. Ik had het fout, zo fout. Evan zat niet aan mijn bed met smacht te wachten op mijn bewustzijn, nee, het was Jace. Ik had mijn ogen namelijk na tientallen pogingen alsnog open gekregen, wat er, gok ik, aardig debiel uit had gezien.
Ik had eerder verwacht dat Ryan degene was die aan mijn bed zou zitten, als ik dan toch iemand van hun moest kiezen. Max en Luke zijn ook nog mogelijkheden, maar Jace? Nee, ik had nog eerder een wildvreemde aan mijn bed zien zitten dan hem.
Aan zijn blik te zien was hij niet bepaald blij dat ik die zin had gezegd. Zijn blauwe ogen waren vol met woede en onbegrip en het was hypnotiserend. Ik keek na een lange tijd starend naar zijn ogen verder en zag dat er een patroon was ontstaan op zijn wang. Aangezien dat hetzelfde patroon is als op het dekbed, ga ik ervan uit dat hij op die wang heeft geslapen. Zijn zwarte haren zitten zoals vaker in de war. Beiden staarden we elkaar aan, maar we zeiden geen woord.
Ik vond het rustig, ik wilde op dit moment ook niets zeggen. Er was niets dat ik Jace te vertellen had. Hij mij des te meer, ook al verwachtte ik niet dat ik ooit antwoord zou krijgen op mijn duizenden vragen. Voor de hand liggende vragen en aparte vragen spookten al dagen door mijn hoofd. De antwoorden zou ik bij niemand anders kunnen krijgen dan bij Jace, maar op één of andere manier ontweek hij mij. En alsnog zat hij hier, mijn hand vasthoudend. Langzaam trok ik mijn hand uit de zijne, met de bedoeling om te zeggen dat ik niet wou dat hij mijn hand vasthield.
'Toe, laat me alsjeblieft je hand vasthouden,' smeekte hij terwijl hij mijn hand weer vastpakte.
Ik was te verbaast om hem weg te trekken of te protesteren en stiekem vond ik het wel schattig. Ik was verbaast door zijn stem, het was zo zwaar. Ik was ook verbaast door zijn smeekbede, waarom was mijn hand zo belangrijk voor hem?
'Het was al erg genoeg om je bijna dood te zien gaan...' Fluisterde hij er achteraan.
Waarschijnlijk was het niet de bedoeling dat ik dat hoorde, maar toch deed ik dat. Ik kan me niet meer herinneren dat ik een bijna dood ervaring heb gehad, niet sinds die ene keer dat er een traktor recht op mij af reed. Ik probeerde rechter op te gaan zitten om beter te kunnen praten, maar mijn rug werkte niet mee. Ik kon mezelf niet helpen en voordat ik het wist schreeuwde ik het uit van de pijn. Jace schrok en riep een dokter. Ik had onderhand ook wel door dat ik in een ziekenhuis lag, dus ik was dankbaar dat hij de dokter riep.
Een bloedmooie vrouw kwam binnen lopen. Haar zwarte haren waren sierlijk verbonden in een staart achterop haar hoofd. Ze had de rondingen op alle juiste plekken en haar grijsachtige ogen waren niet te missen. Ik voelde me ongemakkelijk met al die perfecte mensen om mij heen, maar ik probeerde het niet te laten merken.
'Wat is er aan de hand?'
Een zuivere stem klonk door de kamer en meteen voelde ik me nog onzekerder. Ik kende haar niet en toch had ik het gevoel dat er geen enkele imperfectie te vinden was bij haar. Jace wierp haar integendeel een boze blik toe.
JE LEEST
Kidnapped By My Mate?
WerewolfIk draai de deur op slot en loop naar huis. Alleen ik loop niet alleen. Ik hoor voetstappen achter me. Automatisch begin ik sneller te lopen. De voetstappen ook. Ik heb een soort gevecht met mezelf of ik me om moet draaien om te kijken wie er achter...