Ik werd wakker door het geluid van staal op staal.
"Okay beesten! Rise and shine!" Schreeuwde een dikke man van rond de 50. Hij sloeg met een stalen buis tegen de tralies van de cellen aan.
Kreunend stond ik op. Nog dronken van de slaap -en niet te vergeten, het verdovingsmiddel van de vorige dag Probeerde ik te ontdekken waar ik was. Helaas duurde het niet lang voordat de gebeurtenissen van de afgelopen paar dagen terug kwamen en ik mij achterover op het matrasje liet vallen.
Was het maar een droom, of zeg maar beter een vreselijke nachtmerrie.Opnieuw probeerde ik te bedenken hoe ik in deze shit had kunnen belanden. Wat had ik fout gedaan?
Ik kon niet bedenken wat de oorzaak van mijn problemen had kunnen zijn, helaas.Het geluid van een plastic bord wat over de betonnen vloer schoof en de geur van oud brood liet mijn spieren weer in werking stellen.
Vluchtig strortte ik mij op de homp brood die door de tralies was geschoven. Het was bijna niet weg te krijgen, maar ik had zo'n honger dat de homp binnen een minuut was verdwenen.
Het glaasje water klokte ik ook in een keer naar binnen, niet eens nagedacht te hebben over de mogelijke troep die erin zou kunnen zitten liet ik mij weer op het bed vallen.
Nu mijn maag weer even stil was, kon ik bezig gaan met een plan bedenken. Een plan.. een plan waardoor ik hieruit zou kunnen komen, een plan wat mij mijn vrijheid terug zou geven. Ik had maar een voorwaarde in dit plan verwerkt, ik moest Angel vinden. Ik kon haar niet achter laten! Ze moest terug naar haar familie, ze zouden haar waarschijnlijk wel missen. Zou ik misschien bij hun in kunnen trekken? Hoe zou dat zijn, in een wilde roedel. Zou het anders zijn? Niet dat ik lang in een roedel heb gewoond maar toch. Zouden ze anders met elkaar omgaan? Zouden ze met ons kunnen communiceren? Zouden..."Waar zit dat mooie hoofdje van je, schat." Ik sprong op en rende naar de hoek van de cel om vanaf daar te kunnen zien wie mijn gedachtes verstoorde. Hoe had ik hem niet binnen kunnen horen komen?
Marcus grinnikte en liep weer op mij af. Jammer voor hem, ik had mijn energie terug en mijn maag was gevuld. Dit keer zou hij het er niet zo makkelijk vanaf krijgen.
Ik stond stil totdat hij nog maar een halve meter van mij vandaan stond. Op het moment dat hij mijn arm wou vastpakken, dook ik naar beneden en stond achter hem.
"Wat ben je van plan?" Zij ik verward.
Hij grijnsde.
"Overplaatsing, vandaag is de grote dag. lieverd." Voordat ik doorhad wat hij deed, zat er een verdovingspijltje in mijn been.
Ik schreeuwde even van de onverwachte pijn en trok de naald en houder uit mijn been. Langzaam voelde ik hoe mijn spieren iets verslapte, maar ik stond nogsteeds recht op en kon alles nog helder zien. Mijn armen werden achter mijn rug gedraaid en met handboeien vast geketend.
Ik schold hem met mijn complete arsenaal aan ongeschikte woorden uit terwijl hij mij de cel uit duwde.
Stefano keek mij nog met een geruststellende blik na, maar ik had daar op dit moment niet veel aan.
Alle halfbloeden waren aan het janken en schreeuwde naar Marcus. Ergens stond er iets van verwarring in zijn houding geschreven, maar hij herstelde zich al snel. Ik werd het complex uitgeleid. Ik probeerde alle gangen in mij op te nemen, maar het waren er zo veel! De lucht hier rook ontzettend chemisch waardoor mijn neus mij ook in de steek moest laten.
Na-voor mijn gevoel- honderd gangen gehad te hebben, werd ik uiteindelijk een ruimte in geduwd die volkome leeg was. Er stond niets in. Ook de muren waren enkel beton en meer niet. Het enige voorwerp in deze kamer was een kleine camera in de hoek van de ruimte.
Ik ging tegen de muur aan zitten. Mijn hoofd bonkte van de troep die Marcus zojuist in mijn lichaam had gespoten. Ik haatte hem en schold hem binnenmonds uit met alle scheldwoorden die in mijn woordenboek stonden, alweer.Ik zat en dacht na, ik zat daar al een paar uur. Ik dacht na over het leventje wat ik hiervoor leed, het leek al zo lang geleden! En toch was het nog geen 3 weken terug. In mijn oude leven, waar ik een school had met mensen zoals ik, met vrienden zoals ik.
In dat leven, waar het thuis misschien niet echt geweldig ging, maar ik had niks te klagen vergeleken dit, ik was vrij om te gaan waar ik wou, op dit moment word elke beweging in de gaten gehouden en word ik minimaal 3 keer per dag onder schot gehouden.Hou zou het met mijn vrienden gaan?
Zouden ze het weten? Luca? Amy? Dannie? Matt? Zouden mijn beste vrienden weten dat mijn bestaan is ontdekt?
Zij waren de enige levensvormen die van mijn wolf afwisten. Ik moest lachen aan de herinnering van de dag dat ik ze het liet zien, dat ik hen de verantwoordelijkheid gaf om dit geheim te houden als mijn vrienden.Het leven was goed, Niet perfect; verre van dat. Maar het was goed. Ik had leven, ik had vrijheid.
Het moment dat ik mijn vrienden vertelde dat ik moest verhuizen was vreselijk. Ze hebben zo lang overwogen om samen de bossen in te vluchten en te leven als wilde, maar ik kon het niet, ik wou mij als mens gedragen. Natuurlijk, ik was een halfbloed; daar verander je niks aan. Maar ik was een halfbloed, geen wolf. En ik wou zo leven. Misschien was ik te trots om als beest te leven, misschien was ik ergens bang dat ik niet zou kunnen overleven in het wild met mijn opvallende vachtkleur. Of misschien wist ik dat ik niet kon rennen van mijn problemen, en de kans op gevonden worden groter was als ik voor altijd als mijn wolf zou leven.Die gedachte was dom. Vreselijk dom. De kans om gevonden te worden was in mijn nieuwe leven velemale groter dan ik het woud. Zo groot zelfs dat die kans werkelijkheid werd. Maar hoe moest ik dat weten?
Ik hoorde gerommel en geschuif door het hele gebouw heen. Wat waren ze aan het doen?De stalen deuren gingen open en een groep van 5 labjassen kwam naar binnen gelopen, gevolgd door Marcus en een grote, gespierde maar toch vrij dikke man
Die dikke man..
Mijn ogen hielden contact met hem. Het was diezelfde man uit de keep van claus. Diezelfde man die Angel onder schot hield en mij dwong te veranderen in mijn wolvenvorm.
De groep ging voor mij staan, ik zat nog steeds tegen de muur aan. Maar er was ook niet veel ruimte om te ontsnappen dus deed ik geen moeite, de deur was tenslotte allang weer vergrendeld.
Ik keek van de deur naar Marcus naar de dikke man."Zo, toch geen zaken meer gedaan met Claus?" zei ik uiteindelijk omdat er niks gebeurde.
De man grijnsde. "De jackpot was verhuisd, dat heet concurrentie. en jammer voor hem is Claus daar niet zo goed in." zei hij met zijn lage bromstem.
Marcus lachte en knikte naar de labjassen.
Het groepje van vijf liep op mij af, waardoor ik automatisch opstond en wegschoof. "Vandaag is je grote dag, schat. Dus we gaan je eventjes nakijken en oppoetsen voor the grand finalé. " zei hij met een frans accent.
De eerste labjas pakte mij bij mijn arm vast en voordat ik deze weg kon trekken gleed er een groot ijzeren voorwerp net boven mijn linker pols. Het leek op een soort armband.
Toen ik het eraf wou trekken kwamen er een paar kleine pinnetjes uit die zich als weerhaakjes in mijn huid staken. Ik piepte licht doordat het niet alleen kleine naadjes waren, ik voelde dat ze een vloeistof in mijn arm spoten."Dit is onze nieuwe techniek om eigewijze wolfjes en andere hafbloeden onder controle te kunnen houden." zei Marcus zelfvodaan.
"Nu het is ingesteld kunnen we aan de slag. "
De naaldjes trokken zich terug in het apparaat. Ik bekeek de bovenkant, er stond een nummer op met daaronder het icoontje van een wolf. Ergens links onderin zag ik het teken van een vrouw.
Fijn, ik werd benoemd met welliefst 3 termen! Een nummer, een pictogram en een geslachtbepaalend icoontje.
Een woord, ge-wel-dig."En weet je wat nog leuker is," zei marcus. "Het bevat niet alleen verdovingsmiddel, maar ook een 120 volt 'batterijtje'."
Ik snapte niet wat hij bedoelde, nog de dikke man naast hem. Maar helaas kwam ik er al snel achter wat hij bedoelde.
JE LEEST
The Run
Werewolf~"Rennen! Rennen Alice!"~ Altijd ben ik gevlucht, weggerend van mijn problemen. Problemen die mij enkel en altijd weer terug vinden, op het moment dat je ze het minst verwacht. ~"Niet stoppen, doorgaan!"~ De beelden spoken rond in mijn dromen, op pl...