Hoofdstuk ~ 15

806 39 6
                                    

met een schok kwam ik overeind. ik voelde hoe iemand mijn arm die door de lucht sloeg vast pakte en niet los liet. ik keek verdward en verdwaast naar de ruimte waar ik mij in bevond en vervolgens de naar de persoon die mijn arm vast had gepakt. Marcus keek mij met een strakke blik aan. ik keek hem vragend aan. toen ik geen reactie keek, keek ik naar zijn arm waar een stevig verband omheen zat. toen kwam alles weer terug. Hoe ik Marcus had gebeten en zijn arm waarschijnlijk had gebroken. Ik kon een lichte grijns niet onderdrukken. wat Marcus niet aan stond. "Lach maar." Zei hij neidig. Hij liet mijn arm los en stond op. Ik greep mijn hoofd vast en ondersteunde mij met mijn vrije arm op de grond. de hoofdpijn was ondragelijk. "Je hebt jezelf ernstig in de nesten gewerkt, schatje." Zei Marcus. De grijns verdween van mijn gezicht en de angst keerde weder. "Alpha Collin.. waar-" maar ik werd onderbroken. "Alpha Collin is hier niet geweest." zei Marcus. ik keek hem verdwaast aan. "Maar-" "Alpha Collin is hier niet geweest. je hebt gehallucineerd." ik keek hem verbaasd aan. had ik me dit allemaal ingebeeld? maar het leek zo echt. zo angstaanjagend. "Maar-" "Het middel wat de heer Gravenhuis in je nek heeft gespoten was een uiterst sterk verdovingsmiddel. iets wat een wolfje van jouw gewicht binnen enkele minuten had moeten doden." hij draaide zich terug om naar mij. "Maar omdat jij op wonderlijke wijze steeds beter tegen etorphine kan hebben we toch een uiterst zware variant gebruikt. Een van de bijwerkingen van zo'n hoge dosering is hallucineren. vaak gecombineerd met sterke angstaanvallen." ik kon het niet bevatten dat ik alles had ingebeeld. het was zo eng, zo echt. ik keek op van de grond waar ik naar had lopen staren en keek terug naar Marcus die naar mij stond te grijnzen. "Ik had niet verwacht dat jij zo bang was voor je eige mate." zei hij breder grijnzend terwijl hij de deur opendene en de cel waar ik in zat uit liep.
ik keek naar de grond. "Wat zou jij doen als je erachter komt dat de massamoordenaar van jouw gemeenschap, familie en honderden anderen je zielsverwant was." Bromde ik. 

Ik probeerde mij te verzetten, maar was nog steeds slapjes van de troep in mijn lichaam. de Hunters die me meesleurde. mijn handen zaten in boeien voor mij gebonden. ik werd met een fors tempo door honderden gangen gesleurd. mijn hoofd bokte als een gek en ik had het gevoel dat mijn ogen licht begonnen te gloeien. Ik knipperde snel en probeerde mijn wolf weg te stoppen. Gek genoeg hoorde ik haar niet. Sterker nog, ik voelde haar niet, maar toch begonnen de lichamelijke veranderingen steeds op te spelen. Ik werd ergens naar binnen gesleurd en in een kleine cel gegooid. Mijn lichaam sloeg tegen de betonnen achterwand aan en ik kreunde. 
De deur sloeg dicht en de hunters verlieten de hal, grijnzend. Daar zat ik voor een tijdje, alleen. Ik hoorde allerlei geluiden buiten de loods. Het leek een massa mensen die bezig waren met een organisatie van en concert. Ik merkte op dat ik dat mijn vieze besmeurde kleren waren omgeruild voor een witte spijkerbroek en een wit T-shirt. Mijn haren waren zorgvuldig gekamd en aan twee kanten voor de helfd ingevlochten. Om mijn nek hing een korte, dikke ketting wat meer als een halsband aanvoelde. Aan de halsband hing een penning. Ik kon niet zien wat er op stond of welke kleur het had, maar ik kon voelen dat er symbolen in gegrafeerd stonden. Toen ik het van mijn nek af probeerde te trekken steekte er iets in mijn nek waardoor er een piepend geluid uit mijn mond kwam. Ik liet de ketting los en meteen verliet de pijn mijn lichaam. Ik kwam tot de conclusie dat de halsband het zelfde idee moest geven als de armband van een dag geleden, dat vervloekte martelwerktuig. Het enige wat ik kon doen was friemelen aan de penning waarvan ik geen idee had hoe het eruit zag. Het lawaai buiten de loods werd steeds erger en erger.
Ik hoorde een stem stééds dichterbij komen. "Weet je zeker dat je haar nu op de markt wilt zetten, moeten we niet wachten tot het raadsel is ontcijferd, misschien..-" "nee!" Onderbrak een ander hem. "Die mythe is maar een verhaal, en bovendien weten we niet waar het amulet is, die steen kan overal op de wereld liggen als het al bestond dus we hebben er toch niks aan!" Dat was de stem van Marcus.
Waar hadden ze het over?
Er kwamen 3 mannen de loods binnen. Een man in een pak, een Hunter en Marcus. Ze stopten voor mijn kleine cel. De man in pak keek mij heel nieuwschierig aan terwijl de hunter keek alsof hij liever thuis had gezeten vandaag. Ik voel je man, ik voel je. Marcus had zoals altijd een irritante grijns van triomf op zijn gezicht staan. Hij keek van mijn gezicht naar mijn vingers die om de penning zaten. "Bevalt je nieuwe ketting je een beetje?" Zei hij spottend. "Geweldig." Zei ik zachtjes en sarcastisch.
Marcus grijnsde breder en breder.
"Hoe gaat het met je arm?" Vroeg ik met een ongeruste ondertoon maar dit keer was het mijn grijns die straalde van triomf. Marcus grijns zakte naar beneden. Voor ik het wist had hij de cel open gedaan en mij tegen de achterste tralies aangebeukt. "Luister heel goed naar mij, wolfje. Jij gaat je gedragen vandaag, lachen en mooi zijn zonder enige vorm van calamiteit. Of anders." Zijn ogen spuwden vuur. "Of anders wat, he? Je hebt mijn leven al afgepakt, je hebt me al gemarteld en pijn gedaan. Wat wil je nog proberen?" Schreeuwde ik boos naar hem. Hij keek mij even lang en doordringend aan.
"Anders zie jij je geliefde pup nooit meer terug en je wilt toch niet dat er iets vreselijks met haae zou gebeuren?" Mijn bloed trok uit mijn gezicht, en hij merkte dat hij mij te pakken had.
"Heeft ze een pup?" Riep de man in pak verontwaardigd en enthousiast tegelijk. "Niet haar eigen, maar zo beschouwd ons wolfje het wel, is het niet?" Ik gromde laag naar hem. Mijn Ogen gloeiden en mijn hele lichaam trilde van woede. "Heeft die doos van een Claus toch nog iets goeds gedaan door haar met een pup in dezelfde cel te zetten, is het niet luca?" Lachtte hij. "Waar is ze!" Zei ik neidig. Ik was inmiddels opgestaan van de vloer en stond nu recht tegenover Marcus.
"Naha, ik verwacht goed gedrag vandaag." Hij liep de cel uit en deed deze weer op slot. "Dan zien. we we verder.
Ik rende op de tralies af en probeerde deze omver te beuken. Marcus lachtte enkel. "Wij gaan toch zo veel geld aan jou verdienen, schatje."
"Wacht maar." Zei ik boos.
"Tot wanneer? Dat je geliefde mate je komt redden?" Het beeld van Alpha Collin schoot terug mijn schedel in, samen met de vreselijke angst voor hem. Marcus stapte nog een stap dichter naar de tralies. "Want volgens mij zit je daar ook niet op te wachten, of wel soms?"
Ik zei niks terug en liet de tralies los. Draaide mijzelf om en ging op de grond zitten.  Ik vroeg mij nu echt af wat er met me ging gebeuren..

Comment/vote please xx -SanneeXD

The RunWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu