H30: Waar ben ik?

49 8 9
                                    

Fleur:

Angstig kijk ik om me heen. Ik hoop zo erg dat dit een grap is. Ik hoop dat ze zometeen lachend achter een boom vandaan komen. Ook al zouden ze me uitlachen, vanwege mijn bange blik. Het kan me geen reet schelen, als ik ze maar terug vind.

Terugkeren naar de auto is ook geen optie aangezien ik de weg niet meer terug weet. Ik was alleen maar bezig met mijn gedachtes en keek niet eens waar ik heen liep. Zuchtend plof ik neer op een omgevallen boom.

Het begint al aardig donker te worden en ik zie nog steeds geen sprankeltje leven. Wat moet ik doen?

Het lijkt me beter als ik een slaapplek ga zoeken aangezien ik hier de nacht misschien wel moet doorbrengen. Langzaam sta ik weer op.

Kom op Fleur je houdt van de natuur, dus zit er niet zo over in!

Ja dat is waar ik hou van de natuur. Met die woorden in mijn achterhoofd begin ik te lopen.

Stap voor stap, om me heen kijkend, vervolg ik mijn weg. Oplettend naar leven of een open plek om te slapen.

Plots valt mijn oog op water. Het is nog best ver lopen zo te zien, maar dat heb ik er voor over. Naast de zo te zien rivier lijkt mij een perfecte plek om te overnachten.

Wanneer ik dichterbij kom zie ik dat het inderdaad een riviertje is. Hier kan ik wel blijven slapen, denk ik...

Met grote voetstappen loop ik erheen. Wanneer ik aankom zie ik een tent staan. Zo te zien zijn hier meer mensen. Zouden ze al slapen?

Heel stilletjes pak ik de rits vast en trek hem langzaam omlaag. Stukje voor stukje op mijn hoede zodat ik hem of haar niet wakker maak.

Maar wat ga ik doen als daar inderdaad iemand slaapt? Naast diegene gaan liggen. Ik grinnik zacht het zou je maar gebeuren dat je wakker wordt met opeens zo'n varken als ik naast je.

Nee laten we dat maar niet gaan doen. Misschien kan ik wel gewo-

'Hallo' een luide stem achter mij laat me schrikken. Ik voel hoe mijn hartslag versnelt. In een grote snelheid draai ik me om.

Voor me staat een jongen van mijn leeftijd. Hij heeft bruin haar. Zijn oogkleur kan ik niet goed aflezen vanwege het feit dat het donker begint te worden. Hij draagt een korte versleten broek en een zwart shirt erboven. Zijn haar zit warrig om zijn hoofd heen. In zijn hand heeft hij een bijl en een zaklamp.

'Ben je doof ofzo' zijn ogen kijken me vragend aan. Ik kan zijn emotie niet plaatsen.

'E-ehh ik wilde alleen maar kijken over sprake was van leven hier' zeg ik zacht.

Hij kijkt me met gespleten ogen aan. Alsof hij mijn gedachte probeert te lezen. Stilletjes blijf ik staan.

'Oke ga je me de hele tijd zo creepy aan blijven staren? Want dan ga ik weg' zeg ik grappend.

Hij grijnst. 'Nee je mag hier wel overnachten darling' zegt de onbekende jongen. Hij loopt op me af en gaat vlak voor me staan. Darling? Vanwaar dat opeens?

'Jake' hij steekt zijn hand uit.

'Fleur' ik schudt zijn grote hand.

'Kom dan gaan we hout zoeken voor op de brandstapel' hij seint dat ik hem achterna moet lopen. Ik doe wat me gezegd wordt en loop hem achterna.


Het is al een tijdje stil. Een aangename stilte. Eentje waarbij je weet dat je hem niet hoeft te verbreken. We hebben al aardig wat hout bij elkaar gezocht.

'Waarom ben je eigenlijk in dit bos' vraag ik waardoor ik de stilte verbreek.

Hij kijkt me een seconde lang aan. 'Dat kan ik ook aan jouw vragen' zegt hij bot.

Geschrokken van zijn plotselinge wending kijk ik weg.

'Sorry ik moet het niet op jouw afreageren' zegt hij terwijl hij een hand op mijn schouder legt.

'Wat moet je niet op mij afreageren' vraag ik voorzichtig bang op weer een uitbarsting.

'Mijn frustratie' zeg hij kortaf.

'Je frustratie van wat' vraag ik.

'Hey kijk daar is de tent alweer' zegt hij opgelucht. Nog steeds heeft hij mijn vraag niet beantwoord. Ik besluit maar niet verder te vragen.

Samen lopen we naar de tent en gaan op een krukje zitten.

Zwijgend eten we onze tonijn - uit blik -salade op. Terwijl we onszelf wat opwarmen aan het vuurtje dat voor ons staat te fikken. Ik staar nu al minuten lang naar dit vuur. Het maakt me rustig. Alle vonken die er een voor een af spatten.

'Waarom ben jij eigenlijk hier' vraagt Jake opeens vanuit het niets. Twijfelend kijk ik hem aan. Zal ik het hem wel vertellen? Hij heeft het mij overigens ook niet verteld...

Ik besluit het gewoon te doen in ruil voor zijn antwoord. 'Ik vertel het als jij het daarna ook verteld oke?' zeg ik.

Jake knikt langzaam. 'Ik ben aan het roadtrippen met vrienden, maar ben ze toen kwijtgeraakt' zeg ik terwijl ik levenloos naar mijn handen staar.

'Nu jij zeg ik opgewekt' Jake opent zijn mond om wat te zeggen, maar wordt dan onderbroken door zijn mobiel die een ringtone laat horen.

Hij neemt op en loopt een eindje weg zodat ik hem niet kan horen. Waar zou het over gaan?

Langzaam sluip ik erheen. Ik moet weten waar dit over gaat. Misschien kom ik er zo wel achter waarom hij hier is. Zachtjes sluip ik naar hem toe.

Stilletjes ga ik achter een boom staan.

'Heb je het geld al?' zegt Jake.

...

'Gast breng het geld morgen hierheen of je gaat eraan' zegt Jake.

...

'Ja ik ben hier een meisje op het lijf gelopen dus haar moeten we even uit de weg werken' zegt Jake.

Uit de weg werken. Wat bedoelt hij daarmee? Hij bedoelt toch niet dat hij me gaat vermoor-

'Fleur wat doe jij hier' zijn ogen staan kil.

Geschrokken kijk ik hem aan. Ik slaak een gilletje en begin te rennen. Weg van hem.

-----------------------------------------

TA TA TA TUMMMM....
Wat vonden jullie van dit hoofdstuk??

X

Let's go somewhereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu