Pov Calum
Ik schrik wakker als de deur hard wordt opengegooid. Katie krimpt in elkaar waardoor ik weet dat ze wakker is en kruipt tegen me aan. Ik aai haar zachtjes over haar rug en kijk vragend naar de mannen in de deuropening. Een van hen wijst met zijn worstenvinger aan en bromt nors: 'Jij, meekomen!' 'En wat als ik dat niet doe?' vraag ik boos. 'Wil je dat echt weten?' vraagt de man terwijl hij met een rare blik naar Katie kijkt. Ik schud mijn hoofd en druk een kus op Katies voorhoofd. Ik loop naar de deur, zend Katie nog een geruststellende glimlach en wordt dan meegetrokken. Ik hoor Katie nog zachtjes snikken, maar daarna wordt de deur van onze kamer dicht gegooid en hoor ik niets meer. Hoe gaat ze dit ooit overleven als ze nu al helemaal kapot is? Ik probeer te onthouden welke route we nemen, maar na een tijdje weet ik het echt niet meer. Ik word in een kamer neergezet en mijn handen worden aan een stoel vastgebonden. Wat de f*ck is dit? Ik kijk rond en zie dan een jongen met grote bruine ogen die me bang aankijkt. Dat ben jij sukkel! Het is een spiegel. Een wand van het kamertje is een spiegel en de rest is gewoon steen. Na wat voor mij uren lijkt te duren, komt er een man binnen. Hij gaat voor me staan en slaat me hard op mijn neus. Ik hoor wat kraken en voel dan bloed over mijn gezicht stromen. Ik kijk de man verbaasd aan en voel dan een harde trap in mijn maag. Ik kreun zachtjes en wordt een beetje duizelig. De man duwt mijn stoel om, maar dat zag ik wel aankomen dus ik houd mijn hoofd omhoog zodat ik niet met mijn hoofd tegen de grond knal. Hij duwt nog een keer tegen stoel, zodat ik met mijn hele gewicht op mijn schouder val. Ik kreun zachtjes en laat mijn hoofd op de grond rusten. De stoel wordt weer omhoog getrokken en rechtop gezet. Ruw wordt de stoel naar achter getrokken, waardoor die weer bijna omvalt. 'Kijk eens uit joh!' roep ik. Meteen nadat ik het gezegd heb, heb ik er al weer spijt van. 'Meneertje wordt bijdehand? Laten we eens kijken wat Janssen daarvan vindt.' zegt de bewaker grinnikend. Ik schrik, maar houd me groot. Nu is niet de tijd om me zwak te voelen. De bewaker begint me weer verder te slepen. Ik probeer mijn handen naar mijn oren te krijgen, maar het lukt niet. De stoel maakt een akelig geluid als die over de vloer sleept. Na een tijdje geef ik het op, gemarteld word ik toch wel. De telefoon van de bewaker gaat af.
'Ja?'
'...'
'Nee, ik breng hem naar Janssen.'
'...'
'Oké, dan heeft hij geluk. Ik doe het wel.'
'...'
'Oké, laat maar. Ik breng hem terug.'
'...'
Hij hangt op en kijkt me aan. 'Je hebt geluk meneertje, Janssen is met wat belangrijkers bezig. Je mag terug naar je lieve vriendinnetje.' Ik zucht opgelucht, maar krijg dan meteen een harde klap op mijn hoofd. Mijn blik wordt een beetje wazig. De stoel wordt weer verder gesleept en ik wordt met stoel en al weer in de kamer gezet. Katie zit ineengedoken in een hoekje, maar schrikt op als ze mij ziet. 'Calum!' zegt ze. Ze kijkt me geschrokken aan als ze mijn wonden ziet. 'Nee, nee! Dit is allemaal mijn fout, mijn fout!' schreeuwt ze, waarna ze in zichzelf begint te mompelen. Wat hebben ze met haar gedaan? Ze lijkt wel gek! 'Katie?' vraag ik voorzichtig. 'Wat?' vraagt ze gebroken. 'Zou je me los willen maken?' Ze kruipt naar me toe en maakt mijn polsen los. Daarna kruipt ze weer terug naar haar hoekje. Ik kijk naar mijn polsen die ook helemaal open liggen. Ik wrijf er even over en ga dan naast Katie zitten. 'Wat is er Kait?' 'Het is mijn schuld!' snikt ze. 'Hoezo?' Ze wrijft even in haar ogen en zegt dan: 'Nadat jij weg was, werd ik ook opgehaald. Ze stopten me in een kamer waar ik jou kon zien. Janssen kwam binnen en zei dat als ik niet luisterde dat ze jou dan pijn zou gaan doen. Ze vroeg waar de rest was, maar ik antwoordde niet en toen, toen-' Ze maakt haar zin niet af en begint weer hard te huilen. Ik trek haar voorzichtig tegen me aan en zeg: 'Ik vind het echt niet erg Kait. Ik ben juist blij dat je het niet verteld hebt.' Ze kijkt me aan alsof ik gek ben geworden. 'Maar, nu ben je gemarteld, door mij.' Ik knik. 'Ja, maar de anderen zijn veilig.' zeg ik. Ze wil een stuk van haar shirt af scheuren, maar ik houd haar tegen. 'Laat mij maar.' zeg ik rustig. Ik scheur een stuk van mijn eigen shirt af en geef het aan haar. 'Nu mag je mij verzorgen.' zeg ik enthousiast, alsof ik alle pijn vergeten ben. Ze grinnikt en begint mijn wonden schoon te maken. 'Hoe kan je nu nog zo blij zijn?' vraagt ze me. Ik denk even na, maar zeg dan: 'Simpel, jij bent bij me. Dat maakt alles goed.' Ik zie een glimlach op haar gezicht verschijnen. Ik pak het stuk shirt uit haar handen en leg het aan de kant. Meteen slaat ze haar armen om me heen en knuffelt me stevig. Ik leun tegen de muur aan en doe mijn ogen dicht. Ik val bijna in slaap als er hard op de deur wordt gebonkt. Ik kijk geïrriteerd naar de deur, maar niemand komt binnen. Ik sluit mijn ogen weer, maar er wordt weer op de deur gebonkt. 'WAT?' roep ik boos. 'Niet zo brutaal!' schreeuwt iemand terug. Ik zucht, maar houd toch mijn mond. Oké, ze gaan ons niet laten slapen. 'Ga jij maar wel slapen Kait. Ik blijf wel wakker.' fluister ik in haar oor. Ze schudt vastberaden haar hoofd en zegt: 'Als jij niet gaat slapen, ga ik ook niet.' Ik zucht en mompel: 'Je bent net zo koppig als Luke.' Ze lacht en zegt: 'Dat hoorde ik!' Ik glimlach en zeg: 'Misschien was dat ook wel de bedoeling.' De deur wordt opengegooid en er wordt een schim naar binnen gegooid met een zak over zijn hoofd.
JE LEEST
The Dream ft. 5sos
FanfictionKatie en haar drie vriendinnen leiden een normaal, nou een soort van normaal, leven. Alle vier wonen ze in een weeshuis met twee leiding, Janssen en Daisy. De meiden houden van Daisy, maar Janssen is meer een soort boze stiefmoeder voor ze. Ze moete...