Hoofdstuk 10

1.3K 68 25
                                    

Het lijkt eindeloos te duren voordat de fotograaf eindelijk aankondigt dat we lunchpauze kunnen gaan houden. Inmiddels heeft hij Jaelin en mij in talloze verschillende posities vastgelegd. Alleen al van ons bovenop de kast heeft hij iets van een miljoen foto's genomen, maar daarna volgden er nog vele andere. Op een gegeven moment moesten we zelfs in een kast gaan zitten. Erin! Leuke woordgrap, hoor, maar zo'n kast blijkt toch vrij krap te zijn voor twee personen.

Het woord 'lunch' is de mond van de fotograaf nog niet uit of de showroom verandert in een mierenhoop van mensen die door elkaar heen lopen. Iedereen lijkt andere plannen te hebben voor het komende half uur.

Hoewel mijn maag knort als een stal vol kiloknallers, vlucht ik door de glazen schuifdeuren heen naar buiten. Ik heb even wat frisse lucht nodig, en vooral heel veel ademruimte. Van pure blijdschap dat tot nu toe alles goed is verlopen, kan ik het zelfs niet laten een lantaarnpaal te omhelzen.

Als achter me het geluid klinkt van opengaande schuifdeuren, laat ik de lantaarnpaal echter snel weer los. Stel je voor dat iemand me zo ziet. Dan is mijn imago nog verder naar de knoppen.

Voetstappen klinken op de stoep, mijn kant op. Zo te horen is het iemand met platte schoenen. Als het maar niet mijn moeder is. Oh shit, zou het? Verschrikt kijk ik om. Tot mijn grote opluchting is het de fotograaf die naast me komt staan.

Met één hand frummelt hij een pakje sigaretten uit zijn zwarte skinny jeans. 'Ik dacht dat je ging roken. Of ben je je peuken vergeten? Je mag er wel eentje van mij, hoor.'

Ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik rook niet.'

'Heel verstandig. Ik dus wel, zoals je ziet.' Hij haalt een sigaret uit het pakje en propt die in zijn mondhoek, om vervolgens een aansteker tevoorschijn te halen. Niet veel later staan we beiden zwijgend voor ons uit te staren, met alleen het geluid van de fotograaf die af en toe een sliertje rook uitblaast.

Ik vraag me af of hij homo is. Ik bedoel maar, hij draagt skinny jeans en heeft vandaag zo'n beetje meer eyeliner op dan Amy Winehouse in haar hele leven. Zou ik hem om advies kunnen vragen? Aarzelend neem ik hem in me op. Wat nou als hij geen homo is? Dan zet ik mezelf gigantisch voor schut.

Hij ziet dat ik kijk en kijkt terug. 'Weet je zeker dat je geen sigaret wilt?'

'Heel zeker. Zou ik je iets mogen vragen?'

'Natuurlijk. Zolang het maar niet om mijn telefoonnummer gaat. Ik zou je vader kunnen zijn.'

Shit. Misschien is hij dan toch geen homo. 'Nee, ik eh... Is dat eyeliner?'

'Ja. En waag het niet om nu een preek af te steken. Ik laat me niet de les lezen door een tienermeisje. Eyeliner bij mannen kan best.' As dwarrelt op de grijze stoeptegels als hij tegen zijn sigaret aan tikt.

'O nee, ik wilde er ook geen commentaar op leveren of zo. Ik... was gewoon benieuwd of je me wat tips zou kunnen geven. Bij mij lukt het nooit.' Ja hoor, Nikki, mooi geregeld weer. Het was de bedoeling dat ik hem om tips zou vragen om mijn moeder van haar homohaat af te brengen, niet om mezelf op te maken. Alsof ik überhaupt ooit eyeliner gebruik.

De ogen van de fotograaf worden groot van verbazing. 'Je meent dit serieus?'

'Ja. Als ik eyeliner op probeer te doen dan lijk ik net een vleermuis. Een dode.'

Hij knikt begrijpend. 'Je wilt niet weten hoeveel meisjes daar last van hebben. Ik kan je aanraden om tutorials op te zoeken op YouTube en dan gewoon te blijven oefenen. Op een dag word je wakker en dan lukt het.'

Dat klinkt me iets te veel als een sprookje, maar dat zeg ik niet hardop. In plaats daarvan zoek ik naar een manier om mijn oorspronkelijke vraag te stellen. Helaas is subtiliteit nooit mijn sterkste punt geweest. 'In welk team zit jij?'

PastinaakpureeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu