Hoofdstuk 27

798 67 7
                                    

De hele vrijdag probeer ik uit te vissen wat Jaelin van plan is, maar ze wil niks loslaten. Het enige dat ze na zeven loodzware lesuren zegt, is dat ik tegen mijn moeder moet zeggen dat ik vanavond niet thuis eet.

'Je zou deze week een keer met mij mee naar huis komen,' help ik haar herinneren. 'Mijn moeder vroeg ernaar, weet je nog?'

'Morgen kom ik langs. We moeten eerst even dit doen.'

'Als je eerst maar eens wilde zeggen wat 'dit' inhoudt.'

Ze lacht geheimzinnig. 'Je kunt maar beter gewoon naar me luisteren en geen vragen stellen. Of moet ik je er soms aan helpen herinneren dat je je niet aan onze deal hebt gehouden?'

Nee, dat hoeft ze niet. Dat weet ik zo ook wel. De kans dat ik die ober – Jasper dus – nog mee op een date ga vragen, is extreem klein. Ik ben haar dus wel soort van iets verschuldigd. Maar is dat echt een strafblad waard? Ik kan niet anders dan haar inderdaad vertrouwen. Hopelijk heeft ze hier goed over nagedacht.

'En trouwens, je gaat niet met mij mee. Je gaat nu gewoon naar huis, maar je zegt tegen je moeder dat je vanavond bij mij eet.'

Dat maakt de situatie er alleen maar vreemder op. Wat is ze toch allemaal van plan? Ik zou willen dat ze niet zo verrekte geheimzinnig deed. Daar kan ik helemaal niet tegen. Ik wil weten waar ik aan toe ben.

'Niet zo verbaasd kijken. Ik zie je vanavond om zeven uur bij de fietsenstalling van hotel De Lindenbergh.'

Ik kan niet anders dan instemmen. In de tussentijd moet ik misschien nog maar even genieten van mijn laatste uurtjes als onschuldige tiener.

-

Ik ben bloednerveus als ik mijn fiets het grind voor hotel De Lindenbergh op stuur. Uit voorzorg heb ik een zwarte skinny jeans, een iets te grote zwarte hoodie en mijn gymschoenen aangetrokken. Je weet tenslotte maar nooit wanneer we moeten rennen voor ons leven.

Jaelin proest het uit als ze me aan ziet komen. Wat al een wonder op zich is, want meestal als we ergens afgesproken hebben ben ik er eerder dan zij.

Ik werp haar een vernietigende blik toe en parkeer mijn fiets naast de hare. 'Vertel op. Wat gaan we doen?'

'We gaan naar binnen en dan doen we alsof we moeten plassen,' antwoordt Jaelin alsof ze dagelijks inbreekt in dure hotelkamers.

'Had je geen ander hotel kunnen uitkiezen? Wat als die ober ons betrapt?'

'Hij heeft geen dienst vanavond. Dat weet ik toevallig van Ricardo.'

Dat is dan in ieder geval één probleem dat uit de weg is geruimd. Dan valt mijn blik op de tas die over haar schouder hangt. 'Wat zit daarin? Twee kamermeisjesuniformen?'

Ze lacht mysterieus. 'Dat zullen we zo wel zien.'

Dit kan ze niet menen. Zij heeft sowieso te veel films gezien. Denkt ze echt naar binnen te kunnen dringen met de klassieke truc die inhoudt dat we ons moeten verkleden als het personeel? Dat valt echt meteen op. Zeker als we met z'n tweeën zijn.

'Kom nou maar mee. Het is echt niet illegaal om daar over de drempel te stappen, hoor.' Als om dat te bewijzen beent ze op de deur af, haar neus hooghartig in de lucht gestoken alsof ze tot de dagelijkse clientèle behoort.

Omdat ik moeilijk in mijn eentje op de parkeerplaats kan blijven staan, haast ik me achter haar aan. Helaas ben ik niet zo goed als Jaelin in het negeren van mensen die naar me kijken. Als ik het meisje achter de receptie zie, kan ik alleen maar heel rood worden en over mijn eigen voeten struikelen.

Jaelin pakt mijn hand vast om te voorkomen dat ik val. Nog steeds met een stalen gezicht sleept ze me langs de receptiebalie heen en de lange gang in. Pas als we zo'n vijf meter bij de receptie verwijderd zijn, klinkt er een mannenstem achter ons.

'Jongedames, waar denken jullie heen te gaan?'

Ik kan het niet laten om Jaelin een 'ik zei het toch'-blik toe te werpen. Gelukkig zijn we gesnapt voordat we toe zijn gekomen aan het doen van iets dat echt strafbaar is.

Maar naast me draait Jaelin zich met een stralende glimlach om naar de beveiliger die ons tot de orde geroepen heeft. 'Goedenavond meneer. Wij zijn op weg naar het feest in zaal Eikenblad. Zijn we te vroeg?'

De man werpt een verwarde blik op zijn horloge. 'Ja, eigenlijk wel. Dat feest begint pas om half acht.'

'O, we kunnen anders wel even buiten wachten of zo. We moeten alleen zo nodig naar het toilet. U vindt het toch niet erg als we alvast gebruik maken van de sanitaire voorzieningen?'

'Geen probleem, maar zorg dat je het personeel niet voor de voeten loopt,' antwoordt de beveiliger.

Jaelin doet geen moeite beleefd afscheid van hem te nemen, maar sleept me plotseling in een veel sneller tempo mee de gang door. Eenmaal bij de dameswc's aangekomen, controleert ze eerst of de ruimte echt verlaten is voordat ze de rits van haar tas opentrekt.

Ik had saaie, grijs met witte uniformen verwacht. Geen nachtblauw paillettenjurkje. Ongelovig laat ik mijn vingers over het kledingstuk glijden. 'Wat ga je hiermee doen?'

'Ik niet zoveel. Jij daarentegen gaat het aantrekken.'

'Doe niet zo belachelijk. Ten eerste heb ik daar de benen niet voor en ten tweede hebben we niet echt een feestje in zaal Eikenblad. Dat was gewoon geluk.'

'Had ik niet gezegd dat je me moest vertrouwen?' Ze duwt me het jurkje in mijn handen. 'Morgen zul je me op je blote knieën bedanken dat je naar me geluisterd hebt, reken daar maar op.'

Daar geloof ik niks van. Volgens mij zitten we tegen die tijd weg te rotten in de gevangenis. Maar in plaats van te protesteren, verdwijn ik met het jurkje in een leeg wc-hokje.

De binnenkant van het jurkje blijkt te bestaan uit een soepele zwarte stof die koel over mijn huid heen valt. Ik hoop maar dat er verwarming is in de gevangenis, want van mijn kleding zal ik het vanavond niet moeten hebben. Nog steeds onzeker over mijn lompe lichaam in dit typische mooie meisjes-kledingstuk stap ik het hokje weer uit.

Jaelin klapt enthousiast in haar handen als ze me ziet. 'Wauw. Wat zeurde je nou? Je benen zien er prima uit. Daar zal hij – Ik bedoel, perfect voor het plan.'

'Jaelin?' zeg ik uiterst langzaam en ijzig kalm. 'Heeft dit iets met Jasper te maken?'

'Nee!' roept ze meteen uit. Een zenuwachtig lachje ontsnapt uit haar mond. 'Kom op, zeg. Hoe kan hij er nou weer iets mee te maken hebben? Hij hoeft toch helemaal niet te werken vanavond?'

'Ik hoorde anders luid en duidelijk het woord hij en we staan hier toevallig in hotel De Lindenbergh.'

'Dat ging over Ricardo. Hij zal het geweldig vinden als ik dat jurkje aantrek naar onze date morgenavond.'

Ze liegt. Ik weet het zeker. Alsof ze een kledingstuk voor een date een dag van tevoren aan mij zou uitlenen. Helemaal niet als het nieuw is, en dat moet het wel zijn, want ik heb dit nog nooit in haar kast zien hangen.

Maar Jaelin is alweer met hele andere dingen bezig. Om precies te zijn ritst ze een groot uitgevallen roze etui open om er een oogpotlood uit te halen. 'Nu is het tijd voor je make-up.'

'Ga je me nog vertellen waarom ik precies make-up nodig heb bij het inbreken in een hotelkamer? Denk je dat als we er maar aantrekkelijk genoeg uitzien ze ons wel laten gaan?'

'Zoiets. Laat me je één ding vertellen: je hebt vanavond minder kans om in de problemen te komen als je er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet. Kom hier, jij.' Ze grijpt mijn hoofd vast en brengt het potlood naar mijn oog.

Ik voel aan alles dat dit zaakje helemaal niet klopt, maar ik houd mijn mond. Waarschijnlijk is het toch al te laat om nog weg te rennen.

- - -

A/N Stay tuned voor het romantische einde van dit verhaal komende zaterdag. En de epiloog volgende week. Ik vind het echt jammer dat dit verhaal alweer bijna afgelopen is. Het was zo leuk. Bedankt voor alle stemmen en reacties en natuurlijk ook voor het lezen. Ik hou van jullie.

PastinaakpureeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu