Hoofdstuk 14

163 13 5
                                    

Ik stond in een grote ruimte

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik stond in een grote ruimte. Alles was troebel en wazig, maar iets in de verte was goed te zien. Voorzichtig liep ik er naar toe en hield stand, een paar meter voor een – tot mijn verbazing – prachtige, gouden troon. In mijn ooghoek zag ik iets bewegen en razendsnel draaide ik mij om, om mij te kunnen verdedigen dat best wel absurd was, want ik had niets in de hand om mij te kunnen verweren. Mijn boog met pijlen en dolken waren spoorloos verdwenen.
Een vrouw kwam rustig op mij afgelopen en haar blonde haren wakkerde zachtjes mee op het ritme van haar voetstappen. Ze bleef vlak voor mij staan en keek iets naar beneden zodat ze mij in mijn ogen kon kijken. Haar goudkleurige ogen met kleine pretlichtjes keken mij vriendelijk aan en oprecht nieuwsgierig.
'Hallo Aly.' Haar zachte stem echode na in de grote ruimte en ze glimlachte lichtjes. 'Eindelijk kan ik je nog eens zien, je bent zo veranderd.'
Haar slanke hand gleed over mijn haren en ze liet dan haar hand slap naast haar vallen.
'Het is zo lang geleden.'
Ik keek haar niet – begrijpend aan. Waar was ik en wie was deze vrouw? Was ik dood of was ik aan het dromen?
'Wie bent u?' vroeg ik zacht.
'Ik ben Mine, mijn lieverd.'
Ik had deze naam al eerder gehoord, maar vanwaar?
Het lag op het puntje van mijn tong, maar ik kon er maar niet op komen. Gefrustreerd dacht ik koortsachtig na en wanneer ik het antwoord leek te weten, glipte het plotseling weg.
'Vanwaar ken ik u naam?' vroeg ik dan maar.
'Geen idee, lieve Aly. Maar ik weet wel iets anders,' zei ze op mysterieuze en een iets plagende stem. 'Mensen die je verliest, zullen niet altijd verloren zijn. Wanneer jij je vrienden terug wint, zal jij mij terug weerzien.'
'Het spijt mij, maar ik begrijp er helemaal niets van.' Ik wilde vriendelijk klinken, maar in mijn stem was ook een lichte irritatie aanwezig.
Een klein rimpeltje verscheen tussen haar wenkbrauwen, maar het verdween zo snel dat ik al twijfelde of dat ik het daadwerkelijk had gezien.
'Het wordt duidelijk, Aly. Dat beloof ik je.'
Ik knikte zacht, ik hoopte het maar.
'Oh en voordat ik het vergeet,' zei ze kalm, 'je hebt al veel geheimen ontrafelt. Alsnog zal je een groter geheim ontdekken die veel verdriet en twijfels zal opwekken.'
Nog meer ontdekkingen, nog meer geheimen?
Ik werd er echt gek van. Mijn hoofdpijn begon weer op te zetten en ik kneep zachtjes in mijn neusbrug zodat het was minder werd.
Mine was mij nog steeds aan het aanstaren en ik grimaste een beetje, hopend dat het op een glimlach leek.
'Het is tijd om terug te gaan.' zei ze plotseling.
'Naar waar? Waar bevind ik mij nu dan?'
Ze negeerde mijn beide vragen en stak haar hand uit naar de lucht toe. Met haar vingers uit elkaar gespreid, draaide ze éénmaal met haar pols rond en met een schitterende, verblinde flits kwam er een soort van scepter tevoorschijn. Hij viel zacht in haar hand en ze sloot haar vingers eromheen.
De scepter was bedekt met verschillende gekleurde bloembladeren en vier stevige takken hielden een prachtige, doorschijnende kristal vast die bovenaan de scepter was gevestigd.
Mine begon allerlei woorden te mompelen en ik spitste mijn oren om het te kunnen verstaan, wat vrij hard mislukte. De kristal begon allerlei kleuren aan te nemen en ze richtte met een snelle beweging de scepter op mij.
'W-wat gaat u doen?' stotterde ik.
Voor de tweede keer negeerde ze mijn vraag en leek ze in zichzelf gekeerd te zijn.
Haar goudkleurige ogen leken ineens licht te geven en een tel later leek alles te vervagen. Mijn ogen vielen vanzelf dicht en ik had het gevoel dat ik aan het zweven was. Zonder dat ik het besefte werd ik opgeslokt door de duisternis.

PrepareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu