Hoofdstuk 18

163 13 51
                                    

Het was even zoeken, maar uiteindelijk vond ik de deur terug die leidde naar de tuin waar ik daarstraks een glimp van had ontvangen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Het was even zoeken, maar uiteindelijk vond ik de deur terug die leidde naar de tuin waar ik daarstraks een glimp van had ontvangen. Mijn handen jeukten om de deur met een zwaai open te gooien en mij te laten vallen in het gras, kijkend naar de omgeving.
Ik deed de klink omlaag en deed de doorzichtige deur open. Ik nam een teug adem binnen en rook verschillende geuren door elkaar. Grote, kleine en ontelbaar veel soorten bloemen stonden in de immens grote tuin. De manen stonden nu hoog boven gevestigd en het donkere dat de nacht elke keer met zich meedroeg, zorgde voor een kalme sfeer. Zoals altijd waren er weer vuurvliegjes te zien, en voor de eerste keer geen dwaallichtjes. Een kleine glimlach sierde mijn mond toen ik het tafereel waarnam. Enkele nachtegalen zaten in een hoge, dikke boom en floten langzaam een deuntje. Alsof ze een zang wedstrijd aan het doen waren. Ik liep verder op de brokkelige paden en keek mijn ogen uit. Ik kende amper de bloemen, het waren allemaal ongekende soorten die niet op aarde groeide.
Een kleine vijver lag stil in het midden van de tuin waar enkele vissensoorten in zwommen.
Ik stak mijn hand in het water en draaide langzaam kolkjes met mijn hand, waardoor het water versnelde. De vissen zwommen gehaast een andere kant uit, bang om gevangen te worden. Ik haalde mijn hand weer uit het water en droogde hem af aan mijn gescheurde blouse. In de verte waren er nog ontelbaar veel bomen en leek er ook een klein doolhof zijn aangelegd met dikke, groene struiken maar ik bleef bij de vijver staan. Het was misschien niet zo slim om verder, en dieper in de tuin te lopen. Weg van het koninkrijk, ondanks dat het hier normaal gezien veilig zou moeten zijn.
Maar je wist nooit.
Een plotselinge ritseling zorgde ervoor dat ik alert stond. Mijn tas die ik op mijn rug had, haalde ik er snel af en klemde hem tussen mijn handen. Waarom werden mijn gedachten soms zo snel bevestigd?
Langzaam en argwanend draaide ik mij om, om te kijken wie mij had achtervolgd of zich al de hele tijd had schuilgehouden.
Iets verder van mij, stond een figuur die verlicht werd door het sterk schijnsel van de beide manen.
De groene ogen vielen niet te negeren.
Ik legde langzaam mijn tas op de grond en liep een stukje zijn richting uit.
Zijn gezicht was al meer opgeknapt en zijn borstkas was ingebonden met een sterk en stevig verband. Ik dacht onbewust aan mijn zij die Generosa toen der tijd had ingebonden. De plek was nog steeds gevoelig, maar de ergste pijn was over. Ik had er trouwens ook geen tijd voor om er bij stil te staan, of er aan te denken. Ik had andere zorgen aan mijn hoofd dan te denken aan mezelf.
Tray deed zijn mond open, maar klapte hem vrijwel meteen terug dicht.
Ik had moeite om mijn mond niet van pure verbazing open te laten vallen. Tray wist niets te zeggen? Waar waren zijn sarcastische opmerkingen, waar waren zijn constante egoïstische opmerkingen?
'Is er iets?' vroeg ik zachtjes, zijn reactie nauwlettend in het oog houdend.
Zijn houding veranderde meteen. 'Ik wil je gewoon zeggen dat die kus van toen...,' zijn stem klonk vreemd, alsof hij een tijdlang niet had gesproken. '...dat was een grote fout.'
Mijn hart leek uit mijn borstkas gerukt te worden, ik had opeens moeite met ademen en verward keek ik naar mijn handen. Mijn handen die hem hadden aangeraakt.
'Wat bedoel je?'
'Ik bedoel dat die kus nooit had gemogen, en ik heb er ontzettend veel spijt van. Van al die dingen die ik je verteld heb, ik meende het niet.'
Gechoqueerd bestudeerde ik zijn gezicht. Ik wilde weten, ik hoopte dat hij een grapje maakte. Maar van zijn gezicht viel zoals altijd niets af te lezen. 
Wat had ik gedaan?
De zaken die ik hem nog had willen vragen over zijn functies, leken te zijn verdwenen. Weg, vergeten.
Ik kon alleen maar de zin horen dat hij een grote fout had begaan. Ik kon geen woorden vinden dus probeerde ik langzaam te ademen en hopen dat het gewoon maar een nare droom was waar ik zo meteen van zou ontwaken.
Maar dat was het niet, ik werd niet wakker, ik sliep niet. Ik was klaarwakker en ik maakte dit alles mee. Het was pure waarheid, het was pure werkelijkheid.
'Was het gemakkelijk?' vroeg ik hem plots, zodat de pijnlijke stilte weg viel. Nader inzien was dat ook niet echt de beste oplossing. Hij hief zijn hoofd op zodat hij mij aan kon kijken. Ik zag zijn vragende blik en bedacht tot mijn spijt dat hij echt niet wist waarover het ging.
'Wat was gemakkelijk?' vroeg Tray, zodat mij gedachten ook meteen weer bevestigd werden.
'Mij achterlaten, mij zomaar verlaten. Alsof er nooit iets tussen ons was.' antwoordde ik monotoon, ik probeerde kalm te blijven maar ik kon mijn trillende stem niet onder controle houden. Ik kuchte gelaten en focuste dan weer op zijn gezicht. Nader inzien was dat ook niet echt de beste oplossing, weeral. Ik zag twee denkrimpels verschijnen tussen zijn perfecte wenkbrauwen. Zijn groene ogen lichtten op en leken te glinsteren. Ik zag er verschillende emoties door razen, maar ik kon niet uitmaken welke de bovenhand had. Uiteindelijk knipperde hij een paar keer met zijn ogen en keek hij mij droog aan.
'Ik had je al verteld dat het een grote fout was, de grootste fout die ik in mijn hele bestaan heb gemaakt.' De woorden kwamen ongewenst hard aan in mijn gezicht. Ik hapte naar adem, ze zeiden dat de waarheid het hardst pijn deed. En dat was het ook. Het is ontzettend moeilijk om deze pijnlijke waarheid te accepteren, terwijl ik eigenlijk gewoon de prachtige leugens wilde horen. 
Dat hij van mij hield.
'Het maakt niet meer uit, Aly. Laat het vallen, laat het los.'
'Misschien maakt het jou niet uit, maar ik ben er ook nog!' schreeuwde ik hem toe. Ik verloor plots mijn controle en boze tranen sprongen in mijn ogen.
'Jij kijkt mij amper aan, alsof...,' ik struikelde over mijn woorden, '...alsof die kus er nooit is geweest.'
Ik liep naar hem toe en duwde hem omver. Hij keek mij alleen maar aan, met een harde uitdrukking.
'Zoveel angst heb ik gevoeld, toen ik jullie kwijt was. Mijn prioriteit was jullie vinden!'
Verschillende tranen rolden over mijn wangen en ik veegde ze met een boze haal van mijn wangen. Mijn trillende handen kneep ik tot vuisten en keek hem gekwetst aan. 'En dan had ik je eindelijk gevonden, dan keek je niet meer naar mij om. Je komt doodleuk zeggen dat jij zogezegd een grote fout hebt begaan.'
Ik wist dat ik mij als een klein kind gedroeg, maar alles dat ik de afgelopen minuten had opgekropt moest er nu uit. 'Ik probeer het te plaatsen, maar het doet verschrikkelijk veel pijn. Nu op dit moment, Tray, nu doet het ongelofelijk veel pijn!' Een blinkende steen trok mijn aandacht en ik raapte hem op. Met een ferme kracht smeet ik hem naar Tray, die hem gemakkelijk ontweek. Met waterige ogen keek ik op in zijn fel groene, mos kleurige ogen. 'Ik dacht dat ik je liefhad, Tray. Maar ik was zo onmenselijk fout.' Langzaam nam ik mijn tas van de grond en legde hem over mijn schouder die het vertrouwde gewicht met zich meedroeg. Ik wilde hem voorbijlopen, maar staakte op het laatste moment mijn actie. Tray leek niet te zijn bewogen en stond nog steeds op dezelfde plaats als voordien. Hij leek licht te geven door het schijnsel van de manen. Rustig nam ik hem op, het leek alsof ik alles aan hem wilde herinneren, een visuele foto wilde opslaan. Ik wilde de kleinste details opnemen en hem nooit meer vergeten. Ik ademde gejaagd door het schreeuwen en het duwen, en probeerde mijn ademhaling te controleren. 
'Ik haat je,' zei ik rustig. 'Maar ik haat mezelf nog meer, omdat ik nog steeds van je hou.'
Ik realiseerde mij dat dit de eerste keer was dat ik het luidop had gezegd, dat ik het mijn hart toeliet. Het was ook de eerste keer dat ik er van overtuigd van was.
Ik legde mijn ziel bloot, maar het was toch al te laat.
'Ik hou van jou,' herhaalde ik. 'Maar ik moet nu gaan, ik ga je loslaten. Want anders ga je mij nog meer kapot maken en ik jou misschien ook,' vervolgde ik en met deze woorden liep ik hem voorbij, met geheven hoofd. Ik liep weg, maar mijn hart leek daar op de grond in verschillende stukken te liggen. Verscheurd en achtergelaten.

PrepareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu