Ik wandelde mijn kamer binnen en meteen kwamen de twee mollen mij achterna. Al draaiend hief ik mijn hand op. 'Ho, jongens! Ik wil graag privacy hebben dus ga maar buiten de deur staan.'
De mollen leken even van slag, en wisten niet wat zeggen dus bleven ze maar staan. Hun kraaloogjes staarden mij aan en volgde elke beweging die ik deed.
Ik toonde mijn hakken die nog steeds aan mijn hand bungelden. 'Ik meen het, of je krijgt deze tegen je kop.'
Deze keer hadden mijn woorden wel effect en konden ze mijn kamer niet nog sneller verlaten. Ik meende ook rode, beschaamde wangen te zien. Zelfvoldaan smeet ik de hakken op de grond. En dan dachten ze dat dit mijn enigste troef was, bedacht ik lachend. Dan hadden ze mijn wapens nog niet gezien.
Na enkele minuten sukkelen met de jurk – zo een ding was ontzettend moeilijk om uit te krijgen – nam ik tevreden een teug lucht binnen. Meteen nam ik mijn kleren en deed ze in een snel tempo aan. Mijn haar dat zijdezacht aanvoelde en nog steeds lekker geurde naar allerlei producten, deed ik in een losse staart. Op blote voeten stapte ik naar mijn tas en wapens. Mijn pijl en boog deed ik meteen om, samen met mijn dolkenriem. Aan mijn andere schouder hing ik mijn tas die het vertrouwde gewicht met zich meedroeg.
Liefdevol streek ik over de veren van de pijlen. Nu ging ik ze niet meer laten afnemen.
Ik schoof mijn voeten daarna in mijn schoenen en controleerde alles nog eens. Als laatste deed ik mijn cap van mijn cape over mijn hoofd en verborg een kleine grijns.
Vaarwel Kacy, dé Aly was terug.
Rustig ademende ik uit en deed de deur met een zwaai open. De mollen stonden – zoals ik had gevraagd – netjes naast beide kanten van de deur zonder een sprankeltje emotie op hun gezichten. Wanneer ze mij zagen, vielen hun monden open van pure verbazing en ik kon alleen maar grijnzen. Ik nam mijn pijl en boog en richtte het op één van de mollen. 'Nu had je toch liever de hakken gewild, niet?' Ik knikte met mijn hoofd, als teken dat ze in mijn kamer moesten lopen. Wat ze ook meteen deden zonder enige vorm van aarzeling.
Ik liet ze zitten op de grond, beide in een andere hoek en bond ze vast met stukjes haarlinten die ik ergens had zien liggen in een ladekast.
'Ik weet dat jullie hier meteen gaan uit kunnen ontsnappen, maar zo win ik toch iets meer tijd,' vertelde ik hen voor ik de kamer verliet. 'En voordat ik het nog vergeet,' voegde ik er aan toe, 'ik ben alles behalve zwak en iemand die bescherming nodig heeft. Maar dat hebben jullie waarschijnlijk nu wel gemerkt.'
Met deze woorden sloeg ik de deur dicht en bleef even staan.
Nu moest ik eerst Rosa vinden, hopelijk was ze niet mee naar boven.
Ik maakte gebruik van de schaduwen die heerste in de gangen, ik was dé schaduw. Zoals Rosa had gezegd, je kon hier een schaduw zijn. Een "niemand". En daar maakte ik vurig gebruik van, ik mocht allesbehalve tijd verspillen en ik wou hier zo snel mogelijk weg.
Hoelang ik hier was, geen idee. Ik hoopte dat ik gewoon niet te veel tijd verloren want elke seconde telde. Rosa had mij niet laten weten waar ze naartoe ging dus het was een hopeloze taak om haar te vinden.
Maar ik hield mijn belofte.
Ik zou haar niet achterlaten, nooit.
Zweetdruppels dwarrelden over mijn voorhoofd, omdat ik op een looppas de gangen aan het afspeuren was. Het was hier snikheet en ik had moeite met ademhalen. Ik verlangde terug naar de zonnen en de manen, ik was al veel te lang beneden geweest.
Elke hoek sloeg ik in, hopend om die felroze strik te zien.
Na een lange tijd – het leek echt wel een eeuwigheid – zag ik een kleine mol speurend om zich heen kijkend. Ze was schichtig en liep niet bepaald kalm of rustig.
'Rosa?' fluisterde ik hard.
Mijn stem schrok haar op en ze keek in de richting van het plotselinge geluid. Ik kwam tevoorschijn uit de schaduwen en haar blik stond angstig.
'Kacy, ben jij dat?'
'De enige echte.' De leugen brandde op mijn tong, maar ik kon haar onmogelijk mijn echte naam toevertrouwen.
'Je ziet er...,' ze twijfelde even, '...anders uit.'
Lachend maakte ik een draai in de rondte. 'Ik weet het.'
Ze nam mijn pols plotseling vast en keek mij vastberaden in de ogen aan. 'Je moet nu weg!'
'Wij.' verbeterde ik haar.
'Wat jij wil.' Ze liet mijn pols los en liep een richting uit.
'Niet omdraaien, blijven lopen, doen alsof dit alles de bedoeling is en vooral niet twijfelen,' beval ze.
'Yes, sir!' riep ik luid. Geschrokken sloeg ik mijn hand voor mijn mond. 'Oeps, per ongeluk.' fluisterde ik deze keer.
Rosa sloeg haar ogen ten hemel. 'Jij bent echt onuitstaanbaar.'
'Maar toch ben ik jouw vriendin.' kaatste ik terug.
Ze draaide zich helemaal tot mij toe en glimlachte droevig met glazige ogen. 'Dan heb ik officieel mijn eerste vriendin.'
Sprakeloos keek ik haar aan, ik wou iets zeggen maar de woorden waren plotseling verdwenen. Gelukkig verbrak Rosa de pijnlijke stilte na enkele tellen.
'Laten we nu niet treuzelen en verder gaan.'
Ze vervolgde haar weg en ik liep haar meteen achterna. Zoals eerder, toen we naar de eetzaal liepen, koos Rosa vastberaden haar weg en leek in tegenstelling tot daarnet rustig. Na een bepaalde tijd drukte ze zich tegen de wand aan, en trok mij met zich mee.
'Hou je nu stil,' siste ze. 'En maak je zo klein mogelijk.'
Al knikkend liet ik mij op mijn knieën zakken en herhaalde steeds weer de gedachten dat ik een kameleon was. De vorige keer was het gelukt, en deze keer hoopte ik vurig dat het weer zou lukken.
Ik had mij nog niet eens fatsoenlijk op mijn knieën gezet, of een horde mollen kwam aangerend.
'De koning zijn aanwinst is verdwenen!' riep de voorste mol. Bij deze woorden liepen de andere mollen achter hem nog harder, vastberaden om mij te vinden.
'De gene die haar vindt, krijgt een verrukkelijke beloning.'
'En wat is die beloning dan?' vroeg een hoge, lispelende stem.
'Een nacht met zijne vrouwe.' reageerde de struisere.
Al joelend liepen de bloeddorstige mollen met hun wapens voor hen uit door de gangen. Misselijk bij de gedachte, stond ik wankeling recht. Rosa keek mij bezorgd aan en legde haar poot op mijn bezwete arm.
'We gaan ervoor zorgen dat ze je niet vinden.'
Snel liep ze verder en stopte bij een doodlopende gang.
Ze begon hardhandig en met snelle halen een gat te maken in de koude wand. Kleine lichtstralen schenen fel door het gapende gat. Rosa sprong erdoor en ik sprong haar meteen achterna, zonder één keer om te kijken. Alles was zo snel verlopen, dat ik even moest stilstaan om alles op een rijtje te plaatsen. Het ene moment zat ik nog op mijn kamer, het andere moment stond ik buiten met Rosa.
De gedachte sprong plots in mijn hoofd: Ik stond buiten, ik was hier weggeraakt. Ik greep ook meteen naar de wonde die ik had opgelopen en ik voelde hem weer brandde. Zachtjes wreef ik met mijn hand over mijn zij, hopend dat dit het brandende gevoel wat zou stoppen.
De felle zonnen verblindden mijn ogen voor enkele seconden en ondanks de situatie moest ik lachen.
'Wat is er?' vroeg Rosa bezorgd. Ze beschermde haar ogen ook tegen de zon, haar kraalogen had ze dichtgeknepen en één poot had ze tegen haar kop gelegd.
'Er wordt van mollen gezegd dat ze blind zijn, maar dat zijn ze niet. Ze worden gewoon verblind door het plotselinge licht.'
Rosa keek mij nu echt aan of dat ik gek was geworden. 'Je bent toch nergens tegenaan gelopen, of wel?'
Ik schudde snel mijn hoofd. Ze bekeek mij even nog van top tot teen, alsof ze mij aan het inspecteren was en knikte dan zacht. 'Dan gaan we verder.'----
Hopelijk vinden jullie het tot nu toe goed... Oké, deze zin slaagt op niks :(
Je mag altijd je eigen mening geven, tips of zelfs negatieve commentaar (als het vriendelijk is, anders kom ik met een klapstoeltje op je af)
Vergeet zeker niet Prepare in je bibliotheek toe te voegen, zodat je zeker bent dat je geen updates/hoofdstukken mist, want dat zou zeker zonde zijn :)Kusje
JE LEEST
Prepare
FantastikDeel 2 van de trilogie. Lees eerst Return. (Het is voor je eigenbelang, ik heb je gewaarschuwd. Nu koest, weg en hup naar Return jij!) Aly weet wie ze is, maar of dat ze het werkelijk geloofd is nog een andere vraag. Nu richt ze zich alleen nog maa...