Hoofdstuk 20

162 10 15
                                    

'Waarom heb jij het mij nooit gezegd?' vroeg ik aan de persoon die mij op dit moment zoveel pijn bezorgde

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Waarom heb jij het mij nooit gezegd?' vroeg ik aan de persoon die mij op dit moment zoveel pijn bezorgde. De tranen stonden nog steeds in mijn ogen, maar deze keer was het moeilijker om ze tegen te houden. 'Je hebt het al die tijd al geweten!'
Tray keek mij strak aan. 'Je hebt er nooit naar gevraagd.'
'Omdat ik het niet wist!' schreeuwde ik plotseling uit. Ik verloor mijn controle en mijn zin echode nog lang na in de troonzaal van Mine, mijn oma. 'Je bent zo een ongelofelijke klootzak, wist je dat?'
Ik haatte hem, ik hield van hem, maar ik haatte hem zo verschrikkelijk hard.
Ik haatte het dat ik nog steeds van hem hield, na alles wat hij mij had aangedaan. Die ene nacht dat ik hem terug had gevonden en hij mij geen blik waardig gunde, die ene keer dat hij toegaf dat onze kus de grootste fout was in zijn leven. En nu had hij al die tijd verzwegen dat ik toch nog een echtelijke familielid had.
Ik wilde schreeuwen, gillen en hem slaan. Hém pijn doen. Maar ik hield mijn woede onder controle.
Langzaam ademde ik diep in en uit, en telde rustig tot tien in mijn gedachten.
'Jou hoef ik even niet meer te zien.'
Zonder hem nog verder een blik waardig te gunnen, liep ik langs hem heen, knalde expres met mijn schouder tegen zijn schouder aan en verliet de troonzaal.
Het was kinderachtig, maar het voelde zo goed om te zien dat hij even zijn evenwicht verloor.
Mijn benen leidden mij rechtstreeks naar de enige persoon die ik nu wilde zien. Nio.
Het was even zoeken in dit doolhof, maar uiteindelijk vond ik hem op zijn post. Hij stond stokstijf stil naast de grote, houten deur die toegang gaf tot de bibliotheek en naast hem stond nog een andere bewaker. Hun houding was angstaanjagend en hun harnas met het prachtige teken van Mine haar rijk erop geborduurd, was perfect geboend.
Ik bleef even staan voor de onbekende bewaker en vroeg hem vriendelijk om ons even alleen te laten. Hij boog even zijn hoofd en ging de richting uit waarvan ik was gekomen. Ik bleef voor Nio staan en glimlachte nerveus. 'Hoi,' bracht ik uit.
Wauw, goed begin van een gesprek. Aly, je bent echt zo goed in gesprekken voeren. Als hij al niet wist dat er iets mis met je was, weet hij het nu. Ik bestrafte mezelf even in mijn hoofd en richtte meteen daarna terug mijn aandacht op Nio.
'Hoe gaat het?' vroeg ik voorzichtig.
Hij haalde nonchalant zijn schouders op. 'Zoals altijd. Een beetje saai dus.' Een vlugge glimlach verscheen op zijn lippen, maar verdween al even snel.
Ik schudde zachtjes mijn hoofd. 'Dat bedoelde ik niet,' fluisterde ik zacht, doelend naar het moment na het kussengevecht.
De verantwoordelijke van zijn post was woest geworden, en dat was zelfs nog zachtjes uitgedrukt. Het geschreeuw was door heel het kasteel hoorbaar geweest toen ik opzoek was gegaan naar mijn kamer.
Zijn blauwe ogen kleurde een tint donkerder, en zijn blik veranderde vrijwel meteen.
'Het kan altijd beter,' gaf hij rustig toe. 'Maar ik zou beter vragen aan jou hoe het met je gaat als ik je houding afga en je gezichtsuitdrukking.'
Mijn gezicht betrok eventjes en ik lachte triest. 'Ruzie met Tray, zoals altijd.'
Nio glimlachte voorzichtig. 'Met alle respect, prinses,' hij stopte even met praten wanneer hij mijn gezicht zag toen hij mij zo noemde, 'maar ik ben hier juist blij om.'
Ik hapte even verschrikt naar adem en keek hem quasi – boos aan. 'Niet grappig!'
Met mijn hand duwde ik hem een stukje naar achter waardoor hij zijn evenwicht zou verliezen, maar in plaats daarvan trok hij mij mee en botste ik zachtjes tegen zijn harnas aan. Ik keek een stukje naar boven, omdat hij iets groter was en in zijn ogen stond twijfel. Met zijn hand veegde hij wat plukken haar uit mijn gezicht en streelde met zijn vinger over mijn wang. Ik wist wat er ging gebeuren en ik wilde hem wegduwen. Ik wilde met al mijn kracht uit zijn greep ontsnappen en recht in de armen van Tray lopen, maar iets in mij hield mij tegen.
Misschien kon ik zo Tray vergeten?
Nio zijn gezicht kwam dichter bij de mijne en langzaam richtte hij zijn lippen op de mijne.
Eén enkele centimeter was verwijderd tussen onze beiden lippen en zo bleven we onbewogen staan.
Hij zuchtte zacht tegen mijn lippen aan en snel ging ik met mijn tong over de mijne die ongelofelijk droog aanvoelde.
Toen overbrugde hij de afstand die onze lippen van elkaar afscheidde. Zijn zachte lippen sloten om de mijne en automatisch sloeg ik mijn armen rond zijn nek heen.
Hij voelde dit aan als een goedkeuring en sloeg zijn handen om mijn heupen heen. Nio trok mij tegen zich aan, alsof dat nog mogelijk was. Eén hand liet hij los en ging opzoek naar de klink van de houten deur. Meteen ging de deur met een zware klik open en trok hij mij met zich mee.
Alsof ik in een trance was, volgde ik hem op de voet en hief Nio mij op een iets oudere tafel.
Zijn lippen zochten weer contact met de mijne die ik hem meteen gaf. Zijn zachte handen vonden een weg naar mijn rug en streelde eroverheen.
Mijn ogen had ik de hele tijd gesloten en plotseling, zonder dat ik het wilde verschenen er twee felgroene ogen. De ogen van Tray. Het gezicht van Tray.
Verschrikt maakte ik mij los van Nio die niets had gemerkt van mijn plotselinge stemmingswisseling.
Waar was ik mee bezig?
Ik leek uit de trance te zijn gekomen en probeerde van de tafel af te komen, maar Nio hield mijn lichaam tegen met zijn twee stevige handen.
'Nio,' zei ik zachtjes, 'laat mij los.'
In plaats van mij daadwerkelijk los te laten, greep hij mij nog steviger vast en zuchtte zachtjes in mijn oor. 'Nooit.'
Hij boog zich over mij heen, zodanig dat ik met mijn rug op de tafel lag en geen kant meer uit kon.
Ik duwde hem met al mijn krachten razendsnel van mij af en keek hem kwaad aan.
'Ik zei je dat je mij moest los laten,' snauwde ik hem af.
Zijn blik veranderde van geschrokken naar kwaad.
'Aly, je moet niet met mijn gevoelens spelen.'
'Ik speel niet met je gevoelens, het spijt me. Dit was een fout, ik had het nooit zo bedoeld.'
Het klonk zelfs allemaal in mijn oren belachelijk en Nio zijn gezicht bevestigde dat hij mijn reden ook belachelijk vond.
'Het spijt mij echt.' fluisterde ik erachter. Ik klonk net zoals Tray die ook een grote fout had gemaakt om met mij te kussen. Ik ging zelfs Tray zijn fouten overnemen.
Nio kwam weer dichter naar mij toe en bleef voor de tafel staan. Ik sprong van de tafel af en wilde terug naar buiten gaan, terug de gang op maar hij greep mijn arm vast. Nio trok mij naar zich toe – voor de zoveelste keer – en drukte zijn lippen terug op de mijne. Ik wilde mij meteen terug trekken, maar hij had mij zo stevig vast dat ik niets kon doen.
Ik wilde hem slaan, maar dat lukte zelfs niet. Ik stribbelde tegen, draaide mij in allerlei bochten, maar niets hielp.
Plotseling werden mijn lippen bevrijdt doordat Nio naar achter werd getrokken. Ik zag dat Tray opeens voor ons stond. Tray keek Nio woest aan en zonder een woord te zeggen bracht hij zijn vuist naar voren en raakte hem recht in het gezicht. Alsof Nio een veertje was, vloog hij een stuk naar achter tegen een boekenkast aan. Versuft viel zijn hoofd voorover en bleef hij in een rare hoek tegen de boekenkast aanliggen.
'Tray!' gilde ik. Zachtjes voelde ik met mijn vingers over mijn lippen die iets gezwollen voelden door de heftige kussen van Nio. Ik hoopte uit de grond van mijn hart dat Tray het niet merkte, maar ik zag meteen zijn blik over mijn lippen gaan, terug naar mijn ogen en dan liet hij weer zijn blik rustte op mijn lippen. Ik wilde naar Nio lopen om te kijken of dat hij nog ademde, maar ik werd in één draai vastgegrepen door Tray. Hij sloot mij in zijn armen en hield mij stevig vast. Zonder dat ik het zelf wilde, sloot ik mijn ogen en bleef stokstijf staan.
Eén enkele traan viel van mijn wang af en zocht zich een weg naar beneden.
Zachtjes streelde hij over mijn rug, en in tegenstelling tot Nio was deze actie welgemeend.
Ik maakte uiteindelijk de stomme fout om zachtjes te zuchtte, want hij liet mij meteen los en duwde mij een stukje van zich af.
Zijn blik werd weer steenkoud en hij keek mij geïrriteerd aan. 'Waarom werk jij je altijd toch in de problemen?'
Door jou. Ik mis je, hou mij vast en laat mij nooit meer gaan.
Alles wilde ik hem zeggen, maar in plaats daarvan zei ik niets en keek hem daarom ook koud aan. Hij zette een paar stappen achteruit. 'Zorg er tenminste voor wanneer je met iemand kust,' bij die woorden haperde hij eventjes. 'dat niemand het ziet, want het was gruwelijk om aan te zien.'
Mijn mond viel open van verbazing. Had hij dit nu serieus gezegd? Had hij deze woorden nu echt uitgesproken?
Met enkele stappen stond ik voor hem, bracht mijn hand omhoog en sloeg hem staalhard in zijn gezicht. Het deed mij meteen onbewust denken aan onze eerste ontmoeting toen ik nog niet wist dat ik dit avontuur zou meemaken.
'Jij bent gruwelijk om aan te zien, dat jij durft deze woorden uit te spreken.' spuwde ik hem toe. 'Jij hebt misschien spijt dat jij mij gekust hebt, maar ik heb eeuwige spijt dat ik ooit maar dan ooit jou ben gevolgd. Dan had ik je nooit gekend en kon je stikken in je egoïsme.' Ik nam snel adem en vervolgde mijn woede. 'Ik haat je zo ongelofelijk hard Tray. Had mij dan nooit bevrijd van Nio, ondanks dat ik het niet wilde, had mij dan nooit de aandacht gegeven die ik van je verlangde, speel verdomme niet met mijn gevoelens en zeker niet met mijn hart. Want mijn hart geef ik alleen maar aan iemand speciaal, en ik heb de grootste fout begaan om hem aan jou te geven.'
Nogmaals snakte ik naar adem en vertelde hem wat ik totaal niet wilde, maar wat noodzakelijk was. 'Dus Tray, ik smeek je. Geef hem terug, want ik ervaar nu alleen maar pijn en ik wil dit niet meer.'
Eindelijk liet ik mijn tranen vrij die ik al een lange tijd tegenhield. Hij had niet bewogen en langzaam werd de plek waar ik had geslagen rood. Ik veegde mijn tranen met snelle halen weg, Tray verdiende het niet om mijn verdriet te zien. Daarna gooide ik mijn handen gefrustreerd in de lucht, gewoon uit pure onwetendheid. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Het leek alsof ik tegen een standbeeld praatte, en een standbeeld zou misschien nog meer emotie vertonen. Dat zei al veel over Tray zijn gedrag op dit moment.
'Mijn verstand zegt dat ik je los moet laten, dat ik het moet appreciëren dat je niets meer met mij te maken wilt hebben, maar mijn hart...' Mijn adem stokte even, '...mijn hart kan je gewoon niet laten gaan, ondanks dat ik het zo graag wil. Het is alsof ik dan zou liegen tegen mijn hart als ik je zou opgeven. Geef mijn hart terug, dat is op dit het moment het liefste dat ik wil.'
Tray keek mij staalhard aan, de laatste tijd deed hij dit vaker en vaker. Ik had al die tijd mijn ziel blootgelegd, terwijl ik maar koude blikken als antwoord kreeg.
'Alsjeblieft, zeg iets.' smeekte ik.
Ik smeekte, ik smeekte nooit. Wat gebeurd er toch de laatste tijd met mij? Sinds Tray in mijn leven kwam, ben ik plotseling zonder dat ik het zelf amper besefte, veranderd.
Zowel positief als negatief.
Het komt gewoon door Arigoria en de omstandigheden waar ik mij in bevind. Deze zin herhaalde ik tot ik helemaal zeker was van mijn zaak. Tray heeft mij niet veranderd, Arigoria is de oorzaak van mijn gedrag.
Even verzachtte zijn blik, maar het was al zo snel verdwenen dat ik ervan uit maakte dat ik het verbeeld had. 'Je bent zo een open boek. Iedereen weet ondertussen wat je zwaktes zijn. Je wilt voor iedereen opkomen, maar je vergeet jezelf,' zei hij fluisterend. 'Ik zeg het nog één maal prinses. Ik hou niet van je, en ik zal nooit van je gaan houden. Jij bent mijn prinses en ik ben jouw wachter en beschermer. Niet minder en vooral niet meer.'
Ademloos had ik hem aangestaard. Zijn uitleg aangehoord.
Het was mijn eigen schuld, ik begon er altijd over en zelfs na al de woorden die hij mij had verteld had ik nog steeds hoop. Hoop die nu diep in de grond was gestampt. En nooit meer zal terugkeren.
'Goed,' zei ik kort. 'Vanaf nu zal ik je dan ook als een wachter beschouwen.'
Ik glimlachte, al dan niet gemeend, maar ik probeerde het tenminste. 'Niet minder en vooral niet meer,' imiteerde ik hem, waarna ik hem de rug keerde en met opgeven hoofd wegliep. Ik liet de deur met een ferme kracht dichtvallen, waarbij het geluid nog lang in de gangen nagalmde.
Ik moest iets vinden waardoor hij zou merken dat hij iemand zomaar heeft laten vallen.
Het zou in mijn voordeel moeten werken, en het zou ook als afscheid moeten dienen want het was niet de bedoeling dat ik gekwetst bleef. Ik moest mij erbij neerleggen.
Hij wilde het zo spelen, dan speelde ik het spel dat nu realiteit heet, mee.
De realiteit dat zich op dit moment afspeelde in Arigoria.
In klote Arigoria.

-----

IK HEB EEN NIEUWE COVER, IK BEN ZO BLIJ. LotteRosanne heeft mijn idee helemaal werkelijkheid kunnen maken, waarvoor zeer veel dank! 
Een staand applaus voor deze fantastische, lieve meid. Hou van je x

Ondertussen zitten we al aan hoofdstuk 20... Wauw, het gaat zo snel. 

PrepareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu