Hoofdstuk 22

136 13 18
                                    


'Hoe kon je?' schreeuwde ik luid

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Hoe kon je?' schreeuwde ik luid. Ik begreep er werkelijk niets van, waarom deed hij dit? 
Waarom?
Hij lachte humorloos. 'Jij hebt mij doen inzien dat ik zéker aan de verkeerde kant stond, beter gezegd jij hebt mij doen inzien dat ik juist aan de juiste kant stond.'
'Sinds wanneer?' Ik had moeite om hem niet te gaan aanvallen en zijn nek om te wringen, maar ik zou dit niet overleven. Ze waren met te veel en hij was tenslotte meer ervaren qua vechten.
'Al van het begin af aan, je was zwak. Je bént ongelofelijk zwak. Hoe je constant zit te zeuren en hoe weerloos je bent.' Hij nam nonchalant zijn zwaard uit zijn schede en begon er mee te spelen. Zijn blauwe ogen stonden koud. 'Maar goed, nu je het weet heb ik de eer om al wat schade aan te richtte van de Meester.'
Ondanks dat hij er verveeld uit zag, zag je aan zijn houding dat hij gespannen was.
'Je ként de Meester?' vroeg ik geschokt en helemaal verbijsterd, het dreigement negerend.
'Ja, wie denk je dat Tray in de problemen heeft geholpen? Wie denk je dat al de gruwelijke wezens heeft verzameld?'
Nio draaide met zijn ogen en hij sprong opgewekt een paar keer omhoog. 'Ik, ik en nog één maal,' zei hij dolgelukkig, 'ik!'
'Je bent gek, ik heb werkelijk waar medelijden met jou.'
Hij begon mij uit te lachen. 'Ik heb medelijden met jou, lieverd. Denk je serieus dat je dit gaat winnen? Ik bedoel,' hij wees rond zich,' heb jij deze wezens al eens gezien?'
Ik was mij er zeer zeker van bewust dat er immens veel wezens aanwezig waren, maar toch keek ik woedend zijn kant uit. 'Tray is je vriend, Mine is je koningin, Arigoria is je thuis. Waarom zou je dat willen opgeven?'
Vol walging keek ik hem aan, hoe had ik hem ooit kunnen vertrouwen? Hoe kon ik hem ooit als vriend hebben gezien? Hoe had ik hem ooit kunnen kussen?
Nio kwam dichter en dichter naar mij toe, totdat hij vlak voor mij stond. Ik had niet bewogen, maar keek hem alleen maar aan. 'Voor mij valt er niets meer te verliezen. Er valt gewoonweg niets meer te verliezen. Al van het begin af aan bij het ontstaan van Arigoria, was deze gedoemd om onder te gaan. En binnenkort zal deze dag aanbreken.'
Hij nam een lok haar vast en begon erover te strelen. 'Dit is nog maar een begin, een waarschuwing. Maak je maar klaar, lieve Aly. Het zal nog érger worden.'
Ik spuwde in zijn gezicht, waarna hij geschrokken achteruit sprong. Zijn hand kwam omhoog en voor ik wist had hij mij geslagen. Een heet, tintelend gevoel verscheen op mijn wang en ik legde enkel mijn hand tegen mijn wang aan. Er sprongen zelfs geen tranen in mijn ogen, ik keek hem alleen maar koud aan. 'Je begint zelfs mijn acties over te nemen,' zei ik uitzonderlijk kalm. 'Triest.'
Ik haalde mijn hand weg en greep naar een dolk die aan mijn riem vast hing.
'Misschien dénk jij dat Arigoria ten onder zal gaan, maar veel wezens zullen hun thuis verdedigen. Ik zal Arigoria verdedigen.'
Hoeveel haat ik ook voor Arigoria had, hoeveel ik ook had meegemaakt, ik zou het nooit laten verwoesten. Ik was belogen door iemand die ik ten volste vertrouwde. Het deed meer pijn dan ik had verwacht, ik beschouwde hem als mijn vriend zélfs nog steeds na de kus, ook al was ik kwaad op hem geweest. Ik voelde mij meteen thuis in dit koninkrijk, en dat kwam vooral door hem. Ik zou hem misschien nog vergeven als hij zich weer tot ons zou aansluiten.
Hij heeft gelogen, riep een venijnig stemmetje plots in mijn hoofd.
Nee, ik zou hem nooit vergeven. Hij had ons verraden, hij had zijn eigen thuis verraden.
Stevig kneep ik in de dolk en zag dat Nio zijn zwaard omhoog deed. Hij liet het razendsnel neerkomen en ik blokte hem af met één enkele dolk. Een pijnlijke schok ging door mijn arm en zorgde ervoor dat ik met veel gekletter en gevloek mijn dolk op de grond liet vallen. Een verdoofd gevoel vloeide door mijn arm en ik begon er mee te schudden, hopend dat het tintelend gevoel zou wegebben.
'Meen je dit nu Aly? En jij bent de drakenprinses?' Pure afschuw was uit Nio zijn stem te horen.
Ik wist ondertussen al dat iedereen een andere prinses had verwacht, een moedigere, een slimmere en bovenal een betere. Maar nu dat hij het er nog eens inwreef, dat was de druppel. Ik was het beu dat ik steeds gekleineerd werd, steeds onderschat werd en altijd als minderwaardig werd beschouwd.
Met al mijn kracht duwde ik hem achteruit, een actie die hij niet had verwacht.
Verschrikt verloor hij zijn evenwicht en viel hij naar achter. Meteen kwamen verschillende Takers afgelopen, maar de dwingende stem van Nio liet ze meteen stoppen. 'Ze is van mij!'
Hij kwam razendsnel omhoog en greep naar mijn keel. Ik ontweek zijn grijpende handen en gaf hem een stoot met mijn elleboog. Ik hoorde brekend bot en zag dat ik zijn neus had gebroken. Donkerrood bloed drupte van zijn kin naar beneden en hij greep met zijn beide handen zijn neus vast.
'J-jij,' hij spuwde bloed dat in zijn mond was gekomen, uit en keek mij woest aan. 'Jij verdient zo de dood. Nee, eerst moet je lijden en je zult smeken om dood te gaan. Jij zult ons smeken om dood te gaan, want Aly jij zult lijden van de verschrikkelijke pijn die wij zullen aanbrengen.'
Angst kroop omhoog door zijn woorden en kippenvel ontstond op mijn armen. Alles leek wazig te zijn en ik kon niet normaal meer functioneren.
Wat gebeurde er met mij?
Ik moest niet opgeven, anders konden ze zeker hun gruwelijkheden uitvoeren. Ik mocht niet opgeven.
Moeizaam begon ik terug normaal te ademen, het zweet stond in mijn handen en ik voelde het van mijn rug afdruipen. Ik was aan het hyperventileren, ik had Mels nodig.
'Mels,' fluisterde ik zacht, niet hoorbaar voor Nio.
Tranen liepen ongecontroleerd van mijn wangen af, en ik kreeg het koud én warm. Mijn hoofd kon elk moment wel barstte. Met heel veel moeite probeerde ik mij recht te houden. 'En jij denkt dat ik zomaar zou opgeven of meegaan?' De tranen liet ik maar van mijn wagen stromen en deed niet eens moeite om ze weg te vegen.
Hij barstte in lachen uit, wat een vreemd geluid was omdat hij nog steeds zijn handen rond zijn neus had.'Zo dom ben ik natuurlijk niet. Ik ben misschien blond, maar ik heb over alles nagedacht.'
Hij deed teken naar een Taker die uiterst langzaam mijn kant uitkwam.
'Oftewel sleuren wij je mee, met geweld.' Nio keek mij aan, mijn reactie proberend te achterhalen maar ik staarde hem alleen maar droog aan. 'Of wij geven je iets terug, een kleine ruil omdat je nog steeds een prinses bent.'
Ik draaide met mijn ogen, nog steeds een beetje duizelig. 'En wat is die ruil dan?'
'Jou tegen een vriendje van je,' zei hij geamuseerd.
Ratel?
'Waar is Ratel?' schreeuwde ik bijna.
'Oh,' lachte hij. 'Je hebt hem al een naam gegeven. Hij ligt daar ergens bij die overige Takers.'
Nio maakte een nonchalant, wegwerp gebaar richting de Takers en mijn ogen scande de verschillende – in mijn ogen meer dan 20 – Takers en schaduwen af.
'Geef hem aan mij,' siste ik woedend.
'Alleen in ruil van jou,' zong Nio zachtjes. 'Wij willen jou.'
'Goed!' gilde ik. 'Geef hem nu aan mij.'
Uit het niets werd er iets naar mij gegooid. Op het laatste moment ving ik het op en ik zag dat het Ratel was. Hij was niet gewond zover ik kon zien, maar hij was wel bewusteloos.
'Wat is er met hem?' vroeg ik zachtjes.
'Mijn Meester heeft wat gedaan met hem, een paar experimentjes. Daarom dacht je ook dat hij dood was, is het niet?'
Ik durfde hem niet gelijk te geven dus bleef ik stil, Ratel aaiend over zijn kopje.
'Ja, dus. Maar geen zorgen hoor, hij komt wel weer bij. Ik weet wel niet of dat hij zoals voordien zal zijn.'
Hij haalde zijn schouders op en deed teken naar mij. 'Nu je Ratel hebt, moet je mijn deel geven van de overeenkomst.'
Opeens legde hij zijn vinger tegen zijn kin, keek naar een punt ergens in de verte en leek na te denken. Nio grinnikte. 'Het spijt mij, Aly. Maar opeens springt er iets te binnen. Had ik alleen jou gezegd voor de overeenkomst? Ik bedoelde natuurlijk...,' hij lachte duivels wanneer hij stopte met praten. Hij had een gezicht dat zo gruwelijk was door al het bloed dat ik behoedzaam een paar stappen achteruit zette. '...die sukkel van een Tray ook, maar dan dood. Ratel voor Tray zijn lijk, lieverd.'
Ik trok wit weg, dat wist ik gewoon. 'Je hebt toch al de kans gehad om hem te vermoorden?'
Ik stond er versteld van dat ik nog kon antwoorden, praten of zelfs recht blijven staan. Hij had net gezegd dat hij Tray dood wilde.
Hij haalde verveeld zijn schouders op. 'Ja, klopt. Maar jij ging hem natuurlijk zoeken, omdat je zoveel van hem houdt dat het gewoon afgrijselijk is om aan te zien.' Nio giechelde. 'Ik wist dat je naar Mine ging gaan. Ik kon onmogelijk mijn post verlaten om de geheime doorgang toegankelijk te maken aan de wezens die zich hadden verscholen in de schaduwen van Schemerstad. Dus wij hadden iemand nodig die eerlijk is, en onwetend.'
Hij glimlachte zijn tanden bloot waar bloed aan hing. 'Jou, natuurlijk. Je hebt wéér je eigen wereld verraden.'
Ik negeerde weer zijn opmerkingen, hij wilde mij gewoon helemaal kapot maken. 'Je krijg Tray nooit.'
'Tututut, dit was de overeenkomst.' Hij lachte humorloos, terwijl hij zijn vinger heen en weer bewoog alsof ik een klein kind was. 'Je begrijpt het echt niet hé, je hebt al verloren. Je kan nu best meewerken.'
Ik trok mijn wenkbrauwen op en zette mijn hand in mijn zij. Het was nu genoeg. Ik lachte gemeend. 'Lieverd,' ik rekte het woord zodanig uit dat Nio mij bevreemd aankeek. 'jij begrijpt het niet. Je hebt hier verdomme de drakenprinses voor je staan, heel Arigoria is tegen de Meester en tegen zijn hulpjes, zoals jij.'
Ik voelde mijn handen gloeien, het teken dat ik mijn krachten aan het oproepen was. Ik wist dat ik terug zou flauwvallen, omdat mijn krachten geblokkeerd werden door de Meester maar ik had het er voor over. 'En let maar eens op wat ik met smerige hulpjes doe.'
Mijn hele lichaam begon te gloeien en verschillende stemmen weerklonken in mijn hoofd. Ik was furieus, gekwetst en mijn vertrouwen was helemaal beschadigd. Nio zijn gezicht was helemaal betrokken en de Takers samen met de schaduwen deinsde ongezien achteruit. Net toen ik de stem in mijn hoofd hoorde, voelde ik dat ik ineens werd opgetild en naar een hoek van de bibliotheek werd gesmeten. Mijn rug knalde tegen een boekenkast aan en de warme gloed verdween abrupt uit mijn lichaam. Door mijn hoofd schoot een steek en al kreunend stond ik recht.
Wie had mij zo plotseling weggegooid? Wie had mij onderbroken? Deze avond had alleen nog maar verwarring met zich mee gebracht. 
Wat gebeurde er toch allemaal?
Ik keek wazig voor mij uit en alles begon te draaien. Tevergeefs probeerde ik mij vast te houden aan een boekenrek, maar vrijwel meteen raakte ik de grond met een klap. Op mijn handen en knieën keek ik naar de persoon die voor Nio stond. Ik werd ook meteen bewust dat er meerdere mensen of wezens rond Nio stonden. Helemaal ontdaan zag ik dat Mels, Mine en Tray zich hadden geplaatst rond Nio.
Nio leek te zijn bekomen van de schrik en een norse uitdrukking sierde zijn gezicht.
'Wat gezellig! Kom erbij, kom erbij!' zei hij gladjes. 'Was jouw naam niet "ik ben weggelopen uit mijn groep, omdat ik te zwak ben"?' Hij wees met zijn vinger naar Mels die met zijn rug naar mij stond, waardoor ik zijn gezichtsuitdrukking niet kon lezen. Maar aan zijn houding te zien, was hij allesbehalve blij.
Nio maakte daarna een spottende buiging. 'Mine, mijne koningin.'
'Jij.' De stem van Mine weerklonk door heel de bibliotheek, heel haar koninkrijk. Het leek alsof alles opeens, abrupt stil werd gelegd. Op de achtergrond had je steeds gegil gehoord, nu was er alleen maar pure stilte. Op dat moment werd ik er bewust van, hoezeer Mine machtig was, hoezeer zij een bepaalde invloed had op mensen of wezens. Zoals toen was gebeurd bij mijn bewusteloosheid, wees ze naar de lucht en een tel later viel er een prachtige scepter in haar handen. Het viel mij ook op dat ze haar prachtige kleed had omgeruild voor een simpele, rekbare broek en een eenvoudige blouse. Vanaf deze afstand kon ik ook zien dat haar gezicht vol bloed zat en ook haar kleding. Ik sloot voor een tel mijn ogen, ik hoopte vurig dat het niet haar bloed was.
'Ik vertrouwde je,' zei Mine kalm. Een toon die mij verbaasde, ikzelf was woedend geweest en had hem willen wurgen. Maar zij, zij leek het allemaal te accepteren terwijl net iemand in haar koninkrijk haar had verraden. 'Je moet weten, Nio dat hier een straf opvolgt.'
Hij snoof verontwaardigd. 'Je meent het, lieve koningin? Krijg ik een extra karweitje? Alsof je kan winnen tegen deze vrienden van mij.' Vaag wees hij met zijn duim naar achter, waar de gruwelijke wezens verlekkerd aan het wachten waren.
Mine begon te lachen, een actie die vreemd was als je naging in welke situatie we ons bevonden.
'Ik lever je over aan de Raad, zij zullen achterhalen waarom jij ons verraden hebt. Zij zullen achterhalen waarom jij je hebt aangesloten bij onze ergste vijand. En,' besloot ze haar uitleg, 'het maakt mij absoluut niet uit hoe dat ze het zullen doen.'
Nio's gezicht die eerder spottend en verveeld stond, veranderde meteen in een verschrikt gezicht. Hij viel op zijn knieën en legde zijn hoofd op de grond. 'Alstublieft, niet de Raad. Ik smeek u, houdt mij hier. Ik zal alles doen wat u mij opdraagt. Ik zal u persoonlijk alles vertellen.'
Mijn mond viel bijna open van verbazing. Was de Raad zo verschrikkelijk dat Nio zelfs smeekte om hier te blijven en hier zijn straf uit te zetten?
Ik zag dat Mine haar hoofd schudde. 'Het spijt mij, maar zo zijn de regels en je kent ze maar al te goed.'
Ze begon een paar woorden te zingen, die ik weer niet verstond. Haar adembenemende scepter begon licht te geven en verschillende kleuren gloeide door elkaar.Ze richtte haar scepter tot Nio die nog steeds aan het smeken was op de grond. Ik meende zelfs gesnik te horen, even voelde ik een soort van schuldgevoel opkomen maar het verdween al even snel toen ik dacht aan het feit dat hij ons verraden had.
'Vaarwel Nio,' fluisterde ze zacht, waarna er een gloeiende straal gericht werd op Nio. Een felle, lichte gloed scheen door heel de bibliotheek die mij een tel blind maakte. Enkele seconden later wanneer ik weer fatsoenlijk kon zien, was Nio verdwenen samen met zijn volgers. Alleen een half – verwoest kasteel was het bewijs dat hier ooit handlagers van Arigoria's vijand was geweest. 


PrepareWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu