Hoofdstuk 24

2K 101 22
                                    

Hyperventilerend keek ik de man die op de grond lag, en mij eerder probeerde aan te randen, aan. Hij bedekte zijn gezicht met twee handen, die ondertussen al vol met bloed waren gestroomd. Hij probeerde overeind te komen, toen hij de eerste keer op zijn voeten stond, verloor hij zijn evenwicht, en viel meteen weer terug op de stenen ondergrond.

De tweede keer was hij verstandiger, en greep zich aan de muur vast, waaraan hij zich optrok. wankelend stond hij eindelijk overeind. Zijn ogen waren op mij gericht, andersom ook, maar dat veranderde snel toen de man die hem had neergeslagen voor mij ging staan. Als een klein kind verschuilde ik mezelf achter hem.

Mijn lichaam voelde zó zwak aan. Het leek net alsof ik in een actiefilm ofzo zat, het leek gewoon allemaal zó snel te gebeuren.

"H-hier gaan jullie spijt van krijgen" Sprak de man, ik hoorde aan zijn voetstappen dat hij van ons wegliep.

"Hey, gaat het wel?!" De man die voor mij stond draaide zich snel om.

Hij kwam me bekend voor, ik zou zweren dat ik hem ooit al eens eerder had gezien, maar ik kon hem zo snel niet plaatsen. Ik wou hem bedanken voor wat hij had gedaan, maar toen ik mijn mond open deed, kwam er geen geluid uit. Al snel stroomde de tranen weer uit mijn ogen, en over mijn wangen. Door de schok was ik onbewust gestopt met huilen.

Al snikkend liet ik me langs de stenenmuur glijden, en ging op mijn hurken zitten, terwijl ik mijn hoofd in mijn armen verborg.

De man kwam naast me zitten zonder ook maar wat te zeggen. Ik was zó blij dat hij was komen opdagen, ik wil echt niet weten wat er anders gebeurt zou zijn. Waarschijnlijk had hij me dan verkracht ofzo.

hoe kon ik zo stom zijn om dat niet door te hebben! Ik had moeten weten dat er zo iets slechts zou kunnen gebeuren! Ik had gewoon geluk gehad ...

Hij sloeg een arm om mij heen, en trok me een beetje naar zich toe. "Rustig maar" Fluisterde hij in mijn oor.

Voor zeker een half uur hebben we daar in complete stilte gezeten. Ondertussen was ik nog niet helemaal tot rust gekomen, maar mij ademhaling werd tenminste al wat rustiger. Ik kan niet beschrijven hoe blij ik was met zijn aanwezigheid, ik kende hem niet eens, maar ik voelde me veilig in zijn armen.

Het begon al echt pikke donker te worden buiten, je kon geen hand meer voor ogen zien, alleen in de verte, toen ik het zeistraatje uitkeek, kon ik een lantarenpaal zien, die  een heel klein stukje van de aanliggende straat verlichtte.

Naast het licht dat afnam, nam de temperatuur ook af. Het voelde aan alsof het aan het vriezen was, wat me spontaan rillingen over mijn hele lichaam gaf.

"Zal ik je naar huis brengen?" Vroeg hij op een zacht volume.

Huis? Dat was de laatste plaats waar ik heen wou op dat moment. Mijn moeder zou totaal flippen als ze me in deze staat zou zien, en dan was dit allemaal voor niks geweest! Waarschijnlijk zou ze me dan naar een internaat sturen, met bewaking, die me vierentwintig uur per dag in de gaten houden.

Ik schudde mijn hoofd.

Hij keek me bedenkelijk aan, ik zag in zijn ogen dat hij wou vragen waarom niet, maar hij besloot het om een of andere reden toch niet te doen. Ik vond het fijn dat hij niet met allerlei vragen kwam, zoals 'hoe ken je die jongen' en 'waarom wil je niet naar huis', want ik had geen behoefte om daar over te praten op dit moment, en hij leek dat op een of andere manier te begrijpen.

"Wil je mee naar mijn huis? Ik woon hier maar vijf minuten vandaan" Bood hij aan.

Met hem mee naar huis?  Normaal gezien zou ik nee hebben gezegd, mijn moeder heeft me altijd gezegd dat ik niet met vreemde mee naar huis moet gaan, maar hey .. als die vreemde net wel een soort van mij leven heeft gered mag dat toch zeker wel? Het was tenminste warmer dan hier op de koude grond te zitten.

Goed of slecht? ( Badboy Harry styles en Niall horan fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu