Hoofdstuk 33

416 16 0
                                    

Ik moet in slaap zijn gevallen als de deur met een ruk open gaat. Johan staat in de deur en in zijn ogen staat woede, pure woede. Hij loopt op me af en trekt me ruw om hoog. 'Hoi Fayetje.' Ik slik angstig. 'Vandaag ga je een hele andere kant van mij leren kennen.' Ik tril van mijn benen tot mijn handen. 'Shirt uit.' Ik schud trillend mijn hoofd. 'Nee.' Hij draait zich verbaasd om. 'Wat? Ik dacht even dat ik iets van een nee hoorde?' Ik knik. 'Dat is precies wat ik zei.' Ik probeer zelfverzekerd over te komen maar mijn stem verraad me. Hij lacht. 'Je dacht,' hij lacht 'je dacht dat je zomaar tegen me in kon gaan?' Hij slaat me hard in me gezicht en ik voel mijn wang branden. Hij trekt ruw mijn shirt uit en duwt me hard tegen de muur. Alles in mijn lichaam verzuurt. Hij loopt even weg maar komt binnen een paar tellen weer terug met iets in zijn handen. Ik slik. 'Met je handen tegen de muur.' Beveelt hij me. Ik bid in mijn hoofd, spaar me asjeblieft. Voor ik het weet voel ik een brandende pijn in mijn rug, hij slaat me met iets, iets van metaal. Bij elke slag zak ik iets in, net als ik denk dat ik ga flauwvallen van de pijn, stopt hij. Hij lacht. 'Dacht je dat je klaar was?' Er lopen tranen over mijn wangen, zo veel pijn heb ik. Hij draait me ruw om en komt dichtbij met zijn hoofd. 'Ik heb een rotdag, maar gelukkig heb ik jou om mijn frustraties op te uiten.' Ik slik. 'L-aat me gaan, a-asjeblieft.' Ik huil. Maar hij slaat me in mijn gezicht. 'Stop met huilen en draai je met je heup naar de muur.' Wat kan ik doen? Me verzetten? Hij is sterker. Plus hij kan Thomas en zijn familie iets aan doen en dat is het laatste wat ik wil. Ik besluit me sterk te houden en zo min mogelijk toe te geven aan de pijn. Hij schreeuwt kort en de ijzeren stok komt hard neer op mijn heup, té hard. Het raakte mijn bot en ik zak in. Ik val op de grond en de tranen lopen over mijn wangen. Hij hoor de deur dichtvallen en dan is de duisternis weer terug. Probeer je te verzetten tegen de pijn Faye komop, je bent sterker. Maar voordat ik het weet sluit ik mijn ogen en ben ik bewusteloos.

Te tijd gaat te snel, als ik mijn ogen open zie ik iemand in de deur opening staan. Het is niet Johan. Ik probeer op te staan maar ik zak weer in, mijn heup doet pijn, mijn heup staat in brand. 'Zozo.' Ik kijk op. Er loopt iemand op me af, ik zie zwarte vlekken. 'H-hoelaat is het?' Vraag ik zacht. Iemand knielt bij me neer. Nog steeds onbekend van de persoon naast mij laat ik mijn hoofd in mijn knieën vallen. Ik probeer de beste manier te vinden waar mijn heup het minst voelt alsof er een bom in is ontploft. 'Opstaan.' Beveelt hij me. Langzaam verwijderen de vlekken voor mijn ogen en ik schrik van de man die voor me staat. Hij heeft grijs haar een snor en een baard. Hij draagt vuile kleren en stinkt naar rotte vis. Als ik hem zou tegen komen op straat zou ik denken dat het een zwerver was. Ik probeer op te staan maar het lukt me niet. 'M-mijn lichaam, I-ik kan niet opstaan.' Met een ruk trekt hij me aan mijn arm omhoog, alle spieren in mijn lichaam schreeuwen het uit en er loopt een traan over mijn wang. 'W-wie ben jij.' Krijg ik er met moeite uit. 'Flint, hij pakt ruw mijn hand en schud hem. 'F-fay-' hij kapt me af. 'Ik weet wie je bent.' Ik slik hoorbaar. 'He niet bang zijn,' hij aait zacht over mijn haar, wat me nog onrustiger maakt, wat moet hij van me? 'Komop laat me eens zien wat je kan.' Ik kijk hem verbaasd aan, hij bedoelt toch niet..

--
Kort hoofdstukje sorry!!
Xxjes

The boy next doorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu