Hoofdstuk 37

419 15 0
                                    

Pov Faye

Ik kijk uit het raam. Natte wangen. Denkend aan hem. Wat zal hem overkomen? Is hij veilig? Als Johan er achter komt dat ik weg ben, vermoord hij hem, dat weet ik zeker. Ik heb de bestuurder gesmeekt terug te rijden maar hij zei niks. Niks. Ik kan hem niet zien, de ramen voor de achterbank zijn verduisterd. Ik ben al zeker 3 uur onderweg. We komen langs bossen, meren, huisjes en heel soms vang ik een glimp op van iemand. Het is fijn om mensen te zien. Dat geeft je het gevoel dat je niet alleen bent.

Ik stink en ruik mezelf. Ik heb al zeker een week niet gedoucht en mijn kleren beginnen vuil te worden. Even sluit ik mijn ogen en vergeet het heden. Ik denk aan vroeger, aan mijn moeder. Hoe we samen schilderde. Aan mijn vader, hoe we samen voetbalde in het parkje. Hoe we verstoppertje deden en ik in slaap viel in de kast. Ik denk aan Jonas, zou hij me missen? En weet hij al iets over mijn foto's? Ik mis Maria ook, ze zal vast doodongerust zijn. Ik zie Jan en Maria voor me. Bij de barbecue, ze lachen en vertellen me verhalen, ze vertellen mensen met trots dat ik hun dochter ben, en ik probeer dat gevoel vast te houden, de hele autorit.

Ik moet in slaap gevallen zijn als de auto tot stil stand komt. Ik hoor voetstappen en dan gaat mijn autodeur open. Ik zie een man van de leeftijd van mijn vader met een petje op voor de auto staan. Ik stap uit en kijk om me heen. Ik weet niet waar ik ben, overal is het groen. Ik zie bomen en een groot weiland. Een grote schuur staat midden op het bospad. De chauffeur leid me naar het schuurtje en opent de deur. Als ik binnen kom zie ik Clair en Bassie. Ze lijken niet te merken dat ik er ben en zitten op een bank bij de openhaard. Verder staat er een grote houten tafel met een paar stoeltjes en een klein keukentje in de hoek van de kamer. Aan de andere kant van de kamer staan 3 kleine 1 persoons bedden. Ze zijn netjes opgemaakt en op 1 ligt een grote envelop. 'Faye lieverd.' Clair staat snel op en sluit me in haar armen. Wallen vormen om haar wangen en haar ogen staan bezorgd. Ze kijkt me aan en lacht even. Bassie komt op me af rennen en knuffelt mijn been. 'Fayie eindelijk.'

We zitten rond de openhaard en luisteren naar de muziek die zachtjes op de achtergrond speelt. 'Het spijt me voor je Faye, zo ontzettend erg.' Doorbreekt Claire de stilte. 'Dit is allemaal onze schuld, je bent hier in verzuild geraakt door onze familie proberen.' Met haar handen in haar haren kijkt ze me doordringend aan. Nog steeds onwetend van waar ik ben kijk ik in haar hemelsblauwe ogen, dezelfde als Thomas maar dan zonder bruine stipjes. 'Waar ben ik Clair.' Ze kijkt naar iets achter me en ik volg haar blik. De envelop op het bed. 'Lees het asjeblieft.'

Langzaam open ik de grote envelop. Ik probeer comfortabel op het bed te zitten. Er zitten meerdere briefen in met veel teksten. Ik zucht, daar gaan we.

Lieve Faye,

We missen je zo ontzettend erg lieverd. Dit had allemaal nooit mogen gebeuren en het spijt ons dat we zulke slechte familie zijn geweest dat we niet eens iets door hadden wat er aan de hand was. Het spijt ons, dat we niet meer tijd hebben geïnvesteerd in onze dochter. Dat we niet meer hebben gedaan en meer herinneringen hebben gemaakt. We missen je. En dat zullen we altijd doen. Maar voor nu, is dit beter. Het spijt ons dat het zo heeft moeten gaan. We zien je snel, als alles voorbij is kom je gewoon terug bij ons, en zullen we een gelukkig leven leiden. Dat beloven we. Doe voorzichtig en vergeet nooit, dat ookal zijn we niet je oorspronkelijke familie, voor ons zal je altijd zo voelen, altijd. Je kan het Faye, we geloven in je.

Jan & Maria

Nee nee nee! Tranen lopen over mijn wangen. Ze mogen niet dit gevoel hebben. Ze mogen niet denken dat ze een slechte familie zijn geweest. Dat is niet waar. Ze hebben meer betekend in mijn leven dan iemand anders. Ze zijn er altijd voor mij geweest. Tranen vallen op het papier dat ik met trillende handen vast heb. Bassie en Clair lijken te snappen dat ik alleen wil zijn want ze zijn verdwenen uit het kleine schuurtje. Als ze zo terug zijn moet ik Jan en Maria zien te bellen. Ze moeten weten hoeveel ze voor me betekenen.

Mijn handen trillen als ik het handschrift van de tweede brief zie. Ik adem 1 keer goed in en uit en begin dan te lezen.

Faytje

Daar ben je dan, veilig met mijn familie. Ik had misschien moeten vertellen dat ik niet mee ging, maar dat kon ik niet. Door het niet hardop te zeggen leek het misschien wel niet echt. Ik wilde de waarheid niet onder ogen komen en al zeker niet beseffen dat ik je voor altijd kwijt zou zijn. Nu is dat moment gekomen en ik mis je meer dan ooit. De toekomt heeft misschien niet veel meer te bieden voor mij maar wel vo-

Ik gooi het papier op de grond en begin hard te huilen. Clair komt binnen een paar seconde het huisje ingerend. 'Is alles oké lieverd?' Ze gaat naast me zitten en slaat een arm om me heen. Ik schud mijn hoofd. En fluister: 'ik kan dit niet.' Tranen staan in haar ogen. 'Hij houd van je Faye, en dat zal hij altijd blijven doen, wat er ook gebeurd.' Stilte. 'Vanaf het moment dat je hier kwam wonen was hij al verkocht. Hij kon niet stoppen met vragen over je te stellen. Hij wilde niet eens meer eten s'avonds, en als ik dan zijn kamer in kwam na het eten, staarde hij uit het raam, naar het huis aan de overkant kijkend. Hij mompelde dan dingen als; wat zou ze nu doen? Ik had hem nog nooit zo gezien Faye.' Ik kijk naar haar en lach even. 'Hij houd ontzettend veel van je, en zou heel graag willen dat je zijn brief zou uitlezen.' Ze grinnikt. 'Ik hou ook van hem.' Ze glimlacht. 'Dat is mooi. Nou, lees verder.' Clair staat op en loopt de grote houten deur uit waar achter Bassie verstopt zit. Zijn wangen kleuren rood. 'Ik zat niet te luisteren hoor.' Zijn moeder lacht, pakt zijn hand en neemt hem mee naar buiten. Ik pak het papier op en begin verder te lezen.

The boy next doorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu