5.

142 2 1
                                    

Redelijk vroeg in de ochtend word ik wakker. Ik neem mijn telefoon en kijk hoe laat het is. Acht uur. Het is eigenlijk ook wel best goed dat ik zo vroeg op ben, ik wil namelijk nog iets van deze dag hebben.

Rustig stap ik uit mijn bed en loop ik naar mijn kledingkast. Ik trek hem open en zoek een leuk setje uit. Een lange broek met een shirt, moeilijker voor vandaag maak ik het niet. Ik neem die kleren mee naar de badkamer. Ik draai de douchekraan open en kleed me vervolgens uit. Ik ga onder de warme stralen staan. Wat voelt dat goed. Niet veel later ben ik al klaar en stap ik er vanonder. Ik droog me af en doe mijn kleren aan. Dan ga ik aan de wasbakken staan. Daar poets ik eerst mijn tanden en doe mijn make-up. Morgen ochtend steek ik die twee kleine tasjes nog weg.

Ik loop de badkamer uit en ga naar beneden. Wanneer ik dan de keuken inloop zie ik mijn mama al staan. Ik glimlach en begin de tafel al te dekken.

'Goede morgen mam, mijn rood jurkje, is dat al gewassen nu?', vraag ik aan haar. Ja, ze zei dat ze het gisteren direct in ging wassen.

'Ja, het hangt aan het droogrek, snel is het droog en kan je het weg steken,' zegt ze en ik glimlach.

'Dank je mam, ik ga na het eten naar Joyce gaan. Tickets bestellen en hotel boeken,' zeg ik tegen mijn mama. Ik zet het brood, confituur en nutella choco op tafel. Ik neem een mok en loop daarmee naar ons koffieapparaat. Het kan cappuccino's maken. Ik zet het eronder en maak er dan zo ééntje. Nee, elke ochtend ééntje om mijn dag te beginnen. Ik ga dan met mijn mok aan tafel zitten en neem een boterham. Ik doe er wat choco op en eet hem dan rustig op. Ondertussen neem ik ook wat slokken van mijn mok.

Ik denk weer na over vroeger. Ik was altijd bij hem te vinden, ze hadden zo een zandbak en elke keer als we daarin gingen zaten we van kop tot één onder het zand. Ik weet nog goed hoe mama dan boos was dat ik zo dan binnenkwam. Het zand was altijd ook in mijn haren. We maakten dan de grootste zandkastelen en deden aan verspringen samen. Ik mis die tijd soms wel, maar mij nu nog als zeventien jarige dat zien doen nee. Ik weet ook nog dat ze een zwembad hadden, maar daar gingen we niet vaak in, dat was te gevaarlijk om er samen alleen in te gaan. Soms vraag ik me ook af of mama geen contact meer met hen zou hebben. Ja, mijn mama en zijn mama kwamen ook altijd zo goed overeen. Alleen ik ga het nu niet meer vragen. Dat is te lang geleden. In het begin wou ik niet verhuizen, ik miste hem ook heel hard, nu mis ik die tijd nog ja, maar niet meer zo als vroeger. Maar eenmaal dat ik dan hier echt woonde had ik al snel Joyce leren kennen. De buren hier zijn wel nog altijd een beetje onbekenden. Ja, ik ken ze van zien en je kan er een praatje mee maken á la hoe is het weer vandaag. Maar meer nee, het zijn onbekenden, maar ook weer niet.

Als ik alles op heb zet ik lijn bord en mok in de vaatwasser. Ik loop dan snel naar boven. Ik neem mijn mobiel van mijn kastje en kijk naar wat appjes. Ik neem die van Joyce en stuur naar haar dat ik binnen een halfuur bij haar ben. Ze woont maar een paar straten verder. Hoogstens vijf minuten wandelen. Ik loop naaf beneden en trek mijn schoenen aan die ik van op mijn kamer meenam. Ik kijk nog eens naar het uur. Half negen. Als ze niet wakker zou zijn, zal ze snel wel wakker worden.

'Mam, ik ben naar Joyce,' roep ik naar haar en neem mijn sleutel nog snel van de kast. Ik ga al buiten staan, maar trek de deur nog niet dicht. Ik wacht eerst op antwoord.

'Is goed schat tot straks,' roept ze terug. Met zen glimlach trek ik de deur dan dicht en stap ik rustig naar Joyce.

•••••••
Ik weet het veel gebeurt er nu nog niet, maar binnen een paar hoofdstukken begint het helemaal. Nog even volhouden. Maar ik ben jullie al dankbaar dat jullie mijn verhaal willen lezen.

Kus Margo

When the past becomes our future ft Cameron DallasWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu