Ik loop met mijn tas richting de steiger. Het is helemaal nog geen tijd, nog een half uur, maar ik wil er als eerste zijn en ook goed op tijd. Als ik er dan ben leg ik mijn handdoek in de zon neer. Ik trek mijn strandjurkje uit en zet mijn zonnebril op. Languit leg ik me op mijn handdoek, met mijn muziek zachtjes op de achtergrond.
Er gaat iemand voor me staan zodat ik nu in de schaduw lig, omdat hij tegen het licht staat zie ik niet wie het is.
'Hey, ga eens van voor de zon,' zeg ik tegen hem en zet mijn zonnebril op mijn hoofd. Dan zie ik dat het Cameron is. Domkop dat ik ben, zoiets tegen Cameron zeggen. Hij lacht gewoon eens zachtjes erdoor.
'Zet je erbij,' zeg ik dan toch wel glimlachend en hij gaat naast me zitten. Hij heeft alleen zijn zwembroek aan en damn hij heeft een prachtig lichaam. Ik kijk hem glimlachend aan, oh ja ik moet me verontschuldigen aan hem.
'Ja Cameron, sorry voor gisteren, ik heb me echt laten gaan, anders ben ik nooit zo, het gaat echt niet meer gebeuren,' zeg ik tegen hem en draai me helemaal naar hem toe. Mijn zonnebril staat ook al in mijn haar. Hij glimlacht zwak en zet zijn hand op mijn been. Wat voelt dat goed aan, ik moet erdoor zwak glimlachend naar hem kijken.
'Scarlett, kan dat toch geen kwaad, kan iedereen eens overkomen,' zegt hij tegen me en hij komt dichter bij me zitten.
'Je zag er gisteren trouwens erg goed uit, en nu ook trouwens,' zegt hij nog tegen me. Ik moet er lichtjes door blozen.
'Wat is dat schattig als je bloost,' zegt hij dan. Ik kijk dan naar het zand, maar wanneer ik terug naar hem kijk voel ik zijn lippen op de mijne. Ik sluit mijn ogen en verplaats me onbewust dichter naar hem toe. Als we nu in een tekenfilm zouden de vonken er vanaf vliegen en zou je met vuurwerk een groot hartje zien.
Ik trek me dan na een tijdje terug en kijk hem verlegen aan. Hij neemt mijn handen vast en kijkt me lief aan.
'Scarlett, je bent echt het liefste, mooiste en beste meisje dat ik ken,' zegt hij tegen me. Ik moet ervan blozen.
'Jij bent dat ook wel als jongen hoor,' zeg ik dan best verlegen. Ik kijk hem aan, heeft hij me zojuist echt gezoend? Is dat echt gebeurd, ik kan het gewoon niet geloven, maar het voelde fijn heel fijn.
Cameron ken ik nu ook nog maar één dag, maar ik heb al sinds het begin het gevoel dat ik hem langer ken, veel langer, en dat ik hem door en door ken. Ik kijk hem glimlachend aan.
'Mmh, ik heb zin in een ijsje,' zeg ik tegen hem en vervolg mijn zin. 'Een meloen ijsje,' zeggen ik en Cameron dan tegelijk. Ik kijk verbaasd op en hij ook. Ik weet nog van vroeger dat mijn buurjongen ook van meloenijs hield, dat was onze lievelingssmaak en dat aten we vroeger altijd samen.
'Dat is mijn lievelingssmaak,' zeg ik tegen hem.
'De mijne ook,' antwoordt hij. Ik moet er eens door lachen.
'Wat is dat toevallig, ik at dat vroeger altijd, maakte niet uit hoe warm het was,' zeg ik tegen hem en hij knikt instemmend.
'Ja, ik ook, dit is echt super toevallig. Maar kom ik trakteer op een meloen ijsje, wat denk je?', vraagt hij aan me. Ik denk er verder niet over na, over dat ijs, ik denk gewoon dat het erg toevallig is, ik zoek er niet verder naar.
'Graag,' glimlach ik dan. Ik zet me recht en stop alles terug in mijn tas en doe mijn strandjurkje terug over mijn bikini aan. Dan lopen we samen richting het ijskraam.
Cameron geeft me mijn ijsje aan en ik neem een lik.
'Dit is gewoon heerlijk,' zeg ik tegen hem. Ja dat is het gewoon echt. Hij knik instemmend en maakt een jam jam geluidje waar ik om moet lachen.
'Vanavond terug samen uit?', vraagt hij. Ik knik naar hem.
'Graag,' zeg ik terug.
We smullen samen ons ijsje op en praten nog wat. Cameron loopt met me mee tot het hotel. Daar nemen we afscheid.
'Tot vanavond schoonheid, negen uur,' zegt hij tegen me. Ik knik instemmend en loop dan naar binnen. Schoonheid, zo heeft nog niemand me genoemd.
---------------------
Hey!
Hier is waarschijnlijk de lang verwachte scène gebeurd.
Stem, reageer en comment als je het goed vindt :)
Oh en lees zeker verder :)
Margo X
JE LEEST
When the past becomes our future ft Cameron Dallas
FanfictionHem, mijn oude buurjongen, ik krijg hem niet uit mijn hoofd en ik ben al jaren weg daar. Wat is dat toch me, ik weet het niet en Joyce wordt er ook gek van. Het ergste van al, ik kan me niets meer van hem herinneren, daarmee bedoel ik zijn naam, dat...