'Een nieuw leven?'

127 9 3
                                    

Hoofdstuk 35

Het is tijd. Tijd om afscheid te nemen. Ik ben er helemaal niet klaar voor. Hoewel ik mijn koffers in de hand heb en mijn kamer er leeg uitziet, besef ik niet dat het vandaag dé dag is.
Ik kijk rond me heen, en probeer alles in me op te nemen. De mottige groene kleur van de muren, de verwelkte planten die op de vensterbank staan, de tekening die we op de muur hadden gezet en verstopt hebben achter een Justin Bieber poster. Ik moet lachen door mijn tranen heen. Het leken allemaal zo stomme kleine dingen, maar eigenlijk hebben ze veel emotionele waarden. Er hangen overal herinneringen aan, goede of slechte. Ik neem mijn twee koffers in de hand, één in mijn linker en één in mijn rechter. Zo loop ik de gang door terwijl ik door het wazige net van tranen elk detail in me probeer op te nemen. Ik ga hier alles missen.
Zelfs Cato haar vervelende opmerkingen ga ik op een bepaalde manier missen.
Ik ga zo voorzichtig mogelijk de trap af. Ik word teleurgesteld want blijkt dat er niemand staat om me uit te zwaaien. Ik zucht en haal mijn schouders op. Misschien is het het beste zo. Afscheid nemen is toch nooit mijn sterkste kant geweest. Ik besluit om nog even naar de woonkamer te wandelen, waar ik veel van mijn vrije tijd heb doorgebracht. Het is er donker, de gordijnen zijn dicht geslagen. Waarschijnlijk om de warmte buiten te sluiten. Ik knipper het licht aan en word overdonderd door gebrul en lachende mensen. Ballonnen hangen in verschillende kleuren in de lucht en een spandoek met mijn naam erop hangt slordig aan de muur. Het is een warboel van mensen die me knuffels en kussen geven. Ik pak ze allemaal hartelijk, maar onbewust aan.
Hebben ze dit allemaal voor mij gedaan? Zo ziet het er wel naar uit. Lauren en Babs komen als laatste naar me toegerend. Hun stevige armen omhelzen me en ik geniet nog een keer in volle teugen van dit gevoel.
Ik veeg mijn tranen weg en kijk hen ongelovig aan.
"Hebben jullie dit allemaal voor mij geregeld?" Ze knikken allebei. "We konden je toch niet zomaar laten gaan," zegt Babs opgelaten. Ik schud mijn hoofd en kan niet stoppen met lachen.
"Jullie zijn de beste vriendinnen die ik me kan wensen. Wat een verassing!" Babs en Lauren kijken elkaar aan.
"Céline?" Ik verstar en blijf naar Lauren en Babs kijken. Zij kijken even geschokt als mij en als ik me langzaam omdraai, kan ik het nog steeds niet geloven. Wat doet zij hier? Ella probeert me een klein glimlachje te schenken die ik niet beantwoord. Ze heeft snel door dat ik niet gezellig in haar armen ga vliegen en stapt een klein stapje naar achter. Het is nauwelijks zichtbaar, maar het was er wel. "Ik...ik kom afscheid nemen." Ik blijf als een standbeeld staan terwijl ze onverstoordt verder gaat.
"Manu heeft me naar hier gestuurd. Hij heeft het me allemaal verteld. Ik kan je niet genoeg bedanken." Ik knik en Ella slikt. "We zijn trouwens officieel samen vanaf vandaag en dat allemaal dankzij jou, dus dankje." Ella wandelt onwennig naar achter en nu pas besef ik dat iedereen ons aanstaart. Het is doodstil, alleen het geschuifel van voeten vult de stilte. Ik voel een por in mijn buik en Lauren knikt onsubtiel naar Ella. Ze smeekt me met haar ogen en ik zucht. "Wacht." Ella blijft stil staan en draait zich traag naar me om. "Het spijt mij," fluister ik.
Ella haar ogen worden groot en haar onderlip begint te trillen.
"Mij ook." Ik lach door mijn tranen heen en tegelijkertijd beslissen we dat de afstand tussen ons veel te groot is. We vliegen elkaar in de armen en nog geen seconden daarna, ontstaat er een luid gejoel. Het is een geweldig gevoel om haar vertrouwde geur weer op te snuiven. Het is alsof ik weer na een lange tijd kan ademhalen.
"Ik heb je zo gemist," fluister ik in Ella haar haren. Ze lacht en knikt. "Ik jou ook."
"Wel, dat is ook weer opgelost. We waren al bang dat het nooit meer ging goed komen." Ik zet mijn handen op mijn heupen en kijk Babs en Lauren met gespleten ogen aan.
"Jullie hebben dit geregeld hé?" Ze halen allebei onschuldig hun schouders op en lopen vervolgens giechelend weg.
De bel snerpt door het remoer heen en meteen is het doodstil. Ik slik en kijk Ella bang aan.
Het is tijd. Ik wandel naar de deur en haal nog een keer diep adem voordat ik de deur open.
Mijm vader staat onwennig op de stoep. Hij wiebelt van de ene naar de andere voet en lijkt me pas op te merken als ik kuch.
Zijn gezicht staat op oneindig en zijn ogen zijn dof. Wallen bevinden zich onder zijn ogen en laten hem ouder lijken dan dat hij in werkelijkheid is.
"Ik ga even mijn koffers pakken." Ik loop terug de woonkamer binnen en probeer mijn ogen niet te laten afdwalen naar de tientallen mensen die me allemaal even verdrietig aankijken. Ik wil niet beginnen wenen. Dat gaat niet gebeuren.
Ella, Babs en Lauren komen in stilte naar me toegewandeld en pakken mijn koffers uit mijn handen. Ik lach, maar snel neemt het plaats voor snel achtereenvolgende snikken. Ze nemen me in een omhelzing en langzamerhand komt iedereen rond ons staan. Ze nemen allemaal elkaars hand vast en sommige pinken zelfs een traan weg. Na een paar seconden, die eeuwig leken te duren, laten we elkaar los en is het magische moment voorbij. Ik kijk op en zie mijn vader in de deuropening staan. Iedereen volgt mijn blik en happen naar adem. Hij komt met open mond de woonkamer binnen gewandeld en neemt alles aandachtig in zich op. Het is doodstil en ik beslis om dit niet langer te laten naslepen.
"We gaan. We hebben een vliegtuig te halen." Mijn vader schiet wakker en knikt. "Ja," mompelt hij in zichzelf. Mijn vriendinnen lopen mee naar de deur en leggen de koffers in de taxi, dezelfde auto als ik een paar dagen geleden voor de deur had aangetroffen. "We gaan je missen, Céline." Ze geven me allemaal individueel een knuffel. "Ik jullie ook. Maar we skypen nog en kom gerust is langs als het vakantie is." Ze knikken allemaal instemmend. Ik stap de taxi in en slaag de deur achter me toe. Het raampje gaat automatisch naar beneden zodat ik iedereen kan zien. Achter de raam staat iedereen druk naar me te zwaaien. Ik kijk Ella aan en ik besef net iets als de motor begint te draaien. "Wacht!" De auto komt meteen tot stilstand.
"Ella? Blijf je nu hier wonen?" Ze komt aan de raam staan en knikt.
"Ik heb mijn ouders overgehaald om me mijn middelbareschool hier af te laten maken. In het weekend ga ik wel bij hun wonen. Zo hebben we een compromis gevonden."
"Ik ben blij voor je."
"Hou je goed en we spreken sowieso nog af." Ik knik.
"En Ella? Manu is een blijvertje. Zorg ervoor dat je hem niet kwijt raakt." Ze knikt met een glimlach. "Dat zal niet gebeuren."
De auto begint weer te pruttelen en langzamerhand gaan we voorruit. Ik zwaai uitbundig naar mijn vriendinnen en draai me om voordat ze uit het zicht verdwijnen. Een traan rolt over mijn wang, maar ik veeg hem snel weg. Ik laat mijn ouders niet winnen.

*

"Wil je hier even stoppen?" De auto stopt voor het grote herenhuis. Mijn vader fronst zijn wenkbrauwen, maar houdt zijn vragen en commentaar voor zichzelf. Als ik aam de deur sta, heb ik de neiging om de bel in te drukken en me te verstoppen in Alex zijn armen. Misschien is het dan allemaal opgelost. Ik schud mijn hoofd en doe het klepje van de brievenbus naar boven. Langzaam laat ik de brief in het gleufje zakken totdat ik het los laat en het in de donkerte verdwijnt. Snel loop ik het trapje af en vlucht ik de taxi in.
"Rijden!" De taxi zijn banden scheuren de oprit af en al snel is het huis nog maar een klein stipje in de verte.

*

Op het vliegveld is er massa's volk. Lange wachtrijen staan aan de gates en maken me ongeduldig. Ik had niet gedacht dat we hier nog lang moesten wachten. De vakantie is vanaf morgen gedaan en dan zou je denken dat veel mensen terug komen van hun reis. Als slakken komen we voorruit en na hooguit een uur is het onze beurt. Mijn vader laat onze passen zien en na enkele minuten mogen we verder. We zetten ons op één van de banken, zwijgend want woorden komen vandaag niet aan te pas. Mijn vader lijkt zenuwachtig want zijn voeten houden een ritmisch getik aan dat me enorm irriteerd.
Maak er geen woorden aan vuil, spreek ik mezelf toe. En dat doe ik dan ook niet. Een groot raam geeft licht aan de grote ruimte.
De zon zit verstopt achter de wolken, maar komt soms is piepen en laat dan zijn prachtige zonnestralen zien. De wegen zijn nog nat en de vliegtuigen die af en aankomen laten druppels achter. Donkere wolken zijn in de verte waarneembaar en als je goed kijkt, is er soms een regenboog te zien. Ik zucht en speel met de rits van mijn jas.
"De woonkamer was prachtig versiert," zegt mijn vader opeens, de stilte doorbrekend. Ik vind het jammer want ookal vond ik het saai, zijn stem maakt me geïrriteerd en prikkelbaar. Ik knik alleen maar en ga dan verder met het verwarmen van mijn ijskoude rits. Metaal gelijdt en al snel is de rits warm van mijn lichaamstemperatuur.
"Mensen voor de vlucht naar Barcelona. Maak u klaar voor vertrekt. De vlucht vertrekt over twintig minuten," galmt er door een luidspreker. Ik zucht bibberend uit en een onwennig gevoel ontstaat in mijn buik. Het gebeurt echt. Mijn vader staat op van zijn stoel en pakt zijn kleine tas van de stoel naast hem. Ik blijf als een klein kind zitten op mijn stoel en klem me vast aan de zwarte leuningen. Papa kijkt me afwachtend aan en als hij doorheeft dat ik niet van plan ben om hem te volgen, zakt hij zuchtend naast me neer.
"Het spijt me," fluistert hij. Mijn blik blijft gericht op de tientallen vliegtuigen zodat ik hem niet moet aankijken. "Ik meen het. We doen dit niet om je te pesten. We houden van je en willen je graag bij ons hebben. Ik..." Ik kijk via mijn ooghoek naar zijn gezicht en zie nog net hoe hij een traan wegpinkt. "We gaan je niet weghalen van je vrienden. Natuurlijk mogen ze is op bezoek komen en mag jij hen is bezoeken. Dat is geen probleem voor ons. Maar heb je ons nog geen beetje gemist? Ben je niet blij dat je je ouders eindelijk meer gaat zien? Want als dat zo is, wil ik niet dat je met me meegaat." Ik kijk langzaam naar hem op. Zijn ogen zijn waterig, maar snel ontsnappen ze en rollen de tranen over zijn wangen. "We willen je niet ongelukkig maken. Ik geef je de keuze en beide keuzes begrijpen we." Een traan rolt over mijn wang. Ik went mijn gezicht af en denk na. Ik hou van mijn ouders, ongetwijfeld en diep vanbinnen heb ik ze erg gemist, alleen wilde ik het niet toegeven. Deze keuze is moeilijk, veel moeilijker dan ik had gedacht. Een paar dagen geleden was ik snel weggelopen naar huis. Maar nu, met mijn vader wenend naast me, kan ik het niet. Ze hebben hun job voor me opgegeven omdat ze van me houden. Mijn ouders houden van me en ookal waren ze niet steeds aan mijn zijde, als er iets was kon ik ze altijd bereiken, dag en nacht. Ik kan ze dit niet aandoen. Dat zal oneerlijk van me zijn, niet alleen tegenover hun, maar ook tegenover mezelf. Ik zaagde altijd dat ze er niet voor me waren en nu ze dit voor me doen, al dan niet zonder mijn toestemming, zal ik ze mijn rug toekeren. Ik kijk mijn vader aan en lach naar hem waardoor ik een warme lach terug krijg. Zijn sterke armen houden me stevig vast en mijn tranen rollen over mijn wangen, maar deze keer van geluk en opluchting.
"Dan gaan we maar." Ik knik. Ik pak mijn tas en gooi hem over mijn schouder. Hand in hand lopen we naar het begin van een nieuw leven.

Love, Happiness & Challenge (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu