'Jou ken ik...'

211 15 7
                                    

Hoofdstuk 17

Het is vandaag woensdag. De dag van Ella haar date en mijn tweede bijles fysica. Ik heb gisteren besloten om het nog is te proberen. Misschien dat het deze keer beter gaat. Ella verklaarde me voor zot.
"Wie gaat er nu op bijles in de vakantie?", zei ze met een mond vol chocolade. Je kan je wel voorstellen dat dat niet zo elegant was. Zeker omdat ze blokjes heeft. Ze was even boos omdat ik er niet zou zijn wanneer haar date haar komt ophalen. Ik heb aan Larissa gevraagd of het ietsje later kon, maar ze moest nog ergens naartoe, zei ze. Nu ben ik aan het wandelen in de sneeuw. Ik had mijn bus gemist. Kan deze dag nog erger? Ik hoop van niet. Mijn voeten zijn ijskoud want ik heb mijn allstars aan. Wist ik veel dat ik mijn bus ging missen. Ik ben ook al 5 minuten te laat. Mijn dag kan dus erger. Na een hele tijd stappen, kom ik eindelijk aan. De deur wordt open getrokken, na een lange tijd bellen, maar deze keer niet door Larissa, maar door een jongen met kastanje bruin haar. Ik ken hem van ergens, maar kan niet meteen plaatsen van waar. Al snel herinner ik het mij terug.
"Jij bent Manu. Toch?" Hij kijkt me eerst een beetje vreemd aan, terwijl hij door zijn haar wrijft. Hij is nog knapper dan op de
foto.
"Ja inderdaad. Ken ik jou?" Wat is dit gênant. Hij zal wel denken dat ik een stalker ben of zo.
"Nee, maar je voetbalt in dezelfde ploeg als mijn vriendje. Alex Deffontaine." Hij lacht meteen als hij zijn naam hoort.
"Jij bent Céline. Toch? Hij heeft het vaak over jou. Veel te veel volgens mijn mening." Ik giechel. Hij zal nu wel denken dat ik een giechel trien ben. Wat maakt het zelfs uit wat hij over mij denkt?
Ik ken hem niet eens.
"Wat doe jij hier eigenlijk?",vraag ik schaapachtig.
"Ik woon hier.", zegt hij lachend. Wat een domme vraag! Nu denkt hij ook nog dat ik een domme giegelende trien ben. Mijn dag kan dus nog erger.
"Dus jij bent de zoon van Larissa?
"Dat heb jij goed gezien." Natuurlijk! Manu Gooiens. Larissa Gooiens. Bravo Céline. Plots staat Larissa achter Manu.
"Jongeman moest jij niet ergens naartoe? Je weet dat ik het haat als je ergens te laat komt." Hij rolt met zijn ogen naar mij. Ik onderdruk een lach.
"Ik ben dan maar weg. Dag Céline. Leuk je ontmoet te hebben."
"Ja." Ik bloos. Waarom bloos ik zelfs? Je kunt niet ontkennen dat hij niet knap is. Hij is ECHT een god! Hij wandelt weg en ik heb niet door dat ik hem nastaar. Ik schud mezelf snel wakker en loop met Larissa mee naar binnen. Het is lekker warm binnen. Ik doe al snel mijn jas en handschoenen uit en hang die aan de kapstok.

-

De bijles gaat vlot vooruit. Ik leer veel bij en snap alles ook veel beter. Dat ik er niet eerder mee gestart ben! Ik betaal Larissa en wandel de koude lucht in. Ik heb al snel de neiging om terug naar binnen te lopen. Het is ijskoud. De sneeuw is glad geworden en heeft nu meer de vorm van een ijspiste aangenomen. Ik heb dan ook veel moeite nodig om me overeind te houden met mijn allstars. Waar zat mijn verstand? Al snel ben ik thuis zonder te vallen. Ik zucht opgelucht en doe meteen mijn warme kleren uit. Ik snel de trap op en laat me vervolgens op mijn bed vallen. Wat een vermoeiende dag. Hoe laat is het? Ik kijk op mijn horloge en zie dat het al vier uur is. Ella zal waarschijnlijk elk moment thuis komen. Ik besluit om me onder mijn warme lakens te nestelen. Even mijn ogen toe doen.

-

Ik knipper met mijn ogen. Het is donker in de slaapkamer. Heb ik geslapen? Ik kijk op mijn wekker en trek grote ogen. Zes uur! Hoe kan het nu dat ik in slaap ben gevallen? Het lijkt erop dat ik mijn slaap nodig had. Ik ben iets vergeten, maar wat? Na een paar seconden schiet het me terug te binnen. Ella is terug van haar date! Ik slaag de dekens van me af en spurt de trap af. Ik hoor meiden giechelen in de keuken en al snel herken ik het gelach van mijn vriendinnen.
"Ella!" Ella draait zich lachend om en valt me meteen in de armen. Ik steek een plukje verwaald bruin haar achter mijn oren.
"Hoe was het? Waarom heb je me niet wakker gemaakt?"
"Je lag zo vredig te slapen. Ik wou je niet storen." Ik glimlach en trek mijn wenkbrauwen op.
"En?", vraag ik enthousiast.
"En wat?", plaagt ze me. Ik geef haar een duw tegen haar schouder.
"Het was echt fantastisch. Hij is zo lief! We zijn eerst in het park gaan wandelen en daarna zijn we naar de cinema geweest. Ik was er eerst wel een beetje bang voor. Naar de cinema gaan op de eerste date komt niet altijd goed. Er waren nooit ongemakkelijke stiltes en hij luisterde heel goed. Hij heeft een prachtige glimlach!"
Ik knuffel Ella plat.
"Laat me los. Straks krijg ik geen lucht meer!" Ik doe wat ze zegt.
"Sorry, ik ben gewoon zo blij voor jou." We lachen naar elkaar en er is even een korte stilte. Geen pijnlijke, maar een vredige stilte. Al snel wordt de stilte verstoord.
"Wat is er met jullie aan de hand? Jullie kijken alsof jullie net een smurf hebben gezien." Ik probeer Cato haar ogen niet uit te krabben. Waarom moet ze toch altijd de leuke momenten verpesten? Ze doet het ervoor, denk ik. Ik denk dat ze zich heeft voorgenomen om ons leven tot een hel te maken. Ik zal niet verrast zijn.
"Ja, hoe zou dat komen. Jij kwam binnen.", zegt Babs serieus.
Cato trekt haar wenkbrauwen naar haar op en kijkt Babs minachtend aan. Al snel liggen we alle vier- Lauren, Babs, Ella en ik- in een deuk. Mijn buik doet zo'n zeer dat het heel verleiderlijk is om op de grond te gaan liggen. Ik kijk naar Cato, die nu zo kwaad ziet, dat ik er de rillingen van krijg. Ik zie dat de spieren in haar gezicht opgespannen zijn en dat ze precies haar adem is aan het inhouden.
Babs heeft het blijkbaar ook gezien want ze wijst naar Cato haar gezicht.
"Kijk jongens. Ze wordt blauw!"
"Stelletje kleuters!" Cato stormt de keuken uit en laat de deur met een harde klap dicht vallen. Ik kan het niet meer houden van het lachen. Na enkele minuten zijn we allemaal uitgelachen en komen we terug bij.
"Babs. Misschien moet je toch maar even je excuses gaan aanbieden. Het was best wel gemeen wat je zei.", zegt Lauren met een klein stemmetje. Het is bijna een fluistering. Lauren is niet zo zelfzeker. Ze wilt dan ook nooit ruzie met andere mensen en is altijd met anderen begaan.
"Ja. Als ik dat doe, spuwt ze vuur.", beantwoord Babs lachend de vraag van Lauren.
"Ze was toch een smurf en geen draak.", zegt Ella met een wijs glimlachje op haar gezicht. Babs steekt haar tong uit.
"Wijsneus."
"Ik vind dat Lauren gelijk heeft.", zeg ik met de deur in huis vallend. Lauren glimlacht naar mij.
"Cato is inderdaad gemeen, maar ik vind niet dat we ons tot haar niveau moeten verlagen. Wij moeten ons er juist boven zetten. Vinden jullie ook niet?" Ik kijk mijn vriendinnen allemaal één voor één aan. Ella knikt, maar Babs lacht alleen maar bespottelijk.
"Denk je nu echt dat Cato ook zo denkt? We mogen niet pikken wat ze ons allemaal aandoet. Céline, ze heeft gelogen over de dates met Alex. Ik snap niet dat je er nog niets over gezegd hebt tegen haar."
"Wie zegt dat ik er nog niets over gezegd heb?", sis ik kwaad terug. Ik zie Babs een stukje achteruit deinzen. Ik schud zacht mijn hoofd.
"Sorry. Het was niet de bedoeling om kwaad op jou te zijn.", zeg ik stil. Ik wrijf door mijn bruine haren.
"Ik ga." Ik loop de keuken uit en zie Lora tegen de muur leunen. Ze ziet er vermaakt uit. Oh wat zou ik graag die glimlach van haar gezicht halen. Ik tel tot tien en loop zonder er aandacht aan te besteden de trap op, richting mijn kamer. Ik wil even alleen zijn. Zonder smurfen en draken om me heen.

-

Als ik de hoek omloop zie ik Cato leunend tegen de deur van mijn kamer staan. Ze kijkt me glimlachend aan. Het is een gemeen glimlachje. Dat voorspelt niet veel goeds.
"Cato kun je uit de weg gaan alstublieft? Ik ben pist en kan nu echt niet tegen je kinderachtig gedrag." Ik wil de deurklink vastpakken, maar Cato gaat er vastberaden voor staan.
"Je moet even naar me luisteren."
Ik kijk haar vreemd aan en duw haar ruw opzij.
"Ik heb echt geen zin in je spelletjes."
"Ik wil gewoon even zeggen dat mensen niet altijd zijn zoals je denkt dat ze zijn." Ik kijk Cato sceptisch aan.
"Ik heb echt geen zin in je raadsels." Ik wil de deur dicht gooien, maar Cato laat haar niet zo makkelijk afsnauwen. Haar voet houdt mijn handelingen tegen en ze komt wat dichter bij me staan.
"Ik waarschuw je. Je snapt ooit wel wat ik bedoel." Cato stapt achteruit en verdwijnt in haar kamer. Ik gooi mijn deur dicht en leun geïrriteerd tegen mijn kast aan. Wat bedoelt Cato hiermee? Even heb ik de gedachte om het haar te gaan vragen, maar die gedachte werp ik meteen weg. Ze wil je gewoon van slag maken met haar vuile roddels. Zoals altijd. En ik wou haar daarjuist nog gaan verdedigen. Waar zat ik met mijn gedachte?

Love, Happiness & Challenge (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu