'Mijn geweldige, maar illegale plan'

135 12 6
                                    

Hoofdstuk 31

De tocht naar het ziekenhuis is een hel vol twijfels en verdriet.
Vaak denk ik dat het het beste is dat ik hem alleen laat. Maar dan kom ik weer terug op mijn beslissing omdat dit misschien is wat hij nodig heeft, een steun.
Ik was eigenlijk van plan om vandaag alles op te biechten, maar misschien is het toch geen goed idee. Ik denk niet dat hij nog meer ellende aan kan.
Wanneer ik van de bus stap en de deur achter me sluit, kan ik niet meer terugkomen op mijn beslissing dus stap ik naar de ingang van het ziekenhuis.
Ik ben allang niet meer in een ziekenhuis geweest, maar mijn vermoeden wordt bevestigd. Het is nog steeds een enge en té propere plek. Zieke mensen met een paal aan hun hand met daaraan hun medicijnen lopen langs me heen. Meteen is de geur van desinfecteermiddel overweldigend. Ik trek mijn neus op en loop naar de spierwitte balie. De vrouw heeft een ronde bril op en typt snel en gefrustreerd op haar computer. Na lang wachten kuch ik om mijn aanwezigheid te tonen. Na een paar seconden zucht ze geërgerd en kijkt ongeïnteresseerd naar me op. "Hoe kan ik u helpen?" vraagt ze op monotome toon. Het is alsof ze het vanbuiten heeft geblokt, maar de essentie ervan niet begrijpt. Net zoals bij fysica, besef ik. "Ik zoek iemand die hier in het ziekenhuis ligt. Phoebe Deffontaine." Ze knikt en begint dan terug met typen. Ze zucht en pakt haar bril van haar neus, om vervolgens de glazen te kuisen.
"Mevrouw Deffontaine ligt op de ICU." Ik moet bijna lachen om haar formele toon, maar besef dan dat dit niet het juiste moment daar voor is.
"Kan ik haar bezoeken?"
"Bent u familie?" Ik schud traag mijn hoofd en even komt de gedachte in me op om te liegen tot ik besef hoe idioot dat is. Ze zal mijn paspoort vragen en dan weet ze meteen dat ik geen familie ben. "Sorry, maar dan mag u haar niet bezoeken. Alleen familie is toegestaan op de ICU." Al mijn vermoedens worden bevestigd. Natuurlijk wist ik wel dat ik niet binnen kon komen in de ICU. Maar toch had ik gehoopt dat ze me op wonderbaarlijke wijzen er door gingen laten.
De vrouw is weer druk bezig dus laat ik haar maar met rust. Ik denk niet dat ik op haar geweten kan inspelen. Bitch.
Ik besluit om op de banken in de hal te gaan zitten en vis mijn telefoon uit mijn jaszak. Ik zet het aan en meteen begint mijn telefoon als een hyperkinetische kangoeroe te trillen. Berichten van mijn vriendinnen, maar ook van Alex komen mijn mailbox binnen. Ik bijt op mijn onderlip en beluister een voicemail dat hij twee dagen eerder heeft ingesproken.
"Hey Céline. Ik weet dat je dit waarschijnlijk niet gaat beluisteren omdat je nog steeds boos op me bent, maar..." Even is er een korte stilte en ik hoor op de achtergrond een korte snik. Er verschijnen tranen in mijn ogen en als snel zie ik alles wazig.
"Phoebe ligt terug in het ziekenhuis en... en ik weet niet wat ik nu moet doen. Het voelt allemaal zo onwerkelijk. Het is gewoon niet eerlijk. Ze is nog zo klein." Tranen stromen als een waterval over mijn wangen, maar ik houd ze niet tegen.
"Ik wil gewoon even zeggen dat je haar niet kan komen opzoeken. Ze laten alleen maar familie binnen en zelf mogen we maar één uur per dag bij haar op bezoek. Niet dat ze er veel aan heeft, ze hebben haar namelijk in een kunstmatige coma gebracht zodat haar lichaam rustig kan herstellen van de bacterie in haar bloed, maar de dokters zeggen dat ze onze aanwezigheid voelt dus praat ik zoveel mogelijk met haar." Het is lang tergend stil en even denk ik dat er niks meer komt, maar dan komt de stem vam Alex terug. Het is een fluistering en ik moet moeite doen om alles te verstaan.
"Het spijt me, Céline. Ik besef nu dat het fout van me was wat ik heb gedaan. Maar je moet één ding weten, Céline." Ik wacht gespannen af op wat hij te zeggen heeft terwijl de tranen nog steeds over mijn wangen lopen.
"Jij bent altijd de enigste voor me geweest. Ik heb nooit interesse getoond in elk ander meisje omdat ik bang was voor wat ik allemaal te verliezen had.
Maar toen kwam jij en heel mijn wereld ging open. Ik vertelde me mijn diepste geheim aan je, iets dat ik nog nooit met iemand anders gedeeld had. Maar jij was er steeds voor me en was steeds eerlijk tegen me. Ik weet niet of je me ooit gaat willen of kunnen vergeven, maar je moet weten dat ik je niet kwijt wil. Ik houd van je, Céline. En dat gaat altijd zo blijven." Ik weet niet wat ik nu moet doen, huilen of lachen. Hij houdt écht van me! En ik was zo stom omdat niet te zien, net zoals ik dat bij mijn vriendinnen niet zag. "Als je dit bericht gehoord heb, wil je me dan iets laten weten. Ik zal graag is met je afspreken zodat we alles kunnen uitpraten." Vanaf dan is de voicemail gedaan. Ik veeg mijn tranen van mijn gezicht en houd mijn telefoon stevig in de hand. Ik moet Phoebe zien, denk ik na twintig minuten voor me uitgestaard te hebben. Hoe ik het ga aanpakken weet ik niet, maar ik verzin wel iets. Ik loop langs de balie heen, kijkend of de vrouw me niet voorbij ziet komen. Vanaf dan is het makkelijk, ik volg de paarse bordjes met ICU op zodat ik in een doolhof van witte gangen kom. De ICU is goed afgesloten en wordt alleen maar geopend door een pasje. Ik zucht en laat me tegen de muur zakken. Wat nu?
Maar ineens komt me een idee te binnen. Het is riskant, maar het is het proberen waard. Als het niet lukt dan geef ik het op. Ik loop naar het eind van de gang en kijk naar de hoofdbalie van de ICU. Ik zucht nog even bibberend uit, maar loop dan op de verpleegster af. Ik hoop dat die acteerlessen van jaren geleden nog nut gaan hebben.
Ik begin te wenen en loop vol gefakete paniek naar de verpleegster achter de balie.
"Mevrouw!" Haar ogen schieten open van de verassing, maar ze staat meteen recht als ik op de grond zak. Ik begin te hyperventileren. De jonge vrouw gaat voor me zitten en luistert met haar stetoscoop naar mijn hartslag. "Rustig adem halen! Wat is je naam?" Ik slik en dwing me om te wenen. Wonderbaarlijk lukt het me ook en begin ik al snel als een kleine peuter te snotteren. "Marie. Mijn zusje zit op de ICU!" Ik begin meteen weer met hyperventileren zodat al de aandacht op mij blijft. Ondertussen is er al een tweede, maar oudere verpleegster bij gekomen om mijn bloeddruk te meten. Ik laat ze doen, maar zorg ervoor dat ik door blijf ratelen.
"Ze is ernstig ziek en misschien is dit wel de laatste keer dat ik haar kan zien. Alstublieft, laat me haar even bezoeken. Ik heb maar vijf minuten nodig," smeek ik. De vrouw haar blik blijft onbewogen, maar ik zie in haar ogen een sprankeltje medelijden. Oké Céline, je bent goed bezig. Nog even volhouden.
"Wie is je zusje?" Ik krijg een zuurstofmasker op en doe alsof ik gretig naar de zuurstof hap.
"Phoebe... Deffontaine," zeg ik tussen twee grote halen zuurstof door. "Kijk jij even op de computer of de naam er ergens tussen staat?" vraagt de jongere verpleegster aan de oudere met grijs haar. Ze knikt en verdwijnt uit het zicht terwijl ik op de grond blijf zitten en er een publiek rond me heen ontstaat. Tot nu toe gaat het goed. Ik kan niet geloven dat dit echt werkt.
De vrouw met de grijze haren fluisterd iets in de oor van Grace (dit staat op haar naamplaatje). Ze knikt en kijkt dan weer naar mij. "Je zusje is binnen en ze ligt nu in een kunstmatige coma. Het bezoekuur is al voorbij dus ik zal je terug naar huis moeten sturen. Kom morgen nog eens terug. Ik beloof dat we goed voor haar zullen zorgen." Ik begin hevig met mijn hoofd te schudden.
"Nee! Alstublieft, ik moet haar nú zien. Ik heb haar de afgelopen dagen nog niet komen bezoeken omdat ik hier niet dichtbij woon. Stel u voor dat ze morgen dood is! Dan heb ik haar niet meer gezien voordat ze stierf. Alstublieft, het duurt maar vijf minuten. Hoogstens." Ik laat de tranen over mijn wangen rollen en nu is het niet meer geacteerd.
"Ze is mijn enigste zusje."
De vrouw lijkt even na te denken, maar knikt dan.
"Vijf minuten," fluistert ze. "Niet meer." Ik knik gretig. Trots dat het me gelukt is. Ik word overeind geholpen door twee verpleegsters en het zuustofmasker geef ik terug aan de oudere vrouw. Grace neemt me mee aan mijn elleboog, nadat ze nog iets gefluisterd heeft tegen een andere verpleegster die meteen weg stuift. Het publiek neemt af tot er bijna niemand meer te zien is aan de balie.
De dubbele klapdeuren worden door een pasje geopend en Grace neemt me mee naar binnen.
Piepend geluid overstemt alles. Een dozijn verpleegsters loopt heen en weer tussen de kamers door en noteren van alles op een tablet. Ik word begeleid naar één van de achterste kamers en leg mijn hand voor mijn mond als ik het kleine lichaampje zie. Phoebe zit vast aan zoveel draden dat ik het amper kan bijhouden. De machines maken allemaal een aanhoudend gepiep zodat ik even schrik als er een lang gepiep opkomt totdat het wordt gesmoord naar een zacht ritmisch getik.
"Let maar niet op de machines. De geluiden zijn normaal, als er iets is kun je naar die mevrouw gaan. Je hebt vijf minuten." Ze lacht nog even, maar is dan weer verdwenen. Ik kijk naar Phoebe en kijk naar de grote beademingsbuis die in haar mond zit. Als je het gepiep en de draden zou weg denken, zou je denken dat ze gewoon in een diepe slaap zit. Ik pak een stoel en krimp ineen als het een piepgeluid maakt, maar het geluid sterft weg in het overdovende gepiep van de machines.
"Hey Phoebe." Ik kijk naar haar gezichtje en veeg een lok uit haar gezicht. "Hoe voel je je?" Ik lach om mijn stomme vraag. "Niet goed natuurlijk. Anders zou je hier nu niet liggen." Even is het weer stil. "Ik heb iets fout gedaan, Phoebe. Iets waar ik heel veel spijt van heb. Ik heb gelogen tegen jou en je broer en nog veel andere mensen. Maar ik ga het goed maken. Als je terug wakker bent gaan wij twee eens iets leuks doen, oké? Hopelijk met je broer erbij als hij me dan nog ziet staan. Je moet me beloven dat je zult vechten. Dat je er alles aan gaat doen om die ziekte te overwinnen." Er rolt een traan over mijn wang en beland op onze verstrengelde vingers.
"Ik ben bang dat ik afscheid moet nemen. Eigenlijk mag ik hier helemaal niet zijn, maar dat vertel je niet tegen die verpleegsters, hé? En zeker niet aan die van de balie. Zij vindt me niet zo leuk." Ik sta recht en haal mijn vingers uit die van haar. Ik loop achteruit de kamer uit, maar blijf nog even staan om naar haar te kijken.
"Tot ziens, Phoebe."

Hallo iedereen!

Wow wat heb ik jullie gemist! Maar echt! Niet gelogen! Ik hoop dat jullie het een leuk hoofdstuk vonden! Ik heb een leuke vakantie gehad! Ik ga niks zeggen wat ik allemaal heb gedaan want dat zal jullie toch alleen maar vervelen. Haha. Volgende week weer een update!

Groetjes,
Cleopatra

Love, Happiness & Challenge (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu