HIS STORY BOOK 5

15- Leren kennen

Samen met Hazel loop ik door het bos. 'Er is hier een mooie waterval, ik kom daar best graag' 'Casper' klinkt Breyan achter me. Met een zucht stop ik met lopen en draai om. 'Kom is'. Ik loop naar haar toe. Ze duwt sleutels in mijn hand. 'De auto en het huis' glimlacht ze. Ik glimlach ook. Brian zie ik in de verte staan. 'Wees alsjeblieft wel voorzichtig' 'Ik zal alleen met jou contact opleggen, en wanneer je me nodig hebt zal ik zo snel mogelijk komen. Je bent mijn broertje'. Ik glimlach.

Gelukkig. Ben blij dat ze dit zegt. Ze legt een hand op mijn arm. 'Let goed op jezelf'. Ik knik. Ze geeft me een knuffel. 'Jij ook zus'. Ze laat me los en kijkt me aan. 'En hou het huis heel' knipoogt ze. 'En veilig'. Ik geef haar een duw. 'Kleuter'. Ze lacht. 'Tot snel broertje'. Ze loopt weg. Als ik de sleutels in mijn jas heb gestopt draai ik weer om. Met een glimlah loop ik weer naar Hazel toe. 'Wie was dat' 'Mijn zus en broer, ze gaat weg. Voor haar werk' 'Sorry dat ik dit vraag...' zegt ze heel zacht. Ik hoor het maar net. 'Zij heeft toch...nou ja....2 mensen....' 'Ja ' antwoord ik. Ze bloost. 'Sorry' 'Geeft niet. Ze heeft nou een goede baan en mijn broer helpt haar'. Ze glimlacht lief. 'Dat is mooi toch'. Ik knik. Zeus hoor ik blaffen. Het klinkt van veraf. 'Nee' zucht Hazel. 'Kom' lach ik. Samen rennen we door het bos. Zeus is aan het blaffen naar iets maar er is niks. 'Zeus' zegt Hazel. Ze pakt hem bij zijn halsband en sleurt hem mee. 'Ze woont hier' hoor ik een stem zeggen. Snel sleur ik Hazel mee en druk haar tegen een boom. Ik hou een vinger voor mijn lippen. Ze knikt. We staan ook achter bosjes. 2 mannen lopen voorbij. 'Ze vertrekt binnenkort dus we moeten door'. Hazel heeft haar armen over elkaar en ze ademt diep. Zeus ligt op zijn voorpoten en is muisstil. Na 5 minuten zet ik een stap achteruit. 'Wie waren dat' zegt Hazel zacht. 'Ik heb zo'n gevoel ....' zeg ik. Haar onschuldige bruine ogen kijken me aan. 'Niks' glimlach ik.  Ze glimlacht flauw. Zeus blaft zacht. 'Kom maatje dan lopen we door'. We lopen verder. 'Heb je nog andere broers of zussen' 'Nee 3 kinderen' zeg ik. 'En ouders'. Ik knik. 'Wonen in New York. Ook veel ooms en tantes' 'Ik heb alleen nog een vader. Mijn familie is niet zo hecht'. Ik merk in de stem van Hazel dat ze er niet zo graag over praat. 'En wat wil jij later gaan doen' zeg ik snel om het onderwerp te veranderen. 'Uhm verpleger' zegt. Ze schraapt haar keel. 'Jij' 'Uhm geen idee' zeg ik. 'Ik zie wel'. Hazel grinnikt. Zeus rent blij rond. 'Dus je verblijft bij je vader' 'Uhm' zegt ze. Ze friemelt aan haar nagelriemen. 'Ik woon in Bosten op mezelf, hier verblijf ik in een hotel' 'Oh' zeg ik. 'Mijn vader die is een alcholist en hij is te aggresief' 'En school' 'Ik ben al vroeg geslaagd' zegt ze. 'Ik zou volgend jaar slagen maar omdat ik eigenlijk een hoger niveau heb kon ik eerder' 'Goed bezig' lach ik. Hazal lacht kort. Ze heeft kuiltjes . Ik moet er nog meer van glimlachen. Het maakt haar nog schattiger. 'Ik woon nog bij mijn ouders maar voor nu hier. Het is vakantie bij ons' 'Werk je ook' 'Nee, ik ben hier ...net paar uur' lach ik. 'Oh' lacht ze. 'Ik werk in het ziekenhuis als assistent' 'Lastig ?'. Ze knikt.

Een schot galmt door het bos.

•••••••

Late update sorryy❤️