7-Brian

536 26 0
                                    

Snel grijp ik de rand vast. 'Breyan' schreeuwen ze alle drie. Veel grip heb ik niet. Voorzichtig kijk ik omlaag. 4 meter. Snel laat ik los en kom met een klap neer. Een sissendgeluid komt uit mijn mond. Alleen mijn linker enkel is lichtelijk omgezwikt. Denk ik. Ik duw me zelf omhoog en ik kan gewoon stabiel op mijn voeten staan. 'Gaat het' schreeuwen ze. 'Ja' zeg ik. Ik klop mijn kleren schoon. 'Ik kom erraan' zeg ik. Ik loop het pad terug naar boven. Maar dan voel ik een harde klap op mijn hoofd en alles word zwart.

~

Ik heb iets in mijn mond en mijn handen en voeten zitten vast. Een doek zit in mijn mond. Voorzichtig open ik mijn ogen. Ik ben in een oude kamer. Oude banken met stoelen . Openhaard met allemaal spullen erin.  Ik beweeg mijn schouders en die klap op mijn hoofd doet nog steeds pijn. Ik zucht diep. Dit is echt te makkelijk vast gemaakt. Ik wring met mijn polsen en uiteindelijk trek ik het touw kapot. Ik haal de doek uit mijn mond en tuf het speeksel uit mijn mond en maak mijn enkels los. Ik sta op en kijk rond. 'Snel weer gaan zitten' zegt een jongensstem. Ik kijk over mijn schouder. Een jongen zit in het raamvenster en heeft een pistool in zijn handen. Nu draai ik helemaal om. Hij heeft bruin haar en bruine ogen. Ik observeer hem. Waar herken ik hem van. Hij komt van de venster af en loopt naar me toe. Nu observeerd hij mij. 'Valt er wat te zien' zeg ik. De jongen lacht kort. 'Altijd zo'n grote mond, Breyan of Bailey'. Vals kijk ik hem aan. 'Ja ik weet je naam. Niet zo boos kijken'. Hij pakt mijn kin vast en ik sla snel zijn arm weg en geef hem een harde stomp in zijn buik en ruk het pistool uit zijn handen en schiet net langs zijn arm . Hij drukt snel zijn hand op de wond. Een tevreden grijns komt er op mijn gezicht. De jongen zucht. 'Dat verleer jij ook niet' 'Nop. En waarschijnlijk weet je toch alles over me dus overspoel me maar'. Ik ga met armen over elkaar staan. Hij kijkt me aan. 'Ja nou begin dan' zeg ik. Hij zucht. 'Kom' zegt hij. Hij loopt weg en ik loop achter hem aan. 'Waar zijn we eigenlijk' zeg ik. We lopen een houten trap op. Het kraakt verschrikkelijk. 'Colorado, Denver' 'Gast' zeg ik zuchtend. We komen boven aan en we lopen een grote kamer in. De jongen die loopt naar een grote tafel. Ik kom naast hem staan. 'Ik ben al lang naar je opzoek' zegt hij zacht. 'Ik ken je niet' 'Jawel alleen je herrinerd je niet' zegt hij. Hij kijkt mij aan en ik hem ook. Zijn donkere ogen. Zijn donker bruine ogen.

En dan schiet me er een naam te binnen

'Brian' zeg ik zacht.

~

Short chapter sorryyy

Maar ik heb mijn phone terug jongens whoop🎉😁

Ps: ik heb bijna alle hoofsstukken geplaatst van mijn nieuwe boek😄

HIS STORY BOOK 5Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu