27- Ongeluk

508 28 3
                                    

A/V
Het spijt me van het vorige hoofdstuk. Ik had Caleb opgeschreven alleen bedoelde Casper. Het was voor paar mensen beetje confusing😂 dat snap ik ook wel. Ik was zo in het schrijven en niet al te veel op let en dan schrijf ik best vaak namen fout.  Maar het nu veranderd.
*

We zijn weer terug in Ohio. Zeus springt blij in het rond. 'Heeft Madelinde je goed verzorgd'. Zeus rent alleen maar blij rond en blaft blij. Hazel gaat op de grond zitten en krabt hem achter zijn oren en zijn buik. Ik lach en loop naar de bank en plof neer. Ik bekijk mijn knokkels. Ze liggen open. Bij paar wondjes  zitten er al korstjes op . Lichtelijk knars ik met mijn tanden. De jongen was Stefan. De met de groene ogen was Sebastiaan. Will en ik hebben al vaker conflicten met hen gehad. Dat weten mijn ouders ook alleen Hazel niet, en dat hoeft ook niet. Hazel hoor je lachen en Zeus hoor je lichtjes blaffen. Mijn handen wrijf ik tegen elkaar en weet van me zelf dat ik een strakke blik heb. Stefan en Sebastiaan. De namen blijven in hoofd ronddwalen.

Nee Casper. Je laat ze. Ga niet als Breyan denken.

Ik schrik als ik twee armen om me heen voel en een klein kusje krijg op mijn oorschelp. Ik glimlach. 'Gaat het' 'Oh ja hoor' zeg ik. Hazel springt over de bank en ploft naast me neer. Ze legt haar hoofd tegen mijn arm. De lavendel citroen dringt mijn neus binnen. Ik sluit mijn ogen even en zucht. 'Is er echt niks'. Als ik mijn ogen open kijkt Hazel me bezorgd aan. Ik knik. Hazel trekt een wenkbrauw op. 'Het gaat echt goed' zeg ik grijnzend. Ze lacht. Ik geef haar een kus. Ze trekt zich terug. Een zucht komt er uit mijn mond. Ze lacht. 'Zullen we naar winkels gaan'. Ik zucht weer. Ze komt van de bank af en sleurt me omhoog. Ze staat op haar tenen en geeft me een kusje. 'Alsjeblieft' 'Waarom' zucht ik. 'Ik wil even naar buiten' 'Daar is buiten'. Ze zucht. Ze gaat weer normaal staan. 'En ik wil naar een mooi en leuk plekje. Casper alsjeblieft'. Ik blijf haar aankijken. 'Ga zelf rijden' grijns ik. Ze zucht. Ze kijkt weg en ik zie haar nadenken. 'Oke' zegt ze. 'Je krijgt er wat voor terug maar wat het is zeg ik niet' vervolgt ze. Ze kijkt me aan en een trotse grijns komt er op haar gezicht. 'En dat is' 'Ik zeg net : dat zeg ik niet'. Ik zucht. 'Je bent nieuwsgierig' 'Ja' zeg ik droog. Ze lacht. 'Please'. Ze lijkt net een klein kindje. 'Goed' 'Yeah'. Ze rent letterlijk de woonkamer uit. Ik schudt lachend mijn hoofd.

Hazel nuriet mee met een nummer die op de radio is. Don't let me down. Ik sla rechs af en sta even later voor een stoplicht. Nu hoor ik Hazel zacht zingen. Ik glimlach. Auto's van rechts steken over. Maar dan zie een auto met ongelovelijke snelheid voorbij rijden en rijdt de laatste auto hard omver. Meteen maak ik mijn gordel los en stap uit. De auto vliegt over de kop en komt hard neer op zijn dak. Andere mensen stappen ook uit. Ik ren er heen. Ik ren de auto langs die de andere auto heeft aangereden. Als ik ben ga ik liggen. Een vrouw en naast haar zie ik een kindje zitten. 'Mevrouw' zeg ik. Ze opent moeizaam haar ogen. 'Ja'. Ze ligt tegen de airbag aan. Hazel verschijnt naast me. 'Help het kindje' zeg ik. Hazel rent om de auto. Ik weet de gordel los te maken. Ik pak haar bovenarm vast. Ze kreunt hevig. 'Het spijt me' 'Mijn jongen, mijn kindje' kreunt ze. Ik trek haar voorzichtig uit. Ze krijst het uit. Ik bekijk haar. Haar onderbeen. Het heeft vastgezeten, gekneld. Het is nu denk ik gebroken. Ik kijk rond. 'Zorg dat ze bij blijft'. 3 meiden en 2 jongens gaan bij de vrouw staan en praten tegen haar. 'Casper' schreeuwt Hazel. Ik ren om de auto heen en ga door mijn hurk. 'Ik krijf hem er niet uit'. De jongentje ademt onrgelmatig. Ik weet mijn arm achter zijn rug te krijgen en een onder zijn been en trek hem er voorzichtig uit.  'Zijn ademhaling' zegt Hazel. Ze trekt zijn shirt kapot. Voorzichtig gaan ze met haar handen over de buik en borst. 'Het is vocht in zijn longen' zegt ze zacht. 'Heeft iemand een pen' gilt ze. Een man komt aanrennen. 'Ik maar...'. Ze rukt het uit zijn handen en breekt hem. De bovenkant en onderkant is open. Ze ademt diep in en duwt de pen in zijn borst en inderdaad. Vocht komt uit de pen. De ademhaling van de jongen word iets beter. Hazel gaat door de haren van de jongen. 'Heeft hij voor de rest iets'. Ze schudt haar hoofd. 'De klap was het ergste op zijn ribben . Misschien ook een hersenschudding'. Een ambulance hoor ik aankomen. Met een piep komt die tot stilstand. Een man komt met een brancard hier naar toe gerend. 'Hazel' zegt de man. 'Vocht in de longen, misschien een hersenschudding. Voor de rest is er niks met de organen'. De man knikt. Ik help de man om de jongetje op het bed te leggen. Hij loopt met de brancard naar de ambulance en zet hem erin. Hij sluit de deuren en een andere ambulance komt. Dit keer word de vrouw in de ambulance getilt en rijdt de ambulance weg. Politie staat bij de man die in de andere auto staan. Hazel zit nog op de grond. Bloed ligt om de auto. 'Hazel' zeg ik. 'Hmm' antwoord ze. 'Gaat het'. Ze knikt. Bloed hem ik ook op mijn handen. Hazel denk ik ook. Ik trek haar omhoog en hou haar polsen vast. 'Wil je nog naar die plek'. Ze schudt haar hoofd. 'Naar huis ?'. Ze knikt.  Ik geef haar een kus op haar voorhoofd.

~

Vandaag Kerstavond😋

Ik wens iedereen hele fijne feestdagen en een geweldig nieuwjaar❤❤

HIS STORY BOOK 5Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu