Hoofdstuk 1

43 4 5
                                    

POV Snowdrop
Ik loop hier helemaal alleen in een verduisterde gang, hoe ik hier gekomen ben? Dat is een lang verhaal. Ik zal het je vertellen...

Toen ik als jong eenhoorn-veulentje geboren was, stierf mijn moeder. Mijn vader nam de zorg over mij en noemde mij Snowdrop. Maar ongeveer 2 jaar geleden stierf hij ook, gewoon heel erg plotseling, en niemand weet waarom. Ik mis hem nog steeds heel erg, maar ik kan ermee leven. Ik werd naar een weeshuis gehaald, en bleef daar tot ik voor mezelf kon zorgen. In het weeshuis merkte ik al dat ik steeds al wist wat iemand ging zeggen of doen. Toen ik voor mezelf kon zorgen en het weeshuis verliet, was ik naar een Druïde gegaan. Druïdes weten alles over toverkracht en dat soort dingen. Ik vertelde mijn verhaal een hem, hij heet trouwens Galdur. Galdur vertelde me dat ik de zeldzame kracht had om iemands geest te 'doorzien'. Hij was begonnen mij te trainen om met deze kracht om te gaan. Galdur vertelde mij dat ik goed moest oppassen voor de 'Zienerjagers'. Dit zijn eenhoorns die jagen op eenhoorns zoals mij.

En zoals je waarschijnlijk al kan raden, ben ik nu bij die Zienerjagers. Ik ben ontsnapt uit mijn cel, en probeer nu de uitgang te vinden. Maar het is zo'n weerwar aan gangen, en zo donker! Alles wat ik zie zijn cellen met slapende eenhoorns erin. Ik zucht. "Hoe kom ik hier ooit uit?" Vraag ik hardop aan mezelf. "Dat weet ik wel." Zegt opeens een stem. Ik schrik, en sta stil. Schichtig kijk ik om me heen, bang dat het een wachter was. Er wordt gelachen, en ik kijk de richting van het geluid uit. "Wie bent u?" Vraag ik, en ik hoop op een antwoord, want dan kan ik de richting goed bepalen. "Zeg maar 'je'" zegt de stem, en ik loop richting het geluid. Dan sta ik voor een cel, met een pikzwarte eenhoorn erin. Ik schrik, hij moet een Shannara zijn. Dat is een soort eenhoorn met extreem magische krachten. Zij dienen als wachters in ons rijk. Zienerjagers nemen hen ook gevangen, zodat ze niet gestraft worden. Shannara's weten overal de weg, ze hebben een uitstekend richtingsgevoel. De eenhoorn moet lachen. "Als jij mij bevrijdt, zal ik je laten zien hoe je hier wegkomt, en als je geluk hebt, breng ik je ook nog naar je huis." Zegt hij. Bij Shannara eenhoorns kan je niet aan de hoorn herkennen of het een hengst of merrie is, maar ik hoor het aan zijn stem. "Goed, Storm." Zeg ik met een zucht. "Hoe weet je dat ik Storm heet? Ik heb je mijn naam toch nog niet verteld?" Vraagt hij. Dan worden zijn ogen groot. "B.... ben j... jij een ziener?" Stamelt hij. Ik knik. "Vandaar dat jij hier rondloopt. Ik bedoel, je ziet er nou niet bepaalt uit als een Zienerjager, en ik kon geen andere reden vinden dat jij hier gevangen bent." Zegt Storm. Ik lach, en kraak het slot van de cel. Elk slot is bewaakt met een soort spreuk. Gelukkig ken ik de slotenspreuken, die ik geleerd heb van Galdur. Storm kijkt alweer verbaast. "Hoe weet jij hoe je een slot ontketent? Alleen Druïdes kunnen dat." Zegt hij. "Ik ben in opleiding geweest bij een Druïde." Zeg ik. Hij knikt, en zonder dat ik het bedoel lees ik zijn gedachtes: Wow, een ziener en ook nog in opleiding geweest bij een Druïde! Dat ik dat meemaak!

Ik grinnik, en Storm kijkt me weer verbaast aan. "Binnenpretje." Zegt ik kortaf, maar ik denk dat Storm wel beter weet. Ik heb geen zin meer om zijn gedachten te lezen. Soms is minder weten juist beter. Een wijsheid die ik van Galdur heb geleerd. Storm neemt de leiding en stapt door de donkere gangen. Ik loop gewoon maar achter hem aan, erop vertrouwend dat hij weet wat hij doet.

Na een tijdje komen we bij een grote zwaarbewaakte deur. Ik schrik van de wachters, en blijf verstijfd staan. Ik val enorm op met mijn zilverwitte vacht. Ik kijk om me heen, maar Storm is opeens nergens te bekennen. De wachters komen al naar me toe. Dan vallen ze allemaal een voor een neer, in slaap. Ik zie een donkerblauwe gloed achter de slapende wachters, als ik beter kijk zie ik dat het van een hoorn komt. Dan komt er een hele hoop zonlicht naar binnen. Ik zie Storms zwarte silhouet afgetekend tegen het licht. Als mijn ogen gewent zijn aan het licht zie ik dat hij moet lachen. "Hoe heb je die wachters uitgeschakeld?" Vraag ik. Storm wijst naar een blauwe steen die aan een ketting om zijn nek hangt. Een Shannara-steen om precies te zijn. Dat bevestigd mijn vermoeden dat hij een Shannara eenhoorn is. Ik knik dat ik hem begrijp. "Kom." Zegt Storm dan. "Dan breng ik je naar huis." Ik knik en we draven weg over het pad.

Unicorn [VOLTOOID]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu