POV Snowdrop
Iedereen is stil van het verhaal van Wonder. Storm knikt langzaam. "Dus dat betekent dat mijn steen zegt dat ik een sterke geest heb, en dat ik kan volgen maar ook leiden?" Vraagt hij. Wonder knikt. "En dat ik in contact sta met mijn vader..... betekent dat dat ik hem ook ergens in mijn hoofd kan horen?" Wonder haalt haar schouders op. "Dat is bij elke eenhoorn anders. De een hoort de stem van zijn of haar vader of moeder, de ander hoort helemaal niks maar ziet zijn of haar vader of moeder voor zich, en weer een ander ziet of hoort niks, maar voelt zijn of haar vader of moeder. Diep in hun hart, voelen zij wat hun ouder gedaan zou hebben, en dan kan de Shannara natuurlijk zelf bepalen of hij ernaar luister of niet."Ik ben zelf best onder de indruk dat een Shannarasteen nog veel meer is dan gewoon een steen waar de kracht van een Shannara in zit. Laat staan hoe Storm zich moet voelen. "Hoe komt het dat mijn vader het me nooit verteld heeft?" Vraagt Storm. "Waarschijnlijk vond hij je toen nog te jong om dit soort dingen te weten. Hij had nooit verwacht dat hij dood zou gaan toen jij nog heel jong was." Antwoord Wonder. Bij het woord 'dood' betrekt Storms gezicht. Ik schuif iets dichter naar Storm toe om hem te laten weten dat ik er voor hem ben.
"Stond er nog meer in de krant?" Vraagt Storm nadat we een tijdje stil waren. Galdur knikt. "Ja, nog wat over hoe de Zienerjagers te werk gaan, en waar je ze kan aangeven bij de politie." Wonder schiet op. "Je vergeet wat! De politie verdenkt de Zienerjagers ervan dat ze een aanslag willen plegen op de grote haven!" Galdur knikt. Dan worden zijn ogen weer wit, en hij krijgt een visioen.
Het duurt niet lang of Galdur schud zijn hoofd en zijn ogen worden weer normaal. Wonder, Storm en ik kijken Galdur nieuwsgierig aan. "Jongens, jullie moeten gaan. Unicornia wacht op jullie." Zegt Galdur. Verbaast kijken we elkaar aan. "Die aanslag op de grote haven.... die gaat echt gebeuren, en jullie moeten het stoppen. Daarna moeten jullie naar de hoofdstad van Great Pegasus*. Denk aan wat ik jullie geleerd heb, Storm en Snowdrop. En leer het Wonder ook aan."
*Great Pegasus is het grootste continent van Unicornia, in de vorm van (je raad het al) een Pegasus.
We knikken, en staan op. Storm en ik pakken de spullen die we mee hadden genomen op reis naar Galdur. "Hoe moet het met Wonder? Zij heeft geen slaapzak." Merkt Storm opeens op. Ik denk na, maar het antwoord is al snel gevonden. "Dit is misschien handig?" Zegt Galdur, en hij houd een thermoslaapzak omhoog. "Geloof het of niet, maar vroeger zat ik ook bij de scouts." We moeten lachen.
We nemen allemaal een eigen zadeltas, met onze slaapzakken, voor ieder één bidon, en we verdelen het voedsel wat we meekrijgen. "Hier, die hebben jullie eerlijk gevangen." Zegt Galdur als hij de haas inpakt in een leren zak. Hij stopt hem in Storms tas. "Dankuwel." Zegt Storm. "Jullie moeten gaan." Zegt Galdur. "Pas goed op elkaar, en maak me trots."
"Bedankt voor de gastvrijheid." Zegt Wonder als afscheid, met een eerbiedig knikje met haar hoofd. "Graag gedaan." Zegt Galdur. Dan went hij zich tot Storm. Die kijkt naar beneden, en weet duidelijk net wat hij moet zeggen. Galdur geeft hem een korte stevige knuffel. "Pas goed op de meiden, je kunt veel meer dan je denkt." Zegt Galdur, nadat hij zich weer heeft teruggetrokken uit de omhelzing. Storm knikt. "Zal ik doen." Zegt hij.
Ik zucht diep. Galdur is toch een beetje als familie voor me. Als hij zich tot mij went krijg ik een knoop in mijn maag. "Snowdrop..." zucht Galdur, waarop hij me omhelst. "Houd je taai, ik weet dat je dit aankunt." Fluistert hij in mijn oor. Ik knuffel Galdur terug. "Bedankt voor alles." Zeg ik met een brok in mijn keel. Dit afscheid valt me toch best zwaar. We laten elkaar los. Ik glimlach, ondanks dat ik niet echt vrolijk ben. Galdur glimlacht terug, maar ook zijn lach lijkt niet oprecht.
POV Storm
Ik zie dat Snowdrop moeite heeft met het afscheid. "Het komt goed, we komen vast nog wel terug." Zeg ik, om haar aan te moedigen. Snowdrop zucht en knikt dan. "Laten we maar gaan." Zegt ze dan. Galdur knikt, en loopt mee naar de voordeur.Hij blijft bij de deur staan. "Het ga jullie goed." Roept hij ons na, als we al wat verder zijn. We draaien ons nog eenmaal om en roepen gedag. Dan draaien we ons weer terug en draven weg. Als ik nog een blik over mijn schouder werp zie ik dat Galdur terug naar binnen loopt en de deur sluit.
We draven verder, in westelijke richting. We lopen in een soort driehoekje, met mij als de punt en Snowdrop en Wonder naast elkaar achter mij. Ik ga op mijn richtingsgevoel af.
Na een flink eind draven raken we moe. We gaan over tot stap. Het is al ergens midden in de nacht, en ik merk dat Wonder en Snowdrop moe beginnen te raken. Ikzelf voel me nog best fit, maar ik weet dat als ik ergens ga liggen, dat ik dan vrijwel direct in slaap val.
"Kunnen we niet ergens gaan slapen? Ik ben echt doodop." Zucht Wonder. Ik speur de omgeving af naar een geschikte slaapplek. Er is veel open vlakte hier, met hier en daar een boom. Ik wijs naar de dichtstbijzijnde boom. "We slaan daar wel een kamp op." Zeg ik. Wonder knikt, en ik zie Snowdrop ook meer opleven bij de gedachte dat ze zo mag slapen.
We zetten er flink de pas in en komen al snel bij de boom. We leggen onze rugzakken neer en rollen onze slaapzakken uit. We kruipen erin, en praten nog wat over wat we nou moeten gaan doen. Als we te moe zijn om verder te praten gaan we slapen. Snowdrop en Wonder slapen al snel, en ik merk dat mijn oogleden zwaar worden. Ik kijk naar de hemel, die helemaal vrij van wolken is. Ik pak mijn Shannarasteen, en kijk naar het dansende vlammetje. "Truste pa." Fluister ik zacht.
Dan kruip ik nog wat verder mijn slaapzak in en val, zoals ik al dacht, vrij snel in slaap.
JE LEEST
Unicorn [VOLTOOID]
Fantasy(Dit verhaal is voor de schrijfwedstrijd van annielol16.) Hoi, mijn naam is Snowdrop. Ik ben een zilverwitte eenhoorn, en heb de kracht om in andermans hoofd te kijken. Ik kan hun gedachten lezen, hun dromen zien, en ook hun angsten. Men zegt dat di...