Hoofdstuk 18

14 4 0
                                    

POV Snowdrop
We varen al dik een uurtje. Het is gezellig en iedereen is in een goede stemming. Nova en Storm kunnen het goed met elkaar vinden, en ze liggen constant in een deuk over weet ik veel wat allemaal. Wonder voelt zich ook al meer op haar gemak. In het begin was ze een beetje zeeziek, maar daar heeft ze nu geen last meer van.

Het is heerlijk weer, het zonnetje straalt en er is geen wolkje aan de lucht. Toch staat er wel een stevige bries, wat voordelig is voor het zeilen.

"Laten we de fok er maar bijzetten jongens!" Roept Nova na een tijdje. "Wonder en Storm doen jullie dat?" Wonder kijkt naar Storm. "Is goed, hetzelfde als bij het grootzeil?" Zegt hij. Nova knikt. "Komt voor mekaar." Zegt Wonder. Ze gaan naar de punt toe.

"Snowdrop, voor jou heb ik een ander taakje." Zegt Nova tegen mij. Ik kijk hem vragend aan. "Maak maar een lekker tussendoortje klaar. Dat hebben we wel verdient." Ik lach naar hem. "Ik zal wel de scheepskok spelen." "Doe jij dat maar." Lacht Nova terug.

Ik loop naar de opslag benedendeks en pak wat dingetjes. Een paar toostjes en wat smeerseltjes voor erop, zoals eiersalade en kruidenboter. Ook pak ik wat pakjes sap, om te drinken. Ik breng het naar de kuip, waar ik een klein tafeltje uitklap en het uitstal.

Wonder en Storm komen alweer terug, en de fok staat er mooi strak bij. "Goed gedaan jongens!" Zegt Nova. "Hier is de beloning." Zeg ik erachteraan, en ik wijs naar het eten en drinken. "Lekker!" Zegt Wonder, waarop Storm heftig knikt. Met z'n drieën tasten we toe, maar Nova kan natuurlijk niet zomaar weggaan bij het roer. Gelukkig voor hem zit ik vrij snel vol. Ik neem het roer over zodat Nova ook lekker kan genieten van het eten.

Ik blijf gewoon lekker achter het roer staan. Nova ruimt de eetspullen weer op. Iedereen blijft gezellig in de kuip. "Aangezien we toch nog een tijdje met elkaar opgescheept zitten, is het misschien leuk om elkaar wat beter te leren kennen?" Zegt Nova. "Das wel handig denk ik." Zegt Storm. Wonder knikt.

"Goed." Zeg ik. "Doen we gewoon ons verhaal tot waar de anderen het kennen?" De rest knikt instemmend. "Oké dan begin ik wel." Zeg ik weer, en ik vertel mijn verhaal.

"En vanaf daar kent iedereen het." Eindig ik. Iedereen knikt. "Goed, ik ga nu wel." Zegt Wonder, en ze start.

"Toen ik nog een jong veulentje was verhuisde ik naar het dorpje, vlakbij Storms huis. Op een marktdag kwam ik hem tegen. We mochten elkaar gelijk al, en werden vrienden. We gingen samen vaak op avontuur in het bos, en bouwden hutten enzo. Totdat Storm op een dag gevangen werd genomen. Ik dacht dat hij voorgoed verdwenen was, dus op die manier verloren we contact.

Ik kwam nooit meer in het bos, omdat ik het zonder Storm toch wel eng vond. Ondertussen was het gebleken dat ik talent had om te genezen. Ik kon snel diagnoses te stellen, en daar ook snel mee te handelen. Ik heb best veel levens gered. Mijn ouders waren vrij normaal. Gewoon twee eenhoorns, met een normaal leven. Maar mijn oma was een genezer. Zij heeft mij alles geleerd wat ik weet, en een klein deel daarvan heb ik Storm weer geleerd.

Toch vond ik mijn leven maar saai, en ik droomde er altijd al van om op wereldreis te gaan, of om echt iets voor Unicornia te betekenen. En toen opeens stond ik in Snowdrops huiskamer. Ik was erheen geteleporteerd door Galdur. En vanaf daar heeft Snowdrop het eigenlijk al verteld, dus dat weten jullie al."

Wonder heeft niet zo'n heel apart leven gehad, maar toch is haar verhaal best boeiend. Waarschijnlijk omdat het heel veel gerelateerd is met Storms leven. "Oké..... dan ga ik nu wel. " zegt Nova.

"Als klein veulentje was ik al veel op het water. Mijn ouders waren allebei zeilers. Ik had ook een zus, en daar was ik altijd heel close mee. Op elk zeiltochtje dat we maakten, waren we bij elkaar en maakten veel lol. We groeiden samen op en leerden samen het zeilen. Totdat mijn zus een vriendje kreeg. Ze verhuisde naar Montehoorno, met dat vriendje. In het begin schreef ze af en toe nog een brief, maar later niet meer en we verloren contact.

Vlak nadat mijn zus verhuisd was, kwam ik Snowdrop tegen. Of eigenlijk, Snowdrop mij. Ik was namelijk wat spullen aan het verkopen op een rommelmarkt, omdat ik spaarde voor een eigen zeilboot. Die rommelmarkt was toevallig in Pegaville, het dorpje waar Snowdrop woonde. Ze liep langs mij en zag wat ik allemaal te bieden had.

Ze kocht een paar van mijn spullen. We raakten aan de praat, en werden vrienden. Toen Snowdrop een keertje zich enorm verveelde nodigde ik haar uit om met mijn toen gloednieuwe boot een zeiltripje te maken. Toen had ik haar alles geleerd over het zeilen. Daarna zijn we soms nog weekendjes met zijn tweeën eropuit getrokken. Ondertussen ben ik al uit huis gegaan bij mijn ouders, en was ik op de boot gaan wonen.

Ik kreeg uiteindelijk ook de neiging om de wereld te ontdekken. Ik heb de hele Pegalantische Zee afgevaren, de zee tussen Great Pegasus en dit land. Ik heb er veel meegemaakt, maar die verhalen vertel ik later wel. Omdat ik ongeveer een jaar weg was, zagen Snowdrop en ik elkaar niet meer. Ongeveer twee maanden geleden was ik terug. Ik had Snowdrop een brief gestuurd dat ik weer thuis was, maar ze antwoordde niet.

Ik wist niet wat er aan de hand was, maar ik liet het er gewoon bij. Snowdrop heeft altijd wel een goede reden gehad om niks terug te schrijven. En toen werd mijn leven weer normaal. Totdat jullie hier opeens kwamen opdagen."

Ik ken Nova's verhaal al, maar Wonder en Storm lijken duidelijk onder de indruk. Vooral van de reis die Nova heeft gemaakt. "Waarom antwoordde je dan niet?" Vraagt Wonder aan mij. "De Zienerjagers hadden mijn brief onderschept, en ongeveer twee weken later overvielen ze me toen ik naar de markt wilde. Ze moeten me hebben bespiedt en daarvan uitrekenen wat de beste manier was om mij te ontvoeren."

Nova lijkt te schrikken van dat verhaal. "Dus het is eigenlijk mijn schuld dat jij gevangen werd?" Zegt hij. Ik schud van nee. "Jij kon het niet weten. Ik bedoel, je wist wel dat ik een ziener was, maar niet dat de Zienerjagers toen actiever werden." Storm knikt. "Eigenlijk kan je het meer zien op deze manier; dankzij jou zijn Snowdrop en ik nu samen." Zegt hij, met extra veel nadruk op 'dankzij'. Nova glimlacht.

"Nou Storm, nu alleen jij nog." Zegt Wonder. Storm kijkt duidelijk ertegenop om zijn leven te vertellen. Ik snap hem op zich wel, maar om hem nog beter te begrijpen lees ik zijn gedachten.

Oké daar gaat ie dan. Niet janken bij het stuk over je vader Storm.... niet janken. Zegt hij in gedachten tegen zichzelf. Dan start hij met zijn verhaal. Iedereen schrikt van zijn slechte jeugd, en van de dood van zijn vader. Als Storm uitverteld is is iedereen doodstil. Alleen het kletsen van de golven tegen de boot is te horen, en het krijsen van een paar meeuwen in de verte.

Unicorn [VOLTOOID]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu