4.2

701 58 5
                                    

Aan het eind van de schooldag sta ik zoals beloofd bij het hek rond het schoolplein. Vinny komt enthousiast op me af als ze me ziet.

"He rooie, hoe was het op school?" Ik strijk liefkozend over haar haren voor ik haar hand vastpak.

"Gewoon, zoals altijd. Heb jij nog lekker rondgehangen met Hera?"

"Ja, maar daar hebben we het thuis wel over. We hebben belangrijke dingen te bespreken."

De aandacht van mijn zusje is meteen gewekt. "Gaat het door?"

"Wacht maar tot we thuis zijn, dan vertel ik je alles." Een leugen. Ik ga haar alleen vertellen dat we weggaan. Over de problemen die nog uit de weg geruimd moeten worden, krijgt ze niks te horen. Zoals hoe moeilijk het zal zijn om op een nieuwe plek te overleven. Het scheelt dat het grootste gedeelte van de winter achter ons ligt. In de zomer kunnen we gewassen verbouwen om aan eten te komen. Dat was in de winter niet gelukt.

Vinny begint ongeduldig aan mijn arm te trekken. "Loop eens een beetje door dan."

Lachend laat ik me door haar meesleuren. Soms is mijn zusje misschien toch nog dat vrolijke, impulsieve kind dat ze altijd geweest is.

Eenmaal thuis gaan we aan de keukentafel zitten, net zoals ik vanmiddag met pap heb gedaan. Ik vertel haar over de plannen om weg te gaan. Net als ik daarmee klaar ben, komt mam terug van haar werk, waardoor ik weer opnieuw kan beginnen. Na nog een keer mijn verhaal te hebben gedaan, kijk ik hoopvol van mijn moeder naar Vinny en terug.

"Het lijkt me geen goed idee," begint mam. "We kunnen daar helemaal niet overleven. Er zijn te weinig voorzieningen."

"Ik ga hoe dan ook," reageer ik. "Daar heb ik nog een kans om gelukkig te zijn, al moet ik jullie dan misschien missen. Hier zal Nestor er alles aan doen om mijn leven kapot te maken. En ik ga liever dood van de honger of aan een enge ziekte dan door de martelingen van Nestor." Hierbij werp ik expres een blik op mijn vader. Misschien is het gemeen om die nauwelijks geheelde wond nu open te trekken, maar het is ook de waarheid. We weten allemaal waar de consuls toe in staat zijn.

Mam knikt begrijpend. "Ik zal erover nadenken, maar alleen voor jou, Deia. Als jij niet zou gaan dan zou het hele idee van vertrekken niet eens in me opkomen. En ik hou je aan de voorwaarde dat Kyara mee moet. Haar nooit meer zien zou nog erger zijn dan haar van een afstandje te moeten zien opgroeien."

"Het is al goed. Ik vraag je ook niet om meteen staan te springen bij het idee, ik wilde je gewoon vertellen wat ik van plan ben. En Vinny gaat wat mij betreft sowieso mee. Ik wil haar niet in de arena zien."

De blik in de ogen van mijn zusje verandert bij het woord 'arena'. Zou ze al ooit denken aan haar editie van ons gruwelijke jaarlijkse evenement? Toen ik die leeftijd had, probeerde ik het nog zo veel mogelijk te ontkennen. Eigenlijk probeerde ik dat tot op de dag dat ik het stadion in gejaagd werd, drie maanden geleden.

Als ik zie hoe de blikken van mijn beide ouders naar de deur schieten en daar blijven hangen, realiseer ik me dat er iemand in de deuropening moet staan. Ik draai me om en mijn hart maakt een sprongetje als ik zie dat het Arthur is. "Hé," breng ik zwakjes uit. "Wat goed om je te zien."

"Nevis heeft me gestuurd."

Ik wist dat ik op haar kon rekenen, al had ik niet verwacht hem zo snel al te zien. "We kunnen wel even in de slaapkamer gaan zitten. Daar kunnen we rustig praten." Het is niet dat ik iets te zeggen heb dat mijn familie niet mag horen, maar het is zo al ongemakkelijk genoeg om met hem te praten. Het zou niet erg helpen als mijn familie er ook nog eens met hun neus bovenop zat.

Arthur haalt onverschillig zijn schouders op en loopt met me mee naar de slaapkamer. Daar gaat hij op het bed van Vinny en mij zitten. Het bed waar hij tot een paar dagen geleden in sliep.

(Uitverkoren 3) De machtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu