6.2

593 64 21
                                    

Ik mis mijn afspraak bij Nevis. Misschien is het gek dat ik me daar druk om maak, maar ik doe het wel. Ik vraag me af of het nog doorgaat en wie er aanwezig zijn. Zou Indra komen opdagen? Zou Vinny gaan nu ik er niet ben?

Om eerlijk te zijn, heb ik er geen problemen mee dat die gedachten mijn hoofd bezighouden. Zo heb ik tenminste geen tijd om te denken aan wat er komen gaat. Maar de minuten tikken weg en mijn lichaam wordt steeds gespannener.

Mijn gedachten worden verstoord door geroezemoes. Het komt van de tribunes in de arena, die langzaam vol beginnen te stromen. Mensen kijken verward om zich heen, zich afvragend waarvoor ze hierheen moesten komen. In de menigte probeer ik mijn moeder en zusje te vinden, precies zoals ik dat een paar maanden geleden deed. Alleen deze keer lukt het me niet.

De angst knijpt mijn keel dicht, waardoor er niet meer dan gefluister uit komt als ik mijn vader probeer te roepen. "Papa?"

"Wat is er, Deia?"

"Denk je dat ze mama en Vinny vermoord hebben om ons te straffen?"

Het duurt even voordat mijn vader aarzelend antwoord geeft. "Als ze ons daarmee wilden straffen dan zouden ze dat wel voor onze neus doen."

Dat maakt me alleen nog maar banger. Wat als ik ze niet zie omdat zij ook gevangen worden gehouden? Ik zie al voor me hoe ze straks de arena in geleid worden en hoe wij dan zullen moeten toekijken hoe ze sterven. Het doet me fysiek pijn aan mijn hart. Dit is wel de laatste dood die ik wil voor mijn lieve, kleine zusje.

"Deia?"

"Vinny!" Ik schiet overeind en wankel naar de deur, waar ik het luikje opentrek.

Mijn zusje staat op de gang met een bang gezicht tegen mijn moeder aan geleund. Als ze mij ziet, doet ze een pas naar voren. "Hebben ze je pijn gedaan?"

"Nee." Ik voel heel wat pijn, maar dat is geloof ik mijn eigen schuld.

De opluchting is van Vinny's gezicht af te lezen. "En papa? Waar zit hij? Hebben ze hem pijn gedaan?"

"Ik ben hier, Vinny," klinkt het vanuit het luikje in de deur naast de mijne.

Nu schiet mijn zusje op die deur af. "Papa! Hebben ze je weer gemarteld?"

"Nee, lieverd. Alles is goed met me. Feitelijk gezien behandelen ze ons heel netjes. Deia heeft zelfs medicijnen gekregen voor haar kater."

Mijn moeder werpt me een afkeurende blik toe. "Je had ook nooit zo veel moeten drinken."

"Dat weet ik inmiddels ook, mam. Het spijt me. Zitten jullie ook in de problemen door mij?"

"Nee," antwoordt ze. "Niet in dat opzicht, niet dat ik weet. Ze hebben ons gestuurd om afscheid te nemen."

Het is alsof alle lucht uit mijn longen wordt gezogen. Ik moet me vastgrijpen aan de rand van het luikje om niet te vallen. "Afscheid nemen? Van wie?"

"Dat hebben ze ons niet verteld."

"Wel waar, mama," helpt Vinny haar herinneren. "Nestor zei dat we voor de zekerheid maar van allebei afscheid moesten nemen."

"Nee," breng ik geschokt uit. "Dit mag hij jullie niet aandoen. Laat hem mij straffen, maar niet jullie."

"Het komt goed, Deianeira," klinkt paps stem naast me. "Als er iemand moet sterven, laat mij dat dan zijn. Zorg jij voor je moeder en zusje. Dat is wat ik graag zou willen. Lavinia, kom eens dichterbij."

Zonder aarzelen zet Vinny nog een stap dichter naar de deur toe.

"Ik hou van je, oké? Ik heb altijd al van je gehouden, nog voordat je geboren werd. Net zoals ik van Deia en Kyara hou. Jullie geluk is het allerbelangrijkste voor me. Het ga je goed, lief meisje van me."

(Uitverkoren 3) De machtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu