19.

645 58 11
                                    

Ik word wakker met een zenuwachtige kriebel in mijn maag. Vandaag zijn de verkiezingen. Het is de belangrijkste dag tot dusver in de geschiedenis van Latronis. En ik zal er onderdeel van uitmaken omdat ik Servius vandaag weer met de krant mag helpen.

Omdat ik als eerste wakker ben en geen seconde meer kan blijven liggen, ga ik meteen naar de keuken om iets te eten. Daarna trek ik mijn meest fatsoenlijke kleren aan - wat toevallig hetzelfde setje is als op de dag dat ik de arena in ging - en ga op pad.

Zo een uur voordat de stembussen open gaan, is er nog niet veel leven in de brouwerij. Alleen in het centrum worden wat voorbereidingen getroffen. Midden op het plein staat een lange tafel waar iedereen een stembiljet op kan halen. Nimue is al samen met de dochters van Servius en Nynève bezig de stembiljetten goed te leggen. De man van de jongste paleishuishoudster plaatst ondertussen drie oude wijnvaten op een rijtje bij wijze van stembus. Ik groet ze en loop door naar het journalistenkantoor.

'Ha collega,' begroet Servius me met een stralende lach. 'Ben je klaar voor de grote dag?

'Ja, maar ik vind het eigenlijk wel jammer dat jij niet meedoet.'

'Iemand moet jou toch alle kneepjes van het vak leren?' Hij staat op vanachter zijn bureau om me te omhelzen. 'Ik weet zeker dat jij een fantastische journalist wordt.'

'Jij bent de beste.'

'Ik werk goed onder de druk van een streng regime, maar jij presteert beter als je alle vrijheid hebt. En die heb je vanaf nu. Ik ben benieuwd wat je ervan gaat maken vandaag.'

Vragend trek ik mijn wenkbrauwen op. 'Jij gaat toch met me mee?'

Hij schudt zijn hoofd. 'Nee hoor, jongedame. Jij gaat vandaag op eigen houtje een verslag schrijven. Ik verzamel alleen wat feitelijke informatie, jij gaat de sfeer beschrijven.'

Dat had ik niet aan zien komen. Verbijsterd staar ik hem aan. Meent hij dit nou serieus?

'Niet bang zijn, je kunt dit wel. En in noodgevallen kun je me natuurlijk altijd om hulp vragen.'

Vol goede moed verzamel ik wat schrijfmateriaal en begeef me weer naar buiten. Op het plein is inmiddels al wat meer levendigheid. Mijn moeder komt glimlachend op me af.

'Goedemorgen. Je was al vroeg weg.'

'Ja, ik wilde er hoe dan ook op tijd zijn. Het is zo spannend.'

'Inderdaad, maar je gaat vast een goed stuk schrijven.'

'Als iedereen nou niet steeds van die hoge verwachtingen van me had, zou het een stuk makkelijker zijn.' Het lucht op om dat hardop te kunnen zeggen. Vroeger zou ik dat nooit gedurfd hebben uit angst voor de consuls. Ik kon maar beter aan die hoge verwachtingen voldoen, dan zou ik tenminste blijven leven. Nu kan ik eerlijk zijn.

Mam pakt mijn hand vast en knijpt erin. 'Het komt wel goed. Succes ermee.'

'Dank je. Zou ik jou mogen interviewen? Misschien heb ik er wat aan voor mijn stuk.'

'Natuurlijk. Kom maar op met je vragen.'

Ik weet niet of het me nu pas opvalt of dat het pas sinds vandaag aan de gang is, maar ze ziet er veel stralender uit dan eerst. Het is alsof de rimpels in haar gezicht minder zijn geworden. Ze is vrolijker en dat bevalt me. Ik lach naar haar. 'Nu nog niet. Straks, als alles in volle gang is. Dan kom ik aan je vragen of het allemaal volgens plan verloopt en zo.'

'Prima. Dan zal ik nu maar mijn plaats innemen voordat de eerste stemmers komen.'

Ze heeft het nog niet gezegd of er komen inderdaad twee gedaantes het plein op lopen. Het blijken mijn vader en zusje te zijn. Grijnzend komt pap op ons af. 'Kijk eens aan, twee mooie vrouwen helemaal klaar voor de verkiezingen. Kan ik al komen stemmen?'

(Uitverkoren 3) De machtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu