Blijkbaar is het geen probleem om met een paar levens te spelen als je er toch al heel wat verwoest hebt. Aeneas legt namelijk meteen een nieuwe pijl op zijn boog en gebaart Arthur, Kyara en mij om te blijven waar we zijn terwijl hij dichterbij sluipt.
Hoofdschuddend kijk ik hem na. "Dit gaat nooit werken. Als ze hem zien aankomen, is hij de lul. Zij zijn met meer."
"Daarom moeten wij ze afleiden," bedenkt Arthur. "Als jij en Kyara je nou verstoppen dan ga ik voor afleiding zorgen."
Normaal gesproken zou ik geprotesteerd hebben dat het slimmer is om voor afleiding van meer kanten te zorgen, maar ik wil niet dat iemand Kyara aanvalt. En ik wil ook niet dat zij zich in haar eentje moet verstoppen. Dat zou net zo gevaarlijk zijn. Bovendien breekt de hel pas echt los als zij door de soldaten mee terug naar Latronis genomen wordt, wat al dan niet op haar eigen verzoek zou kunnen gebeuren. Nee, ik moet bij mijn kleine zusje blijven en ervoor zorgen dat zij gezond en wel hier blijft.
Terwijl Arthur zich door de bosjes met een omtrekkende beweging richting de achterkant van de kerk begeeft, trek ik Kyara mee terug in de richting van de afgrond. Het voelt nutteloos, maar ik weet zeker dat mijn ouders me dankbaar zullen zijn als in ieder geval Kyara hier ongeschonden uit komt. Ik hoop maar dat Aeneas en Arthur zich redden met z'n tweeën.
"Gaat Aeneas de soldaten doodschieten?" vraagt Kyara bezorgd.
"Misschien wel," antwoord ik vaag. Hoe kan ik haar nou vertellen dat de jongen die ze altijd zag als haar grote neef gewoon een brute moordenaar is? Dit kleine meisje is zo veel onschuldiger dan alle andere elfjarigen die ik ooit ontmoet heb. Haar leven is zo beschermd geweest. De gruwelijkheden in de arena waren voor haar slechts een formaliteit. Geen wonder dat ze zo graag naar huis wil.
We glippen het struikgewas in een vinden ergens een plekje om te zitten dat net groot genoeg is voor ons samen. Ik trek Kyara dicht tegen me aan, hopend dat we gauw iets voor onze familie kunnen betekenen.
In de verte klinkt kabaal. Ik probeer de geluiden te plaatsen, maar het lukt niet. Alleen het vage geluid van menselijke gillen kan ik onderscheiden. Is dat een soldaat die vermoord wordt of een van de vluchtelingen?
"Carver was altijd de sterkste."
Verward kijk ik Kyara aan. Dan dringt het tot me door. "Hij is dood. Bedoel je dat de soldaten nu makkelijker te verslaan zijn?"
"Het zou kunnen. En Arthur wilde ook soldaat worden. Die is echt wel sterk. Marlon ook."
Dit meisje verbaast me nog iedere dag. Het ene moment is ze een klein, breekbaar poppetje dat haar luxeleventje mist en het volgende moment berekent ze onze kansen tegen het leger van Latronis. Eigenlijk lijkt ze daarin wel op Vinny. O, Vinny. Ik hoop maar dat ze geen domme dingen doet.
"Laten we gaan helpen." Kyara wil al opstaan, maar ik trek haar terug.
"Niet doen. Dat is veel te gevaarlijk."
"Maar straks gaan ze dood."
"Dan kan er maar beter iemand wél blijven leven, toch?" Maar ze heeft gelijk. Waar is de Deia die alles doet voor haar familie? Die haar beide zusjes zou beschermen en niet maar één van hen? Als ik hier blijf zitten, lieg ik tegen mezelf. Dan ben ik geen haar beter dan de consuls zelf.
Kyara slaat nukkig haar armen rond haar opgetrokken knieën, maar blijft wel zitten. Hopelijk blijft dat zo.
"Ik ga wel even kijken. Blijf hier. Ik kom je halen als het veilig is."
"Oké."
Ze laat me veel te makkelijk gaan. Maar ik besteed geen aandacht aan het stemmetje dat dat zegt. Ik kan niet iedereen tegelijk beschermen, maar dat wil ik wel. Dus kruip ik aan de achterkant door het struikgewas en haast me naar de voorkant van de kerk.
JE LEEST
(Uitverkoren 3) De macht
Science FictionOm haar vader in leven te houden, moet Deia voldoen aan eisen die Nestor stelt. Doet ze dit niet dan zal ze hem alsnog verliezen. Maar kan en wíl ze wel een keuze maken? Cover door @glittersinmijnhaar